Wat
er precies gebeurt, bovenaan de bielsentrapopgang naar de Waalbandijk, weet ik
niet. Er is een kleine lichtflits terwijl ik de laatste paar bielsen neem. Het
volgende moment is het bekende rivierenlandschap, dat zich vanaf de dijk
ontplooit, verrijkt met een fel schijnende ster. Zes puntig, transparant
zinkgeel van kleur, met regenboogkleurige randen. Deze ster is vanwege de
verjaardag van Samuel, onze kleinzoon, die ons vele weken in spanning wist te
houden nadat hij veel te vroeg in ons leven kwam, denk ik. Maar bij nader
inzien herinner ik mij de lichtflits. Het is waarschijnlijk doordat ik, vanuit
de diepe schaduwen van de lange rij bomen en struiken komend, naar rechts keek,
om te speuren naar eventueel verkeer op de Waalbandijk, dat de zon mijn onbeschermde
ogen trof.
Het moet wel, dit sterretje is het nabeeld van die plotselinge
zonnestraal.
Gaandeweg ik de Tacitusbrug nader dijt het sterretje
uit, flodderig op den duur. De vorm verandert, de kleuren blijven, de ster
maakt plaats voor een mislukt boterraam. Hé, dat is vreemd! Bij deze overgang,
van ster naar boterraam, ontdek ik dat ik dit alleen met mijn linkeroog zie.
Met het rechter, dat beschadigd is en waarmee ik nog voor ongeveer tien procent
kan zien, zie ik slechts de reële omgeving, zwaar mistig weliswaar maar zonder feestverlichting.
Zo, knijpend met mijn ogen, lijkt het
alsof ik blindemannetje speel in plaats van mij serieus met hardlopen bezig te
houden.
Blindemannetje!
Gisteravond werden we getrakteerd op het boeiende spel
van Theatergroep Kwatta & Theater Gnaffel, ‘Perenbomen bloeien wit’, naar een jeugdroman van Gerbrand Bakker.
Het was een schot in de roos om onze kleinzonen, Niek en Koen, mee uit te
nodigen. Met de bus naar de stad en daarna wandelen naar Theater Het Badhuis, het
was al een feest, daarna samen op de tweede rij! De spelers stonden af en toe
maar een meter van ons af: “Hé, opa,” fluisterde Koen dringend, “die (acteur)
hebben we ook in Arnhem gezien!”
Koen had gelijk.
Nu ik hier langs de Waalbandijk ren voel ik weer de
emotie van gisteravond, want ze wisten ons wel te raken! Perenboom zit vol met
symboliek en pittige thema’s, maar is ontroerend in zijn eenvoud. Vier mannen –
zij speelden de tweeling Klaas en Kees, hun jongere broer Gerson en hun pa – aangevuld
met zes mensgrote poppen. Deze laatsten kwamen moeiteloos tot leven, leek het
wel, maar aan de spelers zagen we dat er hard gewerkt werd. Vooral hond Daan,
een Jack Russell, stal de show. Dit ‘beestje’ speelde dan ook een belangrijke
en verbindende rol…
Een hond, vier keer groter dan Daan, komt mij tegemoet
rennen, op vijftig meter afstand gevolgd door een fietsend baasje. Baasje
steekt zijn rechterarm opzichtig uit. De hond kijkt om, kijkt nog een keer om.
De arm blijft nadrukkelijk wijzen, waarop het slimme dier de Uiterwaard in
rent, gevolgd door zijn baas.
Terug naar Perenbomen: Het spel, door Gerson ‘zwart’
genoemd, waarbij de belangrijkste regel is dat ze hun ogen niet mogen opendoen,
speelt ongeweten een cruciale rol in het leven van de broers. Vanaf de tweede
rij zien we het gebeuren.
Hilarisch, vier doodsaaie keukenstoelen veranderen in
een geloofwaardige auto! We zagen hen door het landschap gaan, waarbij Daan
steevast zijn zitplaatsje bij Gerson op schoot moest veroveren. Een toeristische
omweg, langs bloeiende perenbomen, naar oma en opa, leidde een dramatische
wending in.
Nadat Gerson riep: “Ik ben af,” werd het pikdonker in
het theater en bleef het een aantal ademloze seconden muisstil, waarna een
bevrijdend applaus losbarstte.
Wandelend door de nacht spraken we na, in de bus spraken
we na en later thuis, spraken we nog steeds na. Dat je twee weken in coma bent
en dan vraagt hoe lang je hebt geslapen, het blijft Niek verbazen.
Ik zeg het niet vaak, maar in dit geval…: Ga dat zien!
Toevallig las ik vandaag ook een positieve krantenrecensie over deze voorstelling. Daar wordt een mens toch wel nieuwsgierig van, al zijn er (nog) geen excuuskleinkinderen
BeantwoordenVerwijderen