Bij de start van mijn hardlooprondje is er nog niet veel daglicht en de
bewolking maakt het extra donker. Het goede bericht is dat dit de voorlopig
donkerste start van mijn hardlooprondje is; morgen, om drie uur in de nacht,
gaat de klok een uur terug.
Wat zit daar in de berm?
Ik ren over de Waalbandijk. Voor mij zit een
klein figuurtje. Stijf zwart. Terwijl ik het nader komt er beweging in. Zoals het
nu voor mij uit loopt, wankelend van de ene op de andere poot, lijkt het een
kraai. Of…? Nee, toch geen kraai, het is een kat. Het dier zet het op een holletje,
krijgt het kennelijk benauwd vanwege mijn komst. Het vlucht.
Over vluchten gesproken. Het zong al een
poosje rond dat de gemeente een locatie zoekt voor een asielzoekerscentrum (azc).
Ik zag twee geschikte terreinen. Beiden aan de Hommelstraat gelegen. In mijn
fantasie rende ik al een paar keer langs een nieuw ingericht centrum tegenover
het boerderijtje van Marie. Dat lijkt mij namelijk de beste van de twee, vooral
ook omdat zo’n tweehonderd meter daarvandaan een vestiging van Van Cranenbroek te verwachten is. Bij
deze winkel kun je terecht voor een fiets, tuinmeubelen en gereedschap,
speelgoed, sportkleding, dierenvoeding, enzovoorts. Dat geeft meer reuring dan
tuincentrum Bull, die plaats wil maken voor deze nieuwe superwinkel. Er heerst
grote bezorgdheid. Omwonenden maken zich ongerust over verkeersoverlast en
ondernemers over verlies aan omzet.
Marie is een van de naaste buren van deze
nieuwe vestiging. De laatste keer dat ik haar sprak, wilde zij weten wat ik
ervan vond, van de komst van die reuze grote winkel. Ik heb haar toen maar niet
verteld over mijn azc-fantasie. Want in mijn verbeelding is er straks veel te
beleven, in de Hommelstraat. Wellicht zijn er veel hardlopers onder asielzoekers.
Zij kunnen hun outfit in de directe omgeving aanschaffen, wat wel zo
gemakkelijk is. Maar misschien is mijn tweede optie toch beter. Dat is namelijk
het maïsveld van Thé, dat halverwege de Hommelstraat ligt (toevallig is de maïs
onlangs geoogst, zag ik, toen ik daar net aan voorbij rende.) Als er een azc op
zijn land komt, zal het verhuren daarvan meer geld in het laadje brengen dan
maïs, rogge of gerst, wed ik.
De Hommelstraat was waarschijnlijk geen optie
voor het gemeentebestuur. Mijn gedachtespinsels kunnen de prullenmand in, want
een paar dagen geleden is bekend gemaakt dat er een asielcentrum voor
driehonderd vluchtelingen aan het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers aangeboden
is. In de visie van de gemeente moet dat bij het bedrijventerrein komen, in de
Hoge en Lage Woerd. Samen met deze bekendmaking stonden ook de eerste negatieve
reacties van sporadische omwonenden in de krant: hoe vinden verslaggevers deze
tegenstemmers?, was het eerste dat ik bij het lezen van deze berichten dacht.
Persoonlijk heb ik helemaal niets tegen de
komst van een azc. De treurig stemmende stroom vluchtelingen is overtuigend
genoeg. Waar ik wel tegenop zie, dat zijn toestanden zoals in Steenbergen. Maar
er zijn ook hoopvol stemmende reacties op hulp aan vluchtelingen. Bijvoorbeeld in
de persoon van Hanneke Groenteman, die op het einde van haar laatste optreden
in ‘Sterren op het doek’, geëmotioneerd
betoogde dat wij op onze beurt de vluchtelingen moeten helpen, zoals zij, als ondergedoken
Joods kind, tijdens de Tweede Wereldoorlog geholpen is (en wij, Nederlanders, door
bijvoorbeeld Canadese jongens, die notabene hun leven voor onze bevrijding gaven.)
De kat loopt gevaar overreden te worden door
een aanstormende wielrijder. Net op tijd verlaat zij het asfalt, kruipt bij de
brievenbus onder de afrastering door en dribbelt met triomfantelijk geheven
staart, via het voetpaadje het dijktalud af naar de redding biedende fruitbomen
voor het boerderijtje van de familie Engelen.
Ik ren verder en laat me opnieuw wegzakken in
fantasieën. Wat kun je anders doen terwijl je hard loopt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten