vrijdag 21 november 2014

Uitgewoond

Waar ik was of wat ik deed herinner ik mij niet. Vanwege kerstavond ligt het voor de hand dat ik bij Riky thuis, toen nog mijn verloofde, aan de huiskamertafel zat en ademloos naar de televisie keek toen ons en de wereld, het eerste kleurenbeeld van onze aarde werd getoond. Een spectaculaire aardopkomst in plaats van een ‘ordinaire’ zon- of maanopgang. Adembenemend mooi, deze dagkant van onze dierbare, blauwe stuiterbal. Helverlicht en sterk contrasterend met de grijze horizon van de maan op de voorgrond, die daardoor extra saai oogde. Op 24 december 1968 maakte William Anders zijn wereldberoemde foto die zich aan mijn netvlies hechtte om nooit meer los te laten. Nou ja, dat moet je maar niet al te letterlijk nemen, wat ik bedoel is dat ik weinig hoef te doen om dat plaatje van onze planeet, tegen de achtergrond van de inktzwarte ruimtelijke duisternis, op te roepen.
         Het is misschien vanwege de blauwe winterhemel dat ik daaraan denk, terwijl ik hier over de Waalbandijk ren, weer op weg naar huis, recht tegen de koude oostenwind in die mijn ogen doet tranen. Een effect dat nog versterkt wordt door het licht van de opkomende zon.
         Toch zijn er veel mensen die onze aarde voorgoed willen verlaten. Een paar maanden geleden was het regelmatig in het nieuws. Een paar Nederlanders kwamen door de eerste selectieronde als deelnemers voor het Mars One-project. Vanwege de enorme kosten van het project moet het een enkelvoudige reis worden. Dus niet ‘daarheen en weer terug’, zoals Tolkien als werktitel gebruikte voor zijn ‘De Hobbit’, geen spannende reis met een goed - maar een reis zonder einde. Een vaarwel voor altijd. Toch zijn er meer dan tweehonderdduizend mensen die zich hebben aangemeld.
         Het doel is een kolonie op Mars vestigen. Teams van vier mensen worden de komende jaren opgeleid om dat kunstje te klaren. Er is daar niets. Alles moet in een baan om de aarde worden gebracht, en vandaar af naar Mars getransporteerd.
         Onze aarde dreigt overbevolkt te raken. Daarom moeten we naarstig op zoek naar een nieuwe bewoonbare planeet. En als we die niet vinden, moeten we er een creëren. Dat is de achterliggende gedachte. Het klinkt alsof jouw huis is uitgewoond, dus ga je op zoek naar een ander. Stel dat het lukt, hoewel de kans daarop klein is – deskundigen geven het project slechts twintig procent of minder kans van slagen –, dan zal de druk van de wereldbevolking niet verminderen. Zelfs niet als alle mensen die met de Mars One mee willen daadwerkelijk daarheen gaan (en niet terug komen).
         Op zichzelf vind ik het wel een goed plan, om vervangende woonruimte te vinden voor het geval dat. Maar de eerste stap moet volgens mij toch wel zijn het oplossen van onze problemen op deze fantastische planeet. We moeten deze narigheid niet langer voor ons uit schuiven en voor de oplossing daarvan zoveel mogelijk middelen vrijmaken. De miljarden die voor het project Mars One nodig zijn, zouden een mooi opstapje zijn.
         O, ik weet ook wel dat Mars One een Nederlandse stichting is en derhalve een particulier initiatief, dat door andere geïnteresseerde particulieren en bedrijven over de hele wereld gefinancierd wordt. Iedereen mag zelf weten waar hij zich het liefst mee bezig houdt of waar hij zijn geld aan spendeert. Maar is het evengoed geen beter idee om mensen wereldwijd te interesseren voor het opknappen van onze goeie oude aarde? Daar moeten toch ook leuke en spannende projecten voor te verzinnen zijn?
         Terwijl ik via het ‘houtsnipperlaantje’ de dijk af ren weet ik een ding zeker: dit mooie blauwe bolletje ga ik niet vrijwillig omruilen voor een akelig leeg Mars, ondanks zijn vierentwintig kilometer hoge Olympus Mons.
        

         

Geen opmerkingen:

Een reactie posten