Ontspannen
rennend op de Hommelstraat vallen de ballonnen in vele kleuren reeds van ver
op. Zonneschijn geeft een extra feestelijk tintje aan het uitbundige
tafereeltje. Feest? Ja, er is er weer een die de leeftijd van vijftig jaren
heeft bereikt. Buurman ging haar een paar maanden geleden voor, iets dat eveneens
niemand kan zijn ontgaan (zie ‘Abraham’.)
Antoinette had het ook liever stil gehouden. Haar netwerk oordeelde echter anders.
Zij beplakten een meterslang bord met een prent van een zevental dames die hun
blote kont eerder schaamteloos aan een fotograaf toonden. En nu doen zij dat
aan ons, argeloze passanten. Een al te intieme inkijk wordt ons vanwege tangaslipjes
bespaard, dat nog wel. Deze huisvlijt zal vette voorpret hebben opgeleverd,
vermoed ik, en een ‘stichtelijke tekst’ die ongezouten de jarige citeert:
“Antoinette geeft er geen reet om.” Waar ‘er’ voor staat, dat vertelt de
uitstalling ons niet. Geeft Antoinette niets om een feestje? Vindt zij het geen
punt om de leeftijd van een Sarah te bereiken? Houdt zij niet van ontblote meidenbillen?
Wat dan ook, jij en ik zullen het nooit weten.
Vrolijke
ballonnetjes hingen ook in de hal van Karel. Dat was vanwege zijn ontslag uit
het ziekenhuis. Karel wil een encyclopedie inzien maar kan zo hoog niet reiken.
Toen ik hem daarbij hielp zag ik een bekend doosje in zijn kast. Na al die
jaren zijn ze er nog! Het simpele kartonnen, donkerblauwe kokertje, transformeerde
mij moeiteloos naar het Wadway van mijn jeugd. Een oudere buurjongen, laat ik
hem maar Arie noemen want zijn naam wil mij nog steeds niet te binnen schieten,
was in het bezit van een toverlantaarn. Daarmee kon hij plaatjes projecteren,
maar ook stroken waardoor beelden tot leven kwamen. Een voorloper van de
filmprojector. In het café van zijn ouders organiseerde Arie soms een
filmmiddag voor de kinderen uit de buurt.
Terwijl ik
over de Waalbandijk ren en verrast word door de hemelsblauwe bloemen van de
wilde cichorei – verderop, vlak voor de T-kruising met de Brugstraat, waar deze
planten vorig jaar zo welig bloeiden, je kon er jezelf gemakkelijk tussen
verstoppen, is alles gemaaid –, herinner
ik mij zo’n heerlijke middag. Arie zette stoelen klaar als in een heuse
filmzaal, de ramen werden verduisterd. Op een tafeltje stonden de lantaarn, voorzien
van een fors glazen oog, en enkele kartonnen doosjes waarin de filmstroken zijn
opgeborgen. In de pauze schonk hij glaasjes limonade, daarbij geholpen door zijn
moeder. Nu ik daaraan terugdenk zie ik mij weer zitten, samen met Ria en
Corrie, twee van mijn zusjes. Maar ook met broertjes, Nico en Jan, en kinderen
van Loos, Dijkstra en Steur, en anderen waarvan ik mij de namen niet herinner.
Bekende sprookjes kwamen in het duister schokkerig tot leven. Het Lelijk Eendje
vulde soms het hele doek, maar ook de griezelige heks met haar gemene, bevroren
grijnslach, zodat wij onze handen stijf voor onze ogen hielden! En ik hield mijn
adem in toen de reus een oog opende; zou hij Klein Duimpje betrappen?
Heel bijzonder
die filmpjes van Arie, in dat televisieloze tijdperk! Korte tijd later, voor
het kind dat ik toen nog was leek het veel later, werden de ramen in het vijfde
klaslokaal met kartonnen borden verduisterd. Een projectietafel werd tussen de
middelste twee rijen schoolbanken geplaatst en de schoolborden werden achter
een groot wit scherm verborgen. Zo maakte ik kennis met Dik Trom. Een echte bioscoopfilm
met geluid, in zwart-wit weliswaar. Dat was nog eens iets anders dan lezen of
voorgelezen worden!
Op de
terugweg valt mijn blik opnieuw op de cichorei, blauw als korenbloemen. De
laatste drie kilometers ren ik onhandig met een decoratieve ruiker afwisselend
in mijn linker en rechterhand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten