De dag
begint iets vroeger dan gebruikelijk. Het belooft de hele week heerlijk
wandelweer te worden. Zonnig en droog. Dus besloten wij om dit jaar naar de stad
te fietsen, helaas voor Breng. De
fietsenstalling beloofde een oase aan ruimte, althans volgens een kennisje die
daarvan jaarlijks gebruik maakt. Dat viel tegen. Niet te geloven hoeveel
fietsen er reeds gestald zijn voordat wij ons aandienen. Een van de bewakers
vertelt ons dat zij dit jaar vijftienhonderd extra plaatsen er bij kregen. Met zijn
hulp lukt het en we prenten ons de rijnummers in voordat we het terrein
verlaten.
Om zeven
uur dertig zijn de vijf startpoortjes voor ons, dertig-kilometer-lopers, open
gegaan. Wij dienen ons twintig minuten later aan. Er staan dan nog lange en
brede colonnes geduldig te wachten om te worden gescand. Wij voegen ons in de
dikke slang die zich langs het uitgezette kronkelpad door de stad beweegt, op
weg naar de Wlaalbrug. Op een paar punten moet worden gewacht om het overig
verkeer de kans te geven het pad van ‘het beest’ te kruisen. Steeds gaat er
applaus op als de verkeersregelaars de ‘schakelaar’ omzetten en de meute weer
in beweging komt.
Stadsbewoners
die achterblijven, waaronder heel veel studenten, moedigen de wandelaars aan.
Dat doen zij vermoedelijk al vanaf de start van de vijftig-kilometer-lopers,
ruim vier uur eerder. Zij applaudisseren met onverminderd enthousiasme en
wensen ons veel succes. Een aantal van hen gebruikte ondertussen heel veel
alcoholische drankjes. Sommigen zijn zelfs nog bezig hun peil aan te vullen.
Een jonge vrouw probeert tijdens het zingen te dansen. Wij veronderstellen dat
zij naast alcohol tevens partydrugs gebruikte. Voor zichzelf zet zij een
geslaagde prestatie neer, op ons komt het echter tamelijk chaotisch over. Maar
dat geeft niks, het gaat om de bedoeling. Dat geldt ook voor enkele jonge
mannen. Zij zingen ons toe met het schone lied ‘You’ll never walk alone’. Bij
de presentatie maken zij brede armgebaren, en ook aan het volume dat zij nog op
weten te brengen ligt het niet dat wij hun zang niet woordelijk verstaan. Het
klinkt in onze oren als WHAHAAAALWAHAAHAOUW. Wij op onze beurt juichen hen toe.
Op de
heuvel van het Hunnerpark, vlak voor de brugopgang, zijn ook verschillende
groepjes uitzwaaiers nog actief, slechts enkelen van hen proberen hun roes met
slaap te neutraliseren. Zo te zien stoort de geweldige drukte om hen heen hen
daarbij in het geheel niet...
We drinken
koffie op onze gebruikelijke stek vlak voor Ressen. Omgekeerde fruitkisten
dienen ons tot zitplaats. Het geeft enig comfort. Twee dames zijn druk met hun
telefoontje. Een van hen lukt het niet een berichtje van twee nichtjes te
lezen. Haar vriendin leest het haar, en ons, graag voor. Ik wijs hen waar wij
ons op de route bevinden zodat zij haar thuisfront kan informeren.
Een van de
dames logeert, niet voor de eerste maal, bij het Sanadome in Nijmegen. Daar
wordt zij tiptop verzorgt. Ook onderweg op de routes zijn er rustplaatsen
ingericht waar zij een vipbehandeling zal krijgen. Voor haar vriendin heeft zij
het polsbandje van het vorige jaar bewaard. Zij maakt zich wel een beetje
ongerust of dat zal lukken, “Want zij zijn streng!”, vertrouwt zij mij toe.
Natuurlijk ben ik supernieuwsgierig naar haar rekening. Met enige schroom
vertelt zij dat zij meer dan duizend euro voor vijf dagen full pension moet
afrekenen: “Maar dan mag ik ook onbegrensd gebruik maken van de sauna!”, merkt
zij relativerend op.
De warmte
neemt gestadig toe. We genieten volop. Wat een feest! Gaandeweg horen wij vaker
sirenes van hulpdiensten en worden we geconfronteerd met wandelaars die zo te
zien helaas moeten uitvallen. Bij een van hen, een militair, knipt een
ambulanceverpleegkundige uit voorzorg het polsbandje weg.
Vanavond
zetten we de wekker een kwartiertje vroeger.
O ja, we
vonden onze fiets gemakkelijk terug!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten