Met een been op het
terras – even voelen of ik mijn regenjasje aan zal doen – hoor ik binnen onze
logé miepen, een in hoogte veranderend staccato piepgeluid dat onze
kleindochter Sofie perfect kan imiteren, soms zelfs tot vervelens toe en dat
geldt voor zowel Snuf als voor Sofie! Snuf laat mij op deze manier weten dat
hij ook wakker is. Het vocabulaire van cavia’s is beperkt, evengoed versta ik Snuf
zodat ik weet dat hij voorlopig met een worteltje tevreden is. Het motregent; toch
maar een regenjasje.
Langs de Waalbandijk
rennend zie ik dat de herfstmunt nog steeds uitbundig bloeit. Een tak van het weinig
opvallende kruid dat ik hier plukte heeft het meer dan veertien dagen in de
vaas volgehouden. Het grappige is dat er in het veldboeket, door een Duitse
dame liefdevol samengesteld uit langs de Moezel bloeiende wilde planten en bloemen,
verschillende soorten munt zaten waaronder herfstmunt. Daardoor kwamen wij
overigens niet in haar prieeltje terecht, dat had een heel andere reden.
Het was prachtig
wandelweer, vorige week dinsdag. We logeerden in een pittoresk pension in een
klein plaatsje aan de Moezel en besloten om op deze voor ons gedenkwaardige dag
naar het ons bekende plaatsje Ediger-Eller te wandelen. We wisten uit ervaring
dat je daar, in een van de gelegenheden aan de Moezelboulevard, verzekerd bent
van koffie met gebak. Dat is namelijk een vast ingrediënt op iedere zesentwintigste
juli, koffie met gebak. Om onze samenzijnsverjaardag te vieren. De vijftigste
alweer. Dit jaar vierden we onze Gouden Samenzijnsverjaardag!
Voor het ontbijt had
ik al een kilometer of tien hardgelopen zodat het niet moeilijk was om een
lekker loom wandeltempo aan te houden, passend bij de omgeving en bij ons
gevoel: je wilt niet volledig bezweet zijn als je een feestelijke kop koffie
met gebak gaat nuttigen en als je vijftig jaar samen bent schrijd je. Tijdens
het wandelen vertoefden we samen bij voorgaande edities en natuurlijk bij de
allereerste dag van ons samenzijn – toen we nog niet wisten dat er achttien en
een kwart duizend van deze dagen samen zouden volgen (vandaag zijn het er
alweer zeven meer!) Wat waren we jong, op dat terras hoog boven het dal van de
Inn, vijftig jaar geleden! We zagen elkaar opnieuw staan, een beetje
verlegen met de situatie maar duidelijk onder de indruk van de ander. Af en toe
onderbreken we de wandeling om een bijzonder mooi uitzicht fotografisch vast te
leggen en voor de kleurrijke planten en bloemen natuurlijk: teunisbloemen, malva’s,
kaardenbollen en zo meer.
Intussen waren we
aanbeland bij het kampeerterrein van Ediger. Ieder dorp langs de Moezel heeft
er wel één en wat ons daarbij opvalt is dat er veel mensen zijn die er een
vaste plaats hebben. Zo ook hier. Rond veel caravans zijn terrasjes aangelegd
en in plaats van de gebruikelijke schuttingen in woonwijken worden ze hier
begrenst met plantenbakjes, haagjes of sierlijke hekjes. Toen zagen we het
prieeltje. Min of meer verscholen in het groen van sierlijke planten, vier
gemakkelijke rotanstoelen met uitnodigende kussens, op de terrastafel een fikse
vaas gevuld met een groot veldboeket. Boerenwormkruid en berenklauw vormde de
hoofdmoot en daartussen kattenstaart en munt. De bewoonster van deze
kampeerplaats kwam juist uit haar caravan met een dienblad gevuld met dampende
koffie. Of we wilden of niet, we bleven bewonderend staan. Toen kwam spontaan
bij mij op: ‘Mogen wij even in uw prieeltje zitten? En wilt u dan een foto van
ons maken?’
Natuurlijk
verontschuldigde ik mij voor mijn brutaliteit. Maar toen de dame begreep wat de
aanleiding van mijn verzoek was, verdween zij weer snel in haar caravan, nadat
zij ons uitgebreid gefeliciteerd had. Zij kwam terug met champagneglazen en een
flesje sekt!
Ik weet het zeker,
deze samenzijnsverjaardag komt in de top tien! Later zullen we zeggen: ‘Weet je
nog, die keer aan de Moezel? Was dat niet de vijftigste?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten