dinsdag 1 december 2015

Serpent

Het is al donker als ik de deur achter mij dicht wil trekken. Wat is dat?, vraagt Riky zich hardop af. Vanuit mijn ooghoek zie ik in de hal iets op de vloer liggen. Een strootje denk ik in eerste instantie en het volgende waaraan ik denk is de kerststal, aan een strootje uit het dak van de kerststal. Maar het is onzinnig dat te veronderstellen omdat het stalletje nog in ruste is, nog opgeborgen waar het ’t hele jaar, minus ongeveer twintig dagen, weggeborgen is.
Dat was gisterenavond.
Nu ren ik over de Kloosterstraat langs het huis van Rie die zo te zien al op is, want de huiskamerlamp geeft al warm licht. Ook het morgenlicht maakt iets duidelijk, namelijk dat de verwachte regen uitblijft, voorlopig dan toch. Mijn petje dat ik uit voorzorg opzette, vooral om mijn brillenglazen droog te houden, kan in mijn zak. Zo, nu kan ik de lange sliert ganzen die overtrekt ongehinderd bewonderen.
Toen ik mij bukte, gisteravond, om dat strootje op te pakken, voelde ik plotseling wat Mozes moet hebben gevoeld toen hij zijn staf, zijn speciale argument waarmee hij de Farao moest overtuigen om het volk van Israël te laten gaan, eventjes in zijn hand voelde wiebelen voor hij deze voor Farao op de grond wierp. Vervolgens, vlak voordat het hout de vloer voor Farao’s troon bereikte, veranderde Mozes' staf in een heftig kronkelend serpent. Mijn strootje wiebelde eveneens in mijn hand en ook ik wierp het ding terug op de vloer waar het in een heftig kronkelend serpent veranderde. Mijn ‘serpent’ bleek een lange regenworm en mijn speciale argument was niets meer of minder dan een flinke krachtterm vanwege mijn schrik. De pier, die waarschijnlijk door het vele regenwater uit zijn holletje was gespoeld en heil in ons droge halletje vond, liet zich niet gemakkelijk weer oppakken. Slijm en heftig kronkelen bleken stevige argumenten, maar die boden tegen een velletje wc-papier geen uitkomst.
De ganzen zijn waarschijnlijk ook op weg naar een vergaderplek. Zo te horen zijn ze het nog lang niet met elkaar eens. Evengoed zullen zij overeenstemming moeten vinden over een paar belangrijke kwesties. Blijven we hier of trekken we verder? En als we verder trekken, waar gaan we dan heen? Onze soort is ook in vergadering bijeen. Meer dan honderd wereldleiders gaven gisteren in Parijs de aftrap van de eenentwintigste Klimaattop. En evenals de ganzen boven mijn hoofd zijn ook onze afgevaardigden het op vele fronten met elkaar oneens. Er ontbreekt zelfs overeenstemming over de opwarming van de aarde als veroorzaker van de heftige weersomstandigheden.
Toen de wonderbaarlijke staf Farao’s hart niet kon vermurwen, strafte Mozes hem en zijn volk met tien plagen. Hoewel Exodus voor mij een van de spannendste hoofdstukken van de Bijbel is, moet ik zo dadelijk thuis toch even nakijken of die inderdaad bestonden uit het bederven van het drinkwater, miljarden steekmuggen, kikkers die uit de hemel vielen, hagelstormen, zwermen monsterlijke vliegen die de huizen binnendrongen, dodelijke ziekten onder het vee, zweren veroorzakende as, vraatzuchtige sprinkhanen, de zon die dagenlang niet scheen en engelen die alle eerstgeborenen lieten sterven.
Pas deze laatste ramp bracht Farao op de knieën.
De klimaatverandering, die we zelf vanwege wanbeheer tot stand hebben gebracht, veroorzaakt ook ramp na ramp. Zoals gewassen die door droogte bezwijken, stijgend zeewater dat vruchtbare grond opslokt, orkanen die dorpen vernielen, slagregens die aardverschuivingen veroorzaken, beukende hagelstenen en verwoestende onweersbuien. Wanneer is het genoeg?
Bij de Klimaattop zullen komende dagen vele argumenten naar voren worden gebracht, maar wij zullen pas volgende week weten of het lukt om één front te vormen tegen de plaag die de klimaatverandering feitelijk is.
Ging het maar over een simpele regenworm, een velletje wc-papier zou dan volstaan.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten