Niemand
koopt nog knalvuurwerk, beweert deze morgen een vette kop op de voorpagina van de Gelderlander. Maar uit het artikel
begrijp ik dat de bewering op ‘legaal knalvuurwerk’ slaat en dat er nog steeds
(knal)vuurwerk van onder de toonbank wordt gekocht – dit jaar werd alweer meer
illegaal vuurwerk in beslag genomen dan voorgaande jaren, las ik bij mijn
ontbijt, waaronder cobra’s, de ‘vuurwerkbommen’ die in Geldermalsen werden
aangewend om de stem van degenen die tegen de komst van een
vluchtelingencentrum zijn, verstaanbaar te maken.
Persoonlijk heb ik
niets tegen het afsteken van vuurwerk, om daarmee het Oud-en-Nieuwjaarsfeest
meer luister bij te zetten, bedoel ik. Over het gebruik van vuurwerk teneinde
je democratisch recht uit te oefenen kan ik kort zijn, dat is misdadig.
Het afgelopen
weekeinde stuurden vijftien medische organisaties een manifest aan de Tweede
Kamer en het kabinet waarin zij pleiten voor een verbod op consumentenvuurwerk.
Dat zien zij als enige optie om de jaarwisseling vuurwerkletselvrij te kunnen
beleven. Ik stel vast dat het de goede kant op gaat, dat de publieke opinie
over het traditioneel afsteken van vuurwerk langzaam maar zeker verandert van
massaal omhelzen naar bijna volledig afwijzen. Nogmaals, persoonlijk heb ik
niets tegen het afsteken van vuurwerk, maar een voorstander ben ik zeker niet…
Op de bovenste treden
van de bielsentrap wordt mijn gedachtegang onverhoeds gestuit door de panische
herrie van minstens honderd gillende keukenmeiden. Zo komt het even op mij
over, maar in werkelijkheid is het een koor van gakkende ganzen die mogelijk
door mij zijn gestoord bij hun bezigheden in de waterplas die zich ongeveer
halverwege tussen de dijk en de rivier bevindt. Naar schatting vliegen minstens
duizend van deze grote watervogels uit het water op, tegen de wind in zodat het
lijkt alsof zij recht de lucht in stijgen. Een groot aantal verdwijnt langzaam
in westelijke richting, anderen, tot de slotsom komend dat mijn persoontje geen
gevaar voor hen vertegenwoordigt, laten zich weer terug in het water plonzen.
Terwijl de rust geleidelijk
weerkeert, ook in mijzelf, ren ik verder over de Waalbandijk en herinner mij
het verhaal van Jack. Ik zat in de auto toen ik hem hoorde vertellen hoe hij
een cobra afstak, als ik het mij goed herinner een nummer acht. Ondanks de
weerzin van zijn moeder – “zou je dat nou wel doen, jongen?” – ging hij er toch
op uit. “Ja, wat wil je? Ik ben vijfentwintig en heb een eigen bedrijf, dus
weet ik heel goed wat ik doe!”
Om zijn vriend te laten schrikken was Jack van plan een cobra, illegaal aangeschaft natuurlijk, onder diens keukenraam te laten ontploffen. Het lontje was echter aan de korte kant. Maar het was zijn laatste. Dus. Jack vergat zijn zojuist tegen moeder geuite weerwoord! Het vuurwerk ontplofte voortijdig terwijl hij het van zich af wierp. Een fel bradende pijn in zijn rechterduim vertelde hem dat er iets niet goed was gegaan. Hij stopte zijn hand onder zijn trui en rende boordevol adrenaline naar huis waar zijn broer de deur voor hem opende. Broer trok wit weg op het zien van de met bloed doordrenkte trui. “Bel 112, het is niet goed!”
Jack ging weer naar buiten om nog een sigaret te roken. Daar raakte hij van de wereld om in een ziekenhuisbed wakker te worden. Het bleek dat hij nog maar net gered had kunnen worden vanwege het grote bloedverlies. Duim weg, eigen bedrijf weg.
Om zijn vriend te laten schrikken was Jack van plan een cobra, illegaal aangeschaft natuurlijk, onder diens keukenraam te laten ontploffen. Het lontje was echter aan de korte kant. Maar het was zijn laatste. Dus. Jack vergat zijn zojuist tegen moeder geuite weerwoord! Het vuurwerk ontplofte voortijdig terwijl hij het van zich af wierp. Een fel bradende pijn in zijn rechterduim vertelde hem dat er iets niet goed was gegaan. Hij stopte zijn hand onder zijn trui en rende boordevol adrenaline naar huis waar zijn broer de deur voor hem opende. Broer trok wit weg op het zien van de met bloed doordrenkte trui. “Bel 112, het is niet goed!”
Jack ging weer naar buiten om nog een sigaret te roken. Daar raakte hij van de wereld om in een ziekenhuisbed wakker te worden. Het bleek dat hij nog maar net gered had kunnen worden vanwege het grote bloedverlies. Duim weg, eigen bedrijf weg.
Inmiddels hebben
chirurgen Jacks wijsvinger geamputeerd en op de plaats van de duim aangehecht
zodat hij zijn hand in de toekomst weer kan gebruiken, iets wat zonder
opponerende duim immers niet goed mogelijk is.
Een
vijfentwintigjarige met een eigen bedrijf gaat onachtzaam met vuurwerk om.
Artsen die jaarlijks
met ernstige letsels worden geconfronteerd, hebben het gevoel dat zij symptomen
bestrijden. Zij hebben groot gelijk! Pak het probleem bij de bron aan; stop het
onoordeelkundig afsteken van vuurwerk, stop met die gekkigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten