Speciaal
vanwege de kalfjes van de Rode Geuzen ga ik vanaf de Hommelstraat rechtsaf de
Waalbandijk op. Tot hier gaat het goed. Ik voel wel dat mijn conditie nog lang
niet terug is, maar het voelt wel weer lekker om een beetje hard te lopen. En meer
hoeft vandaag ook niet. De zon schijnt en in het nabije Roodslag hoor ik
zangvogels die elkaar waarschuwen: let op, hier zit ik, dit stukje bos beschouw
ik als mijn territorium.
Rustig joggend speur ik de uiterwaard af. Af
en toe zie ik iemand struinen, wellicht zoals ik zoekend naar de kalfjes die in
de loop van de afgelopen week geboren zijn. Langs de boord van een zwaar met
containers beladen schip loopt een matroos. Op hetzelfde moment dat ik hem in
het oog krijg staakt hij zijn werk – zwabberen? – , haalt iets uit zijn
broekzak dat hij vervolgens tegen zijn oor drukt. Een leuke observatie maar
ondertussen heb ik nog geen koe gezien. Ik vermoed dat de kudde vanwege de
kalfjes zoveel mogelijk de beschutting van struiken en bomen heeft opgezocht.
Loes mailde mij over haar bijna ontmoeting
met grote grazers. Dat was gistermorgen tijdens haar wandeling ergens over de
Veluwe. Door afwisselend zacht en hard te loeien waarschuwden de dieren haar om
niet te dichtbij te komen. Zij en haar vriendinnen deden er beter aan om te
keren, zo lieten de koeien hen eendrachtig weten. Misschien waren zij niet
welkom omdat ook daar kalfjes waren geboren, zo vermoedt Loes. Waarschijnlijk heeft
zij gelijk; dat zij en haar vriendinnen niet welkom waren vanwege de kwetsbare
kalfjes.
Anders dan bij de runderen is onze leefgemeenschap
vooral gebaseerd op patriarchaal leiderschap. Dat zie je nog goed terug in het
gedrag van Ivo en Fred. Tot tien uur gisteravond trokken zij samen op in de
bescherming van Nederland tegen de boze buitenwereld. Een aantal keren trokken
zij daarbij alle registers open zonder zich iets aan te trekken van
internationale wet- en regelgeving. Het leken dan net twee stieren die per
abuis in de porseleinkast van onze democratie terecht waren gekomen. Zij
stonden hun mannetje! Ook de Tweede Kamer hoorde soms tot de boze buitenwereld.
Het was goed zichtbaar hoe zij zich ergerden aan de vele vragen van Kamerleden.
Dat leidt maar af, zag je Ivo denken, waarom sta ik hier mijn tijd te verdoen terwijl
er nog zoveel problemen om een oplossing vragen, er nog zoveel narigheid is dat
vraagt om stevig aanpakken en doorzetten.
Ivo en Fred struikelden over een affaire
die veertien jaar geleden afgerond leek te zijn, maar als een veenbrand ondergronds
bleef smeulen. En toen er heldere vlammetjes zichtbaar werden heeft Fred zijn
baas volledig geïnformeerd over die kwestie. Een andere optie kan ik mij niet
voorstellen – hij was immers degene die dat toenmaals heeft uitgevoerd! Vervolgens
stonden de mannen voor de vraag: Hoe vertellen wij dit onze kinderen? Wellicht
hebben zij Mark daar ook bij betrokken. De volle waarheid kon niet, hebben zij
vast gedacht. Want zou Fred staatssecretaris kunnen blijven als het volk de
volle omgang van de overeenkomst kent tussen Nederland en een van haar
criminele onderdanen? Die vraag zullen zij tijdens dat onderonsje vast
ontkennend hebben beantwoord, gezien de toestand van de toenmalige afspraak. Mark
en Ivo konden niet verder zonder Fred. Dus… wat nu?
De mannen draaiden een verklaring in
elkaar die weliswaar niet kon worden onderbouwd met feitenmateriaal, maar ach,
wie daar om maalt die is een kniesoor. Toch? (Het gaat hier immers om de VOC-mentaliteit!)
Aan dit sprookje kwam spoedig een einde.
Ik ben benieuwd naar de antwoorden op de
tweehonderd vragen die een SP-er te stellen zegt te hebben.
Bij de Waardhuizenstraat verlaat ik de
Waalbandijk weer.
De koeien en hun kalfjes heb ik niet
gezien. Een andere keer misschien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten