Milieudefensie nodigde mij uit om deel te nemen aan een
project dat moet leiden tot de aankoop van een windmolen. Gister, aan de
vooravond van de laatste dag van de klimaattop in Lima, heb ik mij ingeschreven
voor drie zogenoemde Winddelen (een Winddeel is een stukje van een windmolen.)
Die geven het recht op ongeveer vijftienhonderd kilowattuur per jaar. Dat is zowat
tweederde van ons gemiddelde gebruik, dat al beduidend lager is vanwege de
zonnecollectoren op ons dak (die dingen zetten het licht van de zon om in heet
water dat vervolgens wordt opgeslagen in een boiler. Voor douche en tapwater is
op die manier veel minder stroom en gas nodig.)
Terwijl ik de Hommelstraat af ren,
daarbij geholpen door de onstuimige wind uit het zuidwesten, kan ik al een
beetje ervaren hoe de rotorbladen van de windmolen onder deze omstandigheden zullen
rondtollen en zodoende elektriciteit voor ons opwekken. Ik was veel te laat
voor de Vier Winden waarvan de
Winddelen, ruim vijfenvijftighonderd, binnen twee dagen waren uitgegeven.
Evengoed heb ik mij er nog niet geheel in verdiept. Zo weet ik bijvoorbeeld
niet of deze nieuw te bouwen molen zal worden opgebouwd uit herwinbare
grondstoffen, hoewel ik aanneem dat zoiets bij Milieudefensie wel goed zit. Toch? Ook vraag ik mij af hoe het zit
met het onderhoud. Wij worden immers mede-eigenaren en dus ook
medeverantwoordelijk voor veiligheid en een ongestoord productieproces. Nou ja,
de doe-het-zelver in mij hoeft natuurlijk niets te doen. Niet te poetsen,
schilderen of smeren en bij een storing zal ik geen oproep krijgen. En dat is
maar goed ook want die molen staat misschien in Burgerbrug, in Culemborg of in
Meedhuizen (bij Delfzijl).
Plotseling krijg ik een enorme opdoffer
vanuit links. Ik passeerde zojuist voor de tweede keer de Tacitusbrug, op weg
naar huis en ben even niet bedacht op de wind die hier weer vrij spel krijgt. Of
ik wil of niet, ik verlies mijn evenwicht en beland in de berm waar ik uitglijd
in de natte slib. De wind bindt een ogenblik in waardoor ik mijn balans hervind
en voorkom dat ik zomaar van het dijktalud af rol. Ook al ben ik hier alleen,
door het natte gras rollen zou al te lachwekkend zijn.
Het is nog maar zeer de vraag of de
klimaattop in Lima lukt, ook al zijn de twee grootste vervuilers van onze
aarde, Amerika en China, met elkaar overeengekomen om hun uitstoot aan
broeikasgassen aan banden te leggen. Mijn conclusie is derhalve dat wij, als privépersonen,
niet moeten wachten op onze regeringsleiders die al bijna dertig jaar met
elkaar over dit probleem bakkeleien, maar zelf verantwoording nemen voor het
welzijn van onze leefomgeving.
Bij voorkeur zou ik gaan voor
zonne-energie. Immers, terwijl er veel windstille dagen zijn, schijnt de zon
iedere dag. Vorig jaar, vanwege het vervangen van onze zonnecollectoren, heb ik
serieus nagedacht over de vraag of ik niet beter kon overgaan op zonnepanelen. Nu
ik eerder deze week over het succes van Australische wetenschappers las, ben ik
blij dat ik niet voor zonnepanelen koos. Het is deze specialisten gelukt om een
superefficiënte techniek te ontwikkelen met zonnecellen die bestaan uit vier
kleinere cellen die ieder een specifiek deel van het zonlicht verwerken. Daarmee
kunnen zij het rendement flink opschroeven.
Waarvoor je ook kiest, je weet aanvankelijk
nooit zeker of je het goed doet. Neem de bestuurders van het Duitse plaatsje
Kirkel. Zij besloten een nieuwe brandweerkazerne te laten bouwen. Daar hadden
zij 2,6 miljoen euro voor over. De nieuwe kazerne is weken geleden opgeleverd. Maar
wat blijkt? Hij is niet toegankelijk voor auto’s!
De moraal: achteraf zal blijken of ik
de juiste keuze maakte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten