Deze spaarzame bloemen geven op een herfstdag
als vandaag een optimistisch stemmend gevoel. Net zoals de berichten over de
toekenning van subsidies door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO). De Gelderlander
stond er vandaag vol mee. Mij viel vooral het bericht op over zelfhelende
materialen. Ik ben vooral verwonderd over het feit dat een onderzoeker op zo’n
idee komt! We leren allemaal al heel vroeg in ons leven dat een snee in je
vinger eventjes bloedt en dan in sneltreinvaart heelt. Helemaal uit zichzelf.
Daar hoeven we niets aan te doen en we staan er ook niet bij stil. Dat materialen
waarmee wij alle dagen omgang hebben, zichzelf bij schade niet kunnen helen, ook
daar zijn we niet verbaasd over. Je moet blijkbaar wetenschapper zijn om je af
te vragen waarom dat is. En hoe aan materialen kan worden geleerd hetzelfde
kunstje te vertonen als ons velletje moeiteloos gedurende vele eeuwen doet. Wetenschappers
in Nijmegen, Groningen en Eindhoven denken dat zij zulke materialen kunnen
maken. Halleluja!
Kijk, daar wordt ik nou vrolijk van.
Ik stel mij voor dat de zolen van mijn hardloopschoenen zichzelf herstellen van kleine slijtplekjes die zij hier op het asfalt en de grove stenen van de
Uiterwaard oplopen, terwijl zij bij mij in de meterkast een volgend rondje
afwachten. Of neem de banden
van mijn auto. Nooit meer een klapband!
Nu moet ik toegeven dat ik persoonlijk niet zoveel ervaring heb met klapbanden. Het is me één keer overkomen in Lent, toen nog een zelfstandig dorp. Ik prees mij gelukkig dat ik binnen een vijftig-kilometer-zone reed, want zelfs in die betrekkelijk lage snelheid kon ik mijn kevertje maar met moeite in het gareel houden. Toch zijn mijn autobanden misschien geen goed voorbeeld. Immers al vele jaren sluiten spijkergaten in een band zichzelf, dus ook lekke banden komen niet vaak voor.
Nu moet ik toegeven dat ik persoonlijk niet zoveel ervaring heb met klapbanden. Het is me één keer overkomen in Lent, toen nog een zelfstandig dorp. Ik prees mij gelukkig dat ik binnen een vijftig-kilometer-zone reed, want zelfs in die betrekkelijk lage snelheid kon ik mijn kevertje maar met moeite in het gareel houden. Toch zijn mijn autobanden misschien geen goed voorbeeld. Immers al vele jaren sluiten spijkergaten in een band zichzelf, dus ook lekke banden komen niet vaak voor.
Een
klapband terwijl je op de fiets zit, kan ook knap lastig zijn. Het overkwam mij
een keer terwijl ik mijn meisje achterop had. Het zal in 1968 zijn
geweest... Wij logeren bij mijn ouders in Wadway. Ik slaap bij mijn broers op de
kamer en Riky bij mijn zusjes, maar dat terzijde. We zijn uitgenodigd bij Annie
en Jan in Opmeer. We besluiten met de fiets te gaan, die van mijn moeder meen
ik. De banden zijn veel te zacht zodat ik eerst met de fietspomp aan de slag ga.
“Doe je er niet te veel lucht in?” “Nee,” mompel ik zwetend, en ik duw de stang
nog eens fiks neer, “op harde banden fietst het lichter!” We stappen op,
onwennig nog maar allengs gaat het beter. Onderweg wijs ik Riky op de vele
plekjes waar ik als kind kwam of speelde. We rijden al op ‘t Wuiver als er
plotseling een scherpe knal klinkt. De schrikgil van Riky komt tegelijk met scherp
gesis. De band loopt nagenoeg in een keer leeg zodat we enkele tientallen
centimeters op de velgen voortgaan. We staan even ontdaan naar de platte
achterband te kijken. Riky wrijft over een pijnlijk plekje op haar kuit waar
zij de volle lading incasseerde, terwijl ik haar verongelijkt hoor denken: Ik
waarschuwde je toch!
Als de wetenschappers slagen vormt
een te hard opgepompte fietsband niet langer een probleem. Die ontdoet zichzelf
van overtollige lucht, zonder daar bij na te denken!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten