Bij Vriesveem Balmerd BV rijden kort na
elkaar twee kanjers van vrachtwagens binnen. Ook al is de bocht naar het
bedrijfsterrein ruim, ik heb ontzag voor uitzwaaiende aanhangers zodat ik hier een
stukje berm neem. Eenmaal voorbij de Van Heemstraweg denk ik aan de
interessante brochure Het Nieuwe Afrika.
Misschien niet zo gek gezien ik gisterenavond laat een collega gedag zei die
morgen vertrekt voor een rondreis door Zuid-Afrika. Het Nieuwe Afrika is een
eenmalige uitgave van de Netherlands-African Business Council en het
Afrika-Studiecentrum. Dit drukwerkje staat vol met columns en opiniƫrende bijdragen
van BN-ers en deskundigen zoals Renske de Greef, Adriaan van Dis, Ben Knapen,
Simon Anholt en vele anderen. Zij schetsen samen een positiever beeld van
Afrika dan de gemiddelde niet-Afrikaan van dat continent heeft.
Terwijl
ik over de Hommelstraat ren bedenk ik dat heersende beelden over een land of
volk vaak gebaseerd zijn op gebeurtenissen in een ver verleden. Meestal al lang
achterhaald door de tijd. Toch blijven die opvattingen bestaan. Zo zijn veel
toeristen die ons land bezoeken zwaar teleurgesteld dat wij niet langer op klompen
lopen, dat zij naar het Nederlands
Openluchtmuseum moeten om dat
fenomeen te kunnen aanschouwen. Nu is dit een onschuldig voorbeeld. Een
heersende opinie kan de ontwikkeling van een land echter behoorlijk in de weg
zitten. Zo blijken veel bedrijven niet bereid zaken te doen met landen in
Afrika vanwege de vermeende corruptie. Maar Afrika bestaat uit vierenvijftig
landen en die zijn allemaal anders, zo betoogt Simon Anholt. Hij helpt
regeringen die het imago van hun land willen verbeteren.
Bovenaan
de Hommelstraat, bij de opgang naar de dijk, ligt een prachtige walnoot. Als
die er op de terugweg nog ligt pak ik hem op, zo neem ik mij voor. Helaas
bevestig ik daarmee het beeld dat Nederlanders zuinig zijn. Natuurlijk kan ik walnoten
in de winkel kopen. Simpel. Toch smaakt een vrucht anders als je weet door
welke boom die werd voortgebracht. En er gaat niets boven een appeltje direct
van de boom, maar dat terzijde.
Met
mijn blik op de drukbevaren Waal vraag ik mij af hoe het met mijn beeld van
Afrika is gesteld. Ik denk nooit aan dat werelddeel als aan een verzameling afzonderlijke
landen, ieder met een eigen coleur locale. Op de lagere school leerde ik Afrika
kennen als een donker en geheimzinnig continent vol gevaarlijke dieren en negertjes.
Extreem arm, onderontwikkeld, onbeschaafd en nog voedsel verzamelend zoals onze
verre voorouders deden. Daarover vertelden mijn onderwijzers, de kapelaan en de
paters die vanuit dat verre ‘Zwarte Land’ soms onze school een bezoek brachten.
Ik wist: onze missionarissen bezorgen ‘de Zwartjes’ beschaving. O ja, onze
paters en broeders probeerden ook de armoede te bestrijden: zij moedigden ons
aan zilverpapier te sparen. Dat vond ik logisch want de negertjes waren gek op
spiegeltjes, dat wist ik uit de spannende verhalen van Kuifje en Sjors en
Sjimmie. Mijn beeld van Afrika is in de loop van de jaren natuurlijk veranderd.
Maar vanwege Apartheid, HIV, honger, corruptie en vele burgeroorlogen werd het
niet echt positiever.
Op de
terugweg herinner ik mij een grappig voorval: familieleden vroegen ons na hun
reis door de Filippijnen wie dat was, ‘dat jongetje dat met zijn vinger Nederland
voor overstroming behoedde.’ Naar de opinie van een Filippino betrof dit de
beroemdste van alle Nederlanders. Wij moesten diep graven naar het antwoord: Hansje
Brinker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten