Voor mijn broers en zussen zijn er voor het moment geen
Amerikaanse verkiezingen want zij rennen hier allemaal met mij mee. Ook degenen
die niet meer onder ons zijn, onze jongere broer Nico en oudste zus Ina die tevens
de eerstgeborene was. Dat is vanwege een bijzondere gebeurtenis die
gistermorgen rond tien uur plaats heeft gevonden. Ongeveer op dat tijdstip
bereikten wij, de veertien kinderen van vader en moeder Dekker die nog in leven
zijn, de gezamenlijke leeftijd van duizend jaar. Daar hebben we gemiddeld eenenzeventig
jaar en iets meer dan vijf maanden over gedaan. Annie had er op een week na
tachtig jaar voor nodig om dit punt te bereiken, Willem deed het als jongste
broer sneller: tweeënzestig jaar en tien dagen om precies te zijn.
... die schattige foto met Annie en haar jongste zus en broer... |
Vaak werd gevraagd hoe het was om met zestien kinderen samen
te wonen ‘in dat kleine huisje aan ’t Laantje’, en werd het veronderstelde antwoord
er meestal automatisch aan toegevoegd: best gezellig zeker? En vaak beaamde ik
dat. Want ja, je had bijna altijd iemand om mee te spelen, je hoefde niet
alleen te gaan schaatsen en klusjes in en rond het huis deed je meestal samen
met een broer of zus. Veel van die gezellige momenten dringen zich weer aan mij
op, zoals met z’n allen om de keukentafel erwten en bonen lezen waarvan de
opbrengst bestemd werd voor de aankoop van sinterklaascadeautjes – maar dat
wisten de meesten van ons toen niet. En terwijl de ‘goede’ peulvruchten ritselend
in potten en pannen op onze schoot werden geschoven luisterden we samen naar
een hoorspel op de distributieradio, zongen we mee met de liedjes van de
familie Doorsnee en poften ondertussen tuinbonen op de gloeiendhete kachelplaat.
En toen de eersten van ons in het huwelijk traden maakten we samen de versierselen, zoals corsages en feestmutsen van felgekleurd crêpepapier, zetten we voordrachten in elkaar en bereidden we de maaltijden voor: zo schilden mijn broer Jan en ik geregeld de piepers voor zo’n feestmaaltijd, hele wasteilen vol! Ja, er kleefden ook nadelen aan samenwonen met zo veel mensen onder een dak. Als je bijvoorbeeld een keer alleen wilde zijn, kon dat niet binnenshuis, of je moest genoegen nemen met de wc (maar als je vergat de deur met het haakje te vergrendelen kreeg je geheid gezelschap van een ander met hoge nood!) Het gebeurde in latere jaren ook geregeld dat je over een vrijend paartje struikelde dat intimiteit zocht op de trap of tussen de jassen aan de kapstok.
En toen de eersten van ons in het huwelijk traden maakten we samen de versierselen, zoals corsages en feestmutsen van felgekleurd crêpepapier, zetten we voordrachten in elkaar en bereidden we de maaltijden voor: zo schilden mijn broer Jan en ik geregeld de piepers voor zo’n feestmaaltijd, hele wasteilen vol! Ja, er kleefden ook nadelen aan samenwonen met zo veel mensen onder een dak. Als je bijvoorbeeld een keer alleen wilde zijn, kon dat niet binnenshuis, of je moest genoegen nemen met de wc (maar als je vergat de deur met het haakje te vergrendelen kreeg je geheid gezelschap van een ander met hoge nood!) Het gebeurde in latere jaren ook geregeld dat je over een vrijend paartje struikelde dat intimiteit zocht op de trap of tussen de jassen aan de kapstok.
Zondag kwamen we bijeen bij mijn jongste broer in
Julianadorp. Het leek voor een paar uurtjes als vanouds: de huiskamer puilde
uit en ook in de keuken stond geregeld een groepje in steeds wisselende
samenstelling. De koppen moesten dicht bijeen om elkaar goed te verstaan! Ook
dat herinnerde aan vroeger. Er was ook nieuws, hoewel meer dan zestig jaar oud
kreeg ik het voor het eerst onder ogen: die schattige foto met Annie en haar
jongste zus en broer, gemaakt tijdens de kermis in Wadway.
Onze pa en moe zouden trots zijn geweest: het Noordhollands
Dagblad kopte gisteren ‘Millennium-feest
voor De Dekkertjes’, en een andere krant ‘Broers en zussen leven samen al millennium’.
Zestien kinderen. Dat was niet eens heel bijzonder in die
tijd: samen hadden mijn vader en zeven van zijn broers en zussen achtentachtig
kinderen. Zestien, dat waren er maar vijf meer dan het gemiddelde in het gezin
van opa en opoe Dekker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten