vrijdag 18 november 2016

Marteling

Workshops tijdens een open dag en een feest, de Pompekliniek viert deze weken haar vijftigjarige bestaan in Nijmegen. Van verschillende kanten werd ik erover geïnformeerd, maar teleurstellend genoeg vond ik op mijn deurmat geen uitnodiging. Terwijl ik over de Waalbandijk ren en de eerste voorzichtige zonnestralen via de gescheurde bewolking mijn rug verwarmen, beland ik door een gat in de tijd op de Weg door Jonkerbos. Moeiteloos. Daar heb ik geen transponder voor nodig, noch een captain Kirk die zijn chief engineer, Montgomery Scott, verzoekt: ‘Beam me up, Scotty!’
Het is tijdens de laatste dagen van 1966, het kunnen ook de eerste van 1967 zijn. Het is zondag. We wandelen over de Weg door Jonkerbos Het gebouw met-de-opvallend-grote-ramen is nog niet helemaal afgebouwd – het eerste in het verder nog ongeschonden Jonkerbos, waarvan later nog vele bomen worden gekapt om ruimte te bieden aan het Canisius-Wilhelminaziekenhuis, Sanadome en Pro Persona (GGz). Het bouw-informatiebord meldt dat hier de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek wordt gerealiseerd.
Riky herinnert zich dat het veel in het nieuws is geweest en dat bewoners van een nabije nieuwbouwwijk aan de Opaalstraat, zich fel uitspraken tegen de komst van deze nieuwe kliniek. De naam, Pompekliniek, liet bij mij een belletje rinkelen: Daar wil ik werken! Riky kijkt mij met een vragende blik aan. Ik vertel haar over de televisie-uitzending die ik bij ons thuis zag. Ik weet nog goed, omdat ik toen in Medemblik woonde en we nog niet lang over televisie beschikten, dat de uitzending op een vrijdagavond was. Een professor – toen ik hem later in de kliniek ontmoette wist ik weer dat het de forensisch psychiater Simon van der Kwast was – vertelde over de verpleging van mannen die via de rechter tbr (ter beschikkingstelling van de regering, tegenwoordig tbs) opgelegd hadden gekregen. Met die mannen was iets, zij misten iets. Zij hadden geen geweten ontwikkeld en konden niet meevoelen met anderen. Daardoor waren zij in aanvaring gekomen met justitie. Kortgezegd kwam het verhaal van de professor hierop neer: in deze nieuwe kliniek kunnen de tbs-gestelden over al hun problemen praten en via gedragsverandering weer een normaal leven leiden. Dat leek mij machtig interessant en aantrekkelijk bovendien, dat je over al je problemen kunt praten bedoel ik. Want die had ik ook, problemen, hoewel ik die toen nog niet helder kon benoemen, en dat het om psychisch gestoorde delinquenten ging, dat had ik toen ook niet in de gaten.
...de eerste voorzichtige zonnestralen...
Een paar jaar nadien, ik woonde en werkte bijna een jaar in Nijmegen, herinnerde een advertentie me weer aan mijn wens om in deze kliniek werk te vinden. Ik had hem niet zelf gezien, die personeelsadvertentie, maar van horen zeggen en wist niet eens om wat voor werk het precies ging. Kortom, ik ging solliciteren. Het schrijven van een sollicitatiebrief was een nieuwe ervaring en een ware marteling. Mijn spelling was in die dagen namelijk een drama. Maar gelukkig, ploeterend aan de woonkamertafel bij haar thuis aan het Potgieterplein, wist ik Riky naast me. Zij kon mijn fouten verbeteren zodat de vierde of vijfde brief foutloos bleek.
Na de bouwvakvakantie van 1968 liep ik voor de eerste keer over de ‘Zeedijk’, de lange brede gang met de grote ramen, die van de toenmalige portiersloge naar de kapel voerde en vandaar naar onder meer de onderhoudswerkplaats. Vol verwachting wandelde ik over de gewassen-grind-vloer, nog in het ongewisse van de komst van onze twee kinderen en dat zij in deze kapel gedoopt zullen worden, wij een dienstwoning aan de Weg door Jonkerbos gaan betrekken en dat ik vlak na de geboorte van Jesse als sociotherapeut zal worden aangesteld.
Ruim twaalf jaar toog ik bijna dagelijks naar de Pompekliniek.
Mijn teleurstelling over het uitblijven van een uitnodiging is vervlogen nu ik begrijp dat buiten directbetrokkenen ook gepensioneerden werden uitgenodigd. Logisch, vind ik!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten