Op het moment dat ik de
kerktoren van Winssen passeer, een overblijfsel van de middeleeuwse parochiekerk,
slaat de klok één keer alsof we dat zo hebben afgesproken. Zoals steeds als ik langs
de toren ren is het halfnegen. Waarschijnlijk heeft Willem van Ghent deze torenklok ook heel vaak halfnegen horen slaan. Misschien was varen
een jongensdroom van Willem, maar zou hij toen al vermoed hebben dat hij zeeheld
zou worden? Of dat hij als aanvoerder op het vlaggenschip Dolphijn door een vijandelijke kanonskogel zou worden gedood?
Waarschijnlijk niet. En hij had ook nooit kunnen bevroeden dat amateurhistoricus
Piet van de Geer bijna driehonderdvierenveertig jaar na zijn dood, alsnog zijn geboorteplaats
zou lokaliseren! Alle geschiedenisboekjes en encyclopedieën zijn hiermee aan herziening
toe: Willem Joseph van Ghent is niet geboren op Kasteel Gendt in de Betuwe en ook niet in het Utrechtse Vianen,
nee, zijn wieg stond in het voormalige kasteel in Winssen.
Ik had nog nooit van Zeeheld
Van Ghent gehoord voordat ik het betreffende artikel in de Gelderlander van
afgelopen zaterdag las. Dat geldt blijkbaar niet voor Piet van de Geer.
Evengoed lijkt zijn vondst ook op een jongensdroom, vooral als je bedenkt dat het
Lidmatenboek van de protestantse kerk daar al die jaren gewoon lag! Al die
jaren wachtte op iemand zoals Piet, iemand die zich zou realiseren dat de
Willem Joseph van Ghent die op 14 mei 1626 als dopeling in dat boek opgetekend werd,
geen willekeurige dopeling was. Natuurlijk zou het veel eenvoudiger zijn geweest
als de toenmalige predikant er maar meteen bijgeschreven had
dat het hier om Zeeheld Van Ghent ging, maar ja, dat kon hij natuurlijk nog
niet weten.
Had ik over Van Ghent nooit gehoord, wel wist ik dat er
een kasteel in Winssen heeft gestaan vanwege een tekening van de 18e-eeuwse
Nederlandse tekenaar Cornelis Pronk: ’t
Huis te Winsen 1732. Maar waar in Winssen, dat
weet ik helaas niet. Misschien ben ik er al vaak langs gerend, gefietst of
gewandeld. Dat zal vandaag overigens niet meer gebeuren: de Winssense broertjes
zeiden het niet precies te weten toen ik ze zojuist vroeg waar het kasteel heeft
gestaan. Joop zei dat ‘men’ beweert dat het aan de Leegstraat stond, of was het
Harry die dit opperde? Zij menen dat een gedeeltelijk witgeverfde boerderij aan
de Leegstraat wellicht een overblijfsel is van het voormalige kasteel, ‘je weet
wel, waar die boer woonde met zijn stier!’
‘… waar die boer woonde met zijn stier!’ Ik begrijp ook wel dat
de broertjes niet bedoelden te zeggen dat deze boer met een stier samenwoonde.
Zij bedoelen dat het bijzonder was dat een boer ‘n stier hield want zo’n opvreter
was slechts goed voor één dingetje! Terwijl ik verder in de richting van
de Deijnschestraat ren bedenk ik wat een stier in de jongensjaren van Joop en
Harry voor een dorpje als Winssen moet hebben betekend. Zo’n dier spoot in die
jaren geen rietjes vol zoals in de tegenwoordige ki-stations. Ik schat dat
jongens als Joop en Harry bijna dagelijks konden zien dat de boer met zijn
stier aan de wandel was. Iedere Winssense koe moest tenminste een keer per
jaar, op het moment suprême, door de stier worden beklommen, want wat had een
veehouder aan een koe die geen of maar weinig melk gaf!
Een zestal witte
koeien in een wei aan de Uiterwaard komen nieuwsgierig naar het hek. Zulke
koeien werden door de stier van de betreffende Winssense boer niet bestegen. Koeien
met zulke dikke billen bestonden in die jaren niet en ik wil wedden dat deze ‘dikbillen’
nooit een stier hebben gezien. Hoe dan ook Willem Joseph van Ghent is in een
klap de beroemdste Maas en Waler, met dank aan Piet van de Geer!
Plaats van het Huis van Winssen is Plakstraat 5.
BeantwoordenVerwijderenBedankt, Geert!
VerwijderenWillem Joseph is overigens veel bekender als oprichter en eerste commandant van het Korps Mariniers (anno 1665)
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, Geert. En ik had mij de postzegel moeten herinneren, uit de Zeeheldenserie (1943-'44). De serie zit nota bene compleet in mijn album!
BeantwoordenVerwijderen