Meedoen
met de oudejaarsloterij is als het kopen van een droom. Dat is wetenschappelijk
vastgesteld en een belangrijk nieuwsbericht op de eerste dag van het nieuwe
jaar. Mijn dromen verkrijg ik nooit via die bron, waarschijnlijk omdat ik geen
deelnemer ben (de paar gratis loten kan ik helaas niet meetellen, die kocht ik immers
niet.)
Daar denk ik over na, over het kopen van dromen,
terwijl ik over de Hommelstraat ren en de regen op mijn petje spettert. Twee
ganzen passeren op geringe hoogte. Hun vlerken zwiepen onvermoeibaar, vanwege
de klep die mijn bril drooghoudt zie ik hen niet. De stem van de eerste is onmiskenbaar
dat van een gans, de ander klinkt meer als het verroeste scharnier van een
wrakke schuurdeur. Blijven we wel of juist niet in Nederland? Dat is waarschijnlijk
de kern van hun betoog. En dat alles vanwege de gedroomde ganzenjacht van menig
Amerikaanse toerist; voor die droom zullen zij ook wel een aardig sommetje neertellen,
denk ik, in ieder geval méér dan de prijs van een lot voor de Staatsloterij.
Mijn dromen zijn gratis. Bovendien is het steeds een
verrassing; vooraf weet ik niet waar de droom over zal gaan. Mijn dromen hebben
meer gemeen met pakjesavond dan met onze nationale loterij. Neem nou afgelopen
nacht…
Met de auto bracht ik de jongens (Timothy en Jesse)
naar school. Daarna bedacht ik spontaan een bezoek te brengen aan onze Corrie in
plaats van te gaan werken. Daarom huurde ik een auto. Dat kon dicht bij de
school van onze jongens (je ziet, in mijn droom speelt logica geen enkele rol.)
Van de reis naar Corrie herinner ik mij niets. Even voelde ik paniek toen ik
bij Corries appartementencomplex aankwam, maar gelukkig prijkte haar naam op
een kaartje naast de rij bellen. Op hetzelfde moment dat ik de bel indrukte verscheen
mijn zus in de deuropening. Dat gaf toegang tot een kleine bloemenwinkel: “Goh,
Siem, dat jij zomaar bij mij op bezoek komt. Wat Leuk!”
Terwijl ik binnenga zie ik dat zij midden in een
vergadering zit. Maar zij wil er niet van horen als ik zeg dat ik later wel
terug wil komen. Ik moet gaan zitten en er wordt koffie met iets lekkers voor
mij gehaald. Ondertussen kijk ik haar winkeltje rond, geflankeerd door Corrie
en haar collega’s. Zowel wij als alle planten en vele emmers gevuld met bloemen
maken gebruik van stoelen die zijn opgesteld als in een theater. Ik verwonder
me over deze opstelling en wil weten of zij zich voorbereiden op een lezing.
Nee, dat zie ik verkeerd, de eenvoudige verklaring is dat Corrie haar
bloemenwinkeltje in een oud theater vestigde. Het volgende moment dekt mijn zus
de tafel voor de lunch, onderwijl bel ik Ria. Zij neemt niet op en ik leg de
hoorn weer snel neer alsof iemand mij betrappen zou, maar ik word onmiddellijk
teruggebeld. Mijn zus, Ria, vind het erg leuk dat ik haar wil bezoeken. Corrie
vraagt mij met de stem van Riky, wie er belde. Terwijl zij onmerkbaar in Riky verandert,
vertel ik haar dat ik met Ria heb afgesproken, dat ik niet ben gaan werken en vanmorgen
bij Corrie ben geweest.
Ik zal niet bij Ria arriveren. Na heel veel gedroomde omzwervingen
wandel ik uiteindelijk met Riky door Spanbroek als zij mij vraagt of ik de
Pompekliniek afgebeld heb, vanmorgen. Nee dus. Ik controleer mijn mobiele
telefoon: zes gemiste oproepen. Paniek maakt mij wakker.
De regen spettert heftiger op mijn petje als ik op de
terugweg een huisjesslak verpletter. Dan realiseer ik mij dat het een halve
walnoot was die ik tussen mijn linkervoet en het asfalt kraakte. Ik vernielde
geen droom-in-de-knop. Nee, in de plaats daarvan realiseerde ik iemands droom (en
dat al op de tweede dag van het nieuwe jaar). Weliswaar voor een Ekster, Kraai
of Gaai, maar evengoed!
Mooi rond verhaal :)
BeantwoordenVerwijderen