Vandaag
ren ik niet alleen. En terwijl de zon zich uiterst traag boven de horizon tilt,
rood van inspanning of schaamte, wijs ik Co op Herman die op dit moment zijn
gammele nachtverblijf verlaat. Of hij deze indrukwekkende Schotse Hooglandstier
kent blijft in het midden, wel herinnert Co mij eraan dat hij een korte periode
gebruik maakte van een van de volkstuintjes achter Herman’ afgetrapte weitje.
Dat is waar, Co, maar het waren toch vooral jouw vrouw en je dochters die dat
landje bewerkten. Gedurende een paar zomers sjouwden zij met schoppen en
schoffels en kwamen soms met overbeladen tassen en fietsdragers thuis om
vervolgens achter op het terras de geoogste peen, aardappelen, prei of bonen
met behulp van de tuinslang schoon te spoelen.
Hardlopen met Co valt niet zwaar. Toen ik hem leerde
kennen, ruim dertig jaar geleden, was hij met elektriciteit in de weer. Bij het
inrichten van hun nieuwe woning, naast dat van ons, ging er iets mis waardoor
kortsluiting was ontstaan. Via zijn vrouw liet hij vragen of ik een nieuwe
zekering voor hem had. Nee, daaraan kon ik hem niet helpen. De vraag verbaasde
mij omdat de elektriciteit niet via smeltzekeringen beschikbaar kwam. Ik liet
Co zien hoe hij een ‘gesmolten’ zekering weer kon ‘herstellen’, maar ook met
een ingeschakelde zekering kreeg hij geen stroom.
In mijzelf lachend ren ik langs de Waalbandijk met dat
tafereeltje voor mijn geestesoog. Alles aan Co was groot zodat ik tamelijk
schriel tegen hem afstak. Mijn hand verdween geheel in zijn grote knuist toen
we die bij onze kennismaking schudden. We stonden op de kale betonnen vloer van
het halletje in een huis vol dozen en tassen met nog ingepakt huisraad, bij de
meterkast. Nog maar sinds twee of drie uren buren. Buurman en buurman, als in de
poppenanimatiefilm van Lubomír Beneš, keken wij verbaast naar de schakelkast en vandaar naar de lamp
die maar niet branden wilde. Het probleem nog niet opgelost; zelfs als we over het bestaan van ‘Buurman en Buurman’ op
de hoogte waren geweest, konden we helaas niet opgelucht ‘A je to’ uitroepen! Op
de een of andere manier had onze nieuwe buurman het voor elkaar gekregen om de hoofdzekering door te laten branden.
Ja, Co was een bijzondere man. Van hem gingen er zeker
geen dertien in een dozijn, zoals Marcel Teunissen, spreker bij zijn afscheid,
zo treffend memoreerde. Aanvankelijk duurde het een paar weken voordat ik dat
in de gaten kreeg. Toen ik met een groot stuk beton in de weer was, dat door de
bouwers achter in onze tuin was achtergelaten, zei ik tegen mijn nieuwe
buurvrouw: “Dat krijgt zelfs Co niet voor elkaar!” Toen ik die avond na mijn
late dienst thuiskwam vertelde Riky mij hoe Co het stuk beton kapot had
geslagen: “Er spatten stukken tegen de ramen, ik werd er bang van!” De andere
dag kwam buurman naar buiten en met een vette grijns op zijn gezicht vroeg hij:
“Hoezo Simon, hoezo kan zelfs Co dat niet? Há!”
Jaren nadien keek ik vanuit het badkamerraam in het achtertuintje
van de buren. Co liep moeizaam vanuit het schuurtje naar de achterdeur. Om zijn
evenwicht te bewaren zocht hij met één hand steun aan de waslijndraad. Het was
pijnlijk te zien hoe deze bonk van een kerel door een hersenbloeding was gekortwiekt.
Maar Co liet zich niet kennen!
Een aantal jaren geleden verhuisde deze opmerkelijke buurman naar
een seniorenwoning. De laatste keer dat ik hem in het dorp zag, hij was nog
maar net weduwnaar, stak hij in zijn scootmobiel schuin het Julianaplein over. Afgelopen
dinsdagavond lag hij in een witte doodskist en luisterden we onder meer naar Meat Loaf & Ellen Foley – ‘Paradise
By The Dashboard Light’ – en naar zijn levensverhaal, ingetogen en treffend
verteld door Marcel Teunissen.
Buurman en buurman in een kaal halletje, het lijkt alsof het gisteren
was.
Xxx truusje
BeantwoordenVerwijderen