vrijdag 6 november 2015

Gekker

Terwijl ik over een bijzonder vervuilde Hommelstraat ren realiseer ik mij dat mijn oude Zonnebloemvriend Wim vandaag zesennegentig jaar wordt. Op hetzelfde moment dat dit berichtje bij mij binnen komt nadert een zware tractor. Ha’, daar heb je de vervuiler! Al snel blijkt het tegendeel: deze tractor trekt een roterende straatveger voort waarmee het vuil op een lange richel wordt gebezemd. Voorzichtig passeren we elkaar en keer ik terug naar een bericht waaraan ik mij gisteren bijzonder ergerde.
Het doet mij deugd dat staatssecretaris Sander Dekker onder druk wordt gezet om de NPO er toe te bewegen ‘Sesamstraat’ op de reguliere zender te handhaven. Toegegeven, ik kijk nooit meer naar Tommie, Pino, Bert en Ernie, en ook mijnheer Aart ontbeert al vele jaren mijn belangstelling. Evengoed heb ik goede herinneringen aan dit programma-voor-het-slapen-gaan. Zoals ik het mij herinner was dit zo ongeveer het enige televisieprogramma waar Timothy en Jesse naar konden kijken, en wij, hun ouders, keken graag met ze mee, natuurlijk. De meisjes en jongens van de NPO beseffen vast niet dat heel veel kindjes verknocht zijn aan Bert en Ernie, of aan een of meerdere andere bewoners van Sesamstraat, zoals zij aan kijkcijfers! Veel van deze kindjes gaan dat geheid missen als dit programma verhuist naar het themakanaal Zapp Xtra. Dus, Sander, draai die kijkcijferfetisjen uit Hilversum maar eens flink de duimschroeven aan.
Dan zijn er nog een paar andere maffe ingrepen en besluiten die wat mij betreft schreeuwen om terugdraaien. Hoe haal je het bijvoorbeeld in je hoofd om op nog meer Nederlandse snelwegen honderddertig kilometer per uur toe te gaan staan? Nog meer broeikasgas terwijl Nederland maar net voldoet aan de Kyoto-verplichting en ondanks al onze inspanningen zet de temperatuurstijging in Nederland onverminderd door. Als je op basis van die kennis evengoed voor lief neemt dat de CO2-emissies oplopen, moet de winst voor automobilisten spectaculair zijn, zou je zeggen. Maar is dat wel zo? Mijn rijstijl levert mij op mijn ritten tussen Beuningen en Haarlem, een tijdverlies op van ongeveer twee minuten (ik houd mij aan de maximaal toegestane snelheden en waar het sneller mag rijd ik gewoonlijk maximaal honderd)…
Daar zie ik Joop en Harry al. Die zijn vroeg vandaag! Of ben ik laat? Midden op de Waalbandijk maken we een praatje. Dat leert mij hoe ik dat deed, twee personen met elkaar verwisselen (zie: ‘Nieuwsgierigheid’). Ondertussen passeert Ans ons op de fiets.
Ten koste van twee minuten kom ik minder vermoeid op mijn bestemming aan en verbruik ik bovendien minder brandstof. Volgens verkeersdeskundige Ruud Hornman levert het opschroeven van de maximale snelheid, van honderdtwintig naar honderddertig kilometer per uur, elf minuten tijdwinst op als je diagonaal door Nederland tuft. Waar hebben we het dan over?, zou ik aan mevrouw Schultz Verhaegen willen vragen.
Bijna bij mijn keerpunt word ik geconfronteerd met een schaap dat mij kalmpjes tegemoet komt wandelen. Haar wollen jas mag wel in de was, verder ziet zij er ordentelijk uit, vind ik. Maar wat doet zij hier? Zij is niet alleen! Aan de andere zijde van het dijktalud grazen twintig soortgenoten, onder wie twee in het zwart. Al eerder heb ik schapen die de weg kwijt waren, weer terug in hun weide geholpen. Niet in mijn eentje overigens, maar met behulp van een paar wielrenners. Dat was in 2011, op Werelddierendag. Nee, nu weet ik het weer, een paar dagen nĂ¡ Werelddierendag (zie: ‘Wolletjes’). Deze vierpotige dames kan ik niet helpen en zo te zien willen zij ook niet door mij geholpen worden. Met een gerust hart, en minstens twee ergernissen armer ren ik op huis aan.
Wel veel ontmoetingen vandaag: een overmaatse straatveger, Joop, Harrie, Ans en eenentwintig schapen. Het moet niet gekker worden!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten