dinsdag 28 maart 2017

Maagd

Een uur vroeger opstaan voor mijn eerste hardlooprondje onder het zomertijdregiem. Er zullen weinig regels zijn die zo goed worden nageleefd als deze. Het is ook wel zo praktisch om eraan mee te doen. Want hoe doe je dat, van dag tot dag tegen de heersende tijdafspraak in leven? Alleen de zon, die trekt zich niets van onze afspraken aan, de zon komt ongegeneerd een uur vroeger dan de klok dicteert. Als een van de weinige dingen doet mijn wekker mee, die heeft zich zelfstandig op zomertijd ingesteld. Het is, met andere woorden, dan ook niet mijn eigen verdienste dat ik trouw ben aan het uur.
...een vroegere bloeier is in deze contreien niet te vinden...
De Waalbandijk voert mij zoals bijna altijd langs ‘de Stoel’ van Claudia Rahayel. Hier hoor ik weer het intrigerende zinnetje ‘doe ’s even niet!’ Ik pikte het zondagmiddag op en daarna bleef het irritant in mijn hoofd rondzingen. We wandelden op een deel van de route die ik vandaag hardlopend volg. Saai, zal je misschien denken, steeds maar langs de Waalbandijk, maar dat is het in mijn ogen niet. En gelukkige ook niet in die van Riky, hoewel we dit jaar nog veel verschillende routes zullen kiezen om onze voeten voor de 4Daagse, editie 101, te oefenen. Als je wandelt, of hardloopt, vertraagt het leven als het ware, worden kleine dingen uitvergroot en is er steeds iets anders te beleven. Neem nu dit ganzenpaar hier. Nijlganzen vermoed ik. Ze maken elkaar schaamteloos het hof. Het mannetje gakt opgewonden, in mijn oren ongearticuleerd, hij danst, strekt en buigt zijn hals en strijkt zijn snavel langs de borst van vrouwtje lief.
Zondagmiddag zagen we de eerste pinksterbloemen bloeien. En we zagen de eigenaar van Herman, de zwarte Schotse hooglanderstier, die door deze hobbyboer Bo is genoemd – ik vermoed omdat het ras in het Schots-Gaelisch bò ghĂ idhealach wordt genoemd. Dat was een mooie gelegenheid om iets meer over Herman te weten te komen. Dus knoopten we een praatje aan terwijl de kolossale stier geborsteld werd. Zo hoorden we dat Herman acht jaar oud is – 26 maart 2009 heb ik bij thuiskomst genoteerd als zijn geboortedag. Tussen neus en lippen liet de man ons nog weten dat hij, hij doelde op Bo, nog nooit met koeien heeft verkeerd. Herman is derhalve maagd!
Terug naar het zinnetje ‘doe ’s even niet!’
Het natuurstenen kunstwerk van Claudia heeft de vorm van een eenvoudige stoel. Zo’n soort stoel als waarop iemand als Richard Leeuwenhard zou kunnen hebben getroond. Als je erop gaat zitten, kijk je uit over de Loenensche Wel, de daarachter gelegen uiterwaard en de Waal. Zondag vonden vier mensen er een zitplaats, drie volwassenen en een kind. In hun gezelschap waren twee honden. Een wat oudere boxer en een van onbestemd ras. De boxer droeg een witte shawl, meende ik, want dichterbij gekomen zag ik dat het een grove witte vlek tussen kop en rug was. Op hun hoogte gekomen viel het onbestemde rasje ongewoon fel blaffend naar ons uit. ‘Doe ’s even niet!’ schreeuwde een van de twee vrouwen ontstemd. Niet ‘doe ‘s even niets’, dat een goed recept tegen bijvoorbeeld een burn out zou kunnen zijn, nee, het was onmiskenbaar ‘doe ‘s even niet!’ En het was gericht tegen dat hondje. Alsof dat beestje onafgebroken blaft, wat niet waar is, want het was muisstil tot wij er arriveerden.
Als commando volstond ‘Doe ’s even niet!’ echter wel: we hoorden de hond niet meer.
Vandaag vormt hectometerpaaltje 122 mijn keerpunt – mijn hardlooprondje komt vandaag op precies twaalf kilometer uit –, zondag was dat het bruggetje in de Uiterwaard. Daar vond ik een bijzonder fraai bloempje, Gewoon speenkruid genaamd, een vroegere bloeier is in deze contreien niet te vinden, dat als het ware vroeg om te worden gefotografeerd. Haar buurtjes, jonge brandnetelplantjes, bleven min of meer aan mijn zicht onttrokken. Mijn handen jeukten evengoed, nadien.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten