vrijdag 15 juli 2016

Schuld

Het duurde vanmorgen wat langer om fris aan de nieuwe dag te kunnen beginnen. Ik was nog helemaal in de war. Wassen, scheren, aankleden, boterham eten, spieren opwarmen, Riky gedag kussen, mijn gedachten bleven op elkaar botsen als dragers van gele truien op wanhopig in overmatig publiek vastgelopen motoren. Het hield maar niet op, gisteren in Frankrijk, eerst dat achterlijke gedoe bij de binnenkomst van de dertiende etappe op de Ventoux en later op de avond gruwelijke horror tijdens de vuurwerkshow ter viering van Quartorze Juillet. Gisteravond luisterden we op het kussen argeloos naar de laatste berichten over de Tour, maar kregen in plaats daarvan, via het liveverslag van ene Laila vanuit een hotelbalkon aan de Promenade des Anglais in Nice, afschuwelijke beelden voorgeschoteld van een vrachtwagen die op het kijkerspubliek van de vuurwerkshow inreed. In mijn hoofd brak in Apeldoorn de zwarte Suzuki Swift vanuit 2009 opnieuw door en over een haag van mensen, om hem pijnlijke seconden later door Karst Tates, bestuurder en aanslagpleger, om het monument ‘de Naald’ te laten krullen.
Mijn denkbeelden bewogen zich nog steeds verwarrend als neutronen in een atoomkern terwijl ik mijn voeten in mijn hardloopschoenen dwong. Het linker zat al lekker ingesloten, bij het veteren van de rechterschoen bemerkte ik alsnog mijn vergissing: die Jacoform-schoenen met stalen inlegzolen, hoe groot het draagcomfort daarvan ook is, ze zijn absoluut ongeschikt om er mee te rennen. Nu jog ik al veel meer op mijn gemak en in de juiste schoenen over de Waardhuizenstraat, maar voel mij gek genoeg een beetje schuldig ten opzichte van Marie en Herman die mij moeten missen. Nou ja, Marie slaapt waarschijnlijk nog en om het goed te maken kies ik op de terugweg voor de Hommelstraat, dan zie ik Herman ook nog even. Ik voel ook een knagende schuld over mijn nalatigheid van zo even bij het oversteken van de Balmerd. Het was daar drukker dan gewoonlijk. Naast mij, op het rechtervoetpad (ik gebruikte dat aan de linkerkant van de Tempelstraat), leidde een moeder haar twee kleintjes naar de ruime verkeersdrempel waar zij deze voor hen gevaarlijke straat konden oversteken. Uit mijn ooghoek zag ik hen aarzelen terwijl ik midden op de verkeersdrempel aan een busje gevuld met arbeiders voorrang gaf. Daarachter doemden twee te snel rijdende personenauto’s op en achter mij, links voor moeder en kinderen, een personenauto en een vuilniswagen. Terwijl ik mijn weg vervolgde vroeg ik mij af of dat wel goed zou gaan, met die overstekende moeder en haar kleintjes bedoel ik.
Nu pas, nu ik hier veilig over de Waardhuizenstraat ren realiseer ik mij temeer dat ik deze eenden moeder en haar twee kuikens had moeten helpen. Waarom heb ik niet even mijn pas ingehouden, waarom niet even Klaar-Over gespeeld? Gisteravond in Nice, voor zo’n aanstormende vrachtwagen, ja, ieder weldenkend mens had mij gelijk gegeven als ik het op een lopen had gezet. Maar daareven had ik een goede daad kunnen verrichten, had ik een goede daad moeten verrichten!
‘Nu zal je zien dat er een of twee over de straatstenen zijn uitgesmeerd,’ denk ik pessimistisch.
Gisteravond werd de veronderstelling geuit dat er vanuit de vrachtwagen werd geschoten, nadat deze tientallen mensen had overreden. De Gelderlander meldde vanmorgen dat er in deze mondaine badplaats zestig doden en tientallen gewonden zijn te betreuren (inmiddels kennen we de trieste balans: vierentachtig doden en nog tweeƫnvijftig gewonden verkeren in kritieke toestand). Deze mensen zijn blij naar een show gegaan. Hebben zich verheugd op het spektakel, op een poosje samenzijn, flaneren wellicht langs de boulevard. Vanaf de Waal klinkt het gerommel van vrachtschepen. Iets verderop looit een koe. Kortom, het leven gaat door. Zelfs na gruwelijke aanslagen!
Herman ligt al herkauwend langs zijn wrakkige onderkomen. Bij Marie zijn de gordijnen open: ik zwaai maar weet niet of zij mij ziet. De verkeersdrempel is schoon, gelukkig!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten