Het duurde vanmorgen
wat langer om fris aan de nieuwe dag te kunnen beginnen. Ik was nog helemaal in
de war. Wassen, scheren, aankleden, boterham eten, spieren opwarmen, Riky gedag
kussen, mijn gedachten bleven op elkaar botsen als dragers van gele truien op wanhopig
in overmatig publiek vastgelopen motoren. Het hield maar niet op, gisteren in
Frankrijk, eerst dat achterlijke gedoe bij de binnenkomst van de dertiende
etappe op de Ventoux en later op de avond gruwelijke horror tijdens de vuurwerkshow
ter viering van Quartorze Juillet. Gisteravond luisterden we op het kussen argeloos
naar de laatste berichten over de Tour, maar kregen in plaats daarvan, via het
liveverslag van ene Laila vanuit een hotelbalkon aan de Promenade des Anglais
in Nice, afschuwelijke beelden voorgeschoteld van een vrachtwagen die op het kijkerspubliek
van de vuurwerkshow inreed. In mijn hoofd brak in Apeldoorn de zwarte Suzuki
Swift vanuit 2009 opnieuw door en over een haag van mensen, om hem pijnlijke seconden
later door Karst Tates, bestuurder en aanslagpleger, om het monument ‘de Naald’ te laten krullen.
Mijn denkbeelden
bewogen zich nog steeds verwarrend als neutronen in een atoomkern terwijl ik
mijn voeten in mijn hardloopschoenen dwong. Het linker zat al lekker ingesloten,
bij het veteren van de rechterschoen bemerkte ik alsnog mijn vergissing: die
Jacoform-schoenen met stalen inlegzolen, hoe groot het draagcomfort daarvan ook
is, ze zijn absoluut ongeschikt om er mee te rennen. Nu jog ik al veel meer op
mijn gemak en in de juiste schoenen over de Waardhuizenstraat, maar voel mij gek
genoeg een beetje schuldig ten opzichte van Marie en Herman die mij moeten missen.
Nou ja, Marie slaapt waarschijnlijk nog en om het goed te maken kies ik op de
terugweg voor de Hommelstraat, dan zie ik Herman ook nog even. Ik voel ook een
knagende schuld over mijn nalatigheid van zo even bij het oversteken van de
Balmerd. Het was daar drukker dan gewoonlijk. Naast mij, op het rechtervoetpad
(ik gebruikte dat aan de linkerkant van de Tempelstraat), leidde een moeder
haar twee kleintjes naar de ruime verkeersdrempel waar zij deze voor hen
gevaarlijke straat konden oversteken. Uit mijn ooghoek zag ik hen aarzelen
terwijl ik midden op de verkeersdrempel aan een busje gevuld met arbeiders
voorrang gaf. Daarachter doemden twee te snel rijdende personenauto’s op en
achter mij, links voor moeder en kinderen, een personenauto en een
vuilniswagen. Terwijl ik mijn weg vervolgde vroeg ik mij af of dat wel goed zou
gaan, met die overstekende moeder en haar kleintjes bedoel ik.
Nu pas, nu ik hier
veilig over de Waardhuizenstraat ren realiseer ik mij temeer dat ik deze eenden
moeder en haar twee kuikens had moeten helpen. Waarom heb ik niet even mijn pas
ingehouden, waarom niet even Klaar-Over gespeeld? Gisteravond in Nice, voor
zo’n aanstormende vrachtwagen, ja, ieder weldenkend mens had mij gelijk gegeven
als ik het op een lopen had gezet. Maar daareven had ik een goede daad kunnen
verrichten, had ik een goede daad moeten verrichten!
‘Nu zal je zien dat
er een of twee over de straatstenen zijn uitgesmeerd,’ denk ik pessimistisch.
Gisteravond werd de
veronderstelling geuit dat er vanuit de vrachtwagen werd geschoten, nadat deze
tientallen mensen had overreden. De
Gelderlander meldde vanmorgen dat er in deze mondaine badplaats zestig doden
en tientallen gewonden zijn te betreuren (inmiddels kennen we de trieste balans: vierentachtig doden en nog tweeƫnvijftig gewonden verkeren in kritieke toestand).
Deze mensen zijn blij naar een show gegaan. Hebben zich verheugd op het spektakel,
op een poosje samenzijn, flaneren wellicht langs de boulevard. Vanaf de Waal klinkt het gerommel van
vrachtschepen. Iets verderop looit een koe. Kortom, het leven gaat door. Zelfs
na gruwelijke aanslagen!
Herman ligt al
herkauwend langs zijn wrakkige onderkomen. Bij Marie zijn de gordijnen open: ik
zwaai maar weet niet of zij mij ziet. De verkeersdrempel is schoon, gelukkig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten