vrijdag 10 juni 2016

Oergezond

Rennend door een bocht in de Uiterwaard nabij boerderij de Ruif gebeurt er plotseling veel tegelijkertijd: het beeld van mijn moeder die tegenover mij aan de keukentafel zit, wordt verdrongen door de heldere stem van de oude torenklok van Winssen die verkondigt dat het halfnegen is en door drie loslopende honden, die, als door de bronzen klokkenslag geroepen, pardoes vanachter het hoge bermgras opduiken, gevolgd door drie gemoedelijk koutende mannen met tassen over hun rug die ik associeer met die van jagers, de vorm van de tassen bedoel ik. De mannen letten niet op mij, noch op hun dieren. Blijkbaar vertrouwen zij volledig op de goede afloop, iets wat zij gemakkelijk kunnen doen want als het een bloedbad wordt, zijn niet zij maar ben ik het slachtoffer. Ik houd mijn angst op afstand, maar zeer op mijn hoede voor wat hun eigenaren eventueel kunnen doen passeer ik op slechts luttele centimeters drie nieuwsgierige hondenneuzen, pas een aantal meters daaraan voorbij kan ik weer ontspannen rennen en glij terug in de herinnering aan mijn moeder.
De afgelopen dagen dacht ik geregeld aan Moe. Als zij nog leefde zouden we vandaag haar honderd-en-tweede verjaardag vieren. Dat ik geregeld aan haar dacht was overigens niet speciaal vanwege deze tiende juni, maar door het artikel van Annemiek Brandriet in de Gelderlander. Zij interviewde Sissy Mook – Gordijn, de moeder van een elf weken te vroeg geboren kindje, die op Marktplaats dertig liter oergezonde moedermelk aanbood. Gratis af te halen. Omdat dochtertje Keet niet mee naar huis kon, zij ligt nog altijd in een ziekenhuis, besloot moeder Sissy haar melk af te kolven om een voorraad voor later aan te leggen. Maar terwijl de voorraad groeit, dochter Keet nog steeds in het ziekenhuis ligt en dagelijks aan kleine beetjes genoeg heeft, ook de nieuw aangeschafte vrieskist inmiddels boordevol is, moeder Mook al van een deel van haar voorraad griesmeelpap kookte en pannenkoeken bakte, blijven haar borsten onverminderd oergezonde melk stuwen! Kolven, haar enige remedie, waardoor de melkplas nog dagelijks groter wordt.
Evenals deze moeder voedde mijn moeder haar baby’s met moedermelk, oergezond en vers. Wij, zestien Dekkertjes, groeiden daar allemaal voorspoedig van, voor zover ik weet. Evengoed kolfde zij ook. Dat wil zeggen, dat heb ik haar een aantal keren zien doen. Moe zat daarbij meestal gezellig aan de keukentafel, ontblootte een borst, stopte een tepel in de trechtervormige opening van een glazen flesje dat was verbonden met een donkerrode rubberen knijpbal. Het geheel leek wel wat op een toeter die sommige automobilisten toen nog gebruikten, met dit verschil dat haar kolffles geen geluid maakte. Ik zat soms tegenover haar aan de keukentafel ademloos toe te zien hoe zij in een rustig tempo in die bal kneep en het flesje langzaam maar zeker volliep.
Maar hoe bewaarde Moe haar melk? Dat vraag ik mij af sinds ik dat artikel van Annemiek Brandriet las. Wij hadden immers geen koelkast en al helemaal geen vrieskist. In die jaren bewaarde mijn moeder verse producten in wat het latere badhok was. Dat was toen het koelste plekje in ons ouderlijk huis. Dat weet ik zeker want op een kwaaie dag toen niemand van ons nog baby was, stond er op een schap in dat hok een glazen pot met nog één zure haring daarin. Aangezien ik die ontdekte, mocht ik hem helemaal alleen opeten! Nou, dat heb ik geweten. Al snel nadat ik het laatste hapje had weg gekauwd, werd ik misselijk. Dat ging van kwaad tot erger. Op het laatst voelde ik me alsof de geest uit de kruik van Aladin zijn rokerige vuist via mijn mond tot aan mijn stuitje in mijn ingewanden had gestoken en mij in een ruk binnenstebuiten keerde!
Kortom, als Moe een koelkast had gehad, had zij die haring daarin bewaard. Vast en zeker!
Maar nu weet ik nog niet hoe zij haar oergezonde moedermelk bewaarde!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten