De Liethweg, het korte
verbindingsstraatje tussen de Obere Harzstrasse en de Friedrich-Ebert-Strasse,
de hoofdstraat van Lerbach, ons vakantieverblijf, gaat steil omlaag. Het wegdek
is slecht onderhouden en heeft meer weg van een lappendeken, ik krijg het
gevoel alsof ik over de doorgestikte dikke deken ren waaronder ik mijn
kinderdromen droomde. Hardlopen over de Liethweg komt eigenlijk neer op afremmen.
'Bremsen, papa, bremsen’, gilt de kleine jongen in het op hol geslagen rodelkarretje,
waarbij hij vaders schouders met woest gesloten jongensvuisten bewerkt! Waar
dit beeld vandaan is gekomen is vooralsnog een raadsel.
Uit alle poriën van
het dorp druipt nog het mijnbouwverleden. Links en rechts aan huizen,
informatieborden en bushaltes langs de Friedrich-Ebert-Strasse vind je de
verstilde groet ‘Glück Auf’, ‘Kom weer gezond en gelukkig boven!’ Kort na het
kleine houten kerkje, waarvan het interieur momenteel grondig wordt
gerestaureerd, doemt ‘Das Badhaus’ op, aan de zijkant van het
grote huis meldt een bord nog steeds in forse kapitalen HAUS ZU VERKAUFEN. Via
de bejaarde buurman hoorden we dat in het huis drie gezinnen kunnen wonen en
dat de eigenaar het nog geen twee jaar geleden geheel heeft opgeknapt. De grond
is hier niet zo duur dan in Nederland, vertelt Buurman ons ongevraagd. De
verkoopprijs van het huis? Honderd en veertig duizend euro wordt gevraagd.
Slechts honderdveertigduizend! Voor drie woningen. Moet je bij ons om komen!
Timothy zag het een
poosje als een ideale woonvorm, een huis met zoveel ruimte zodat hij en zijn
broer er met hun gezinnen er, samen met ons, kunnen wonen. Dat was zo ongeveer
rond zijn achttiende, vandaag denkt hij daar iets genuanceerder over, schat ik.
Jammer, dit Huis is te ver verwijderd van Beuningen! Tegenwoordig, onder
invloed van de uitwerkingen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, zien overigens
steeds meer Nederlanders wonen met meer generaties bij elkaar als ideaal. Buurman
had ook een helder antwoord op onze vraag waar we hotel ‘Glück Auf’ kunnen vinden, waar wij vijfendertig jaar geleden onze
zomervakantie vierden. Helaas, het gebouw werd in 2005 afgebroken en het
bouwmateriaal benut voor de bouw van een zorgcentrum.
Op deze langste dag
hupt een gele kwikstaart nabij het vroegere badhuis een eindje voor mij uit,
haastig alsof hij dringende zaken te doen heeft en misschien is dat ook wel zo.
Alsof dat mij niet langer aangaat ren ik door om zo’n honderd meter verder een
aantal geparkeerde auto’s en de plek van het oorspronkelijke ‘Glück Auf ’, waar we toen logeerden, te
passeren. Aan het einde van het dorp kies ik de weg naar de campingplaats. De onverharde landweg gaat vanaf dit punt vrij
steil omhoog. Het is dan nog rustig.
Hogerop lopen een man
en een vrouw met hun hond, een uit de kluiten gewassen Duitse herder. Zij
gedragen zich onrustig, de man en de vrouw. Nog zo’n dertig meter van hen
verwijderd wachten zij aan de rand van de weg, de lijn van hun hond inkortend.
Dan ontdekt het beest deze hardloper en rukt aan zijn lijn! De vrouw schreeuwt
tegen haar huisdier dat het zich rustig houdt. Ik twijfel, ren ik door of…?
Blijkbaar maakte ik
een keuze al weet ik niet hoe. De hond verheft zich woest blaffend, hangend in
zijn lijn, op zijn achterpoten. Het bazinnetje is niet bij machte hem te
bedwingen, haar gezichtsuitdrukking is alsof zij dat mij kwalijk neemt.
Gelukkig grijpt hij krachtig in door zijn arm rond de nek van het beest te
klemmen. Evengoed is de woeste Hellehond ternauwernood in bedwang te houden. Op
hun hoogte kijk ik recht in de zwaarbewapende muil. De eenkoppige Cerebus stinkt
zo erg uit zijn bek dat ik een bewering als zou het ondier onlangs een of meerdere
hardlopers verscheurd hebben zonder meer zal geloven.
Op de terugweg heb ik
moeite mijn voeten bij te benen. Weer vind ik de hond op mijn weg en opnieuw
kom ik er heelhuids langs. Glück Auf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten