Toen zijn longspecialist niets meer voor
hem kon doen werd mijn Zonnebloemvriend naar huis gebracht om te sterven. Zijn
alternatieven waren opname in een verpleeghuis of in het hospice. Dankzij
zijn vrouw en de thuiszorg kon hij naar huis. De inrichting van de huiskamer
werd aangepast zodat er een bed in kon en andere middelen om verpleging en
verzorging mogelijk te maken. De toekomst van mijn vriend werd beperkt tot drie
maanden. Binnen die korte tijdspanne zou zijn leven zijn voltooid, medisch
gezien. Mijn vriend zag dat echter anders: “Ik wil graag tachtig worden!”, bekende
hij mij tijdens een van mijn eerste bezoekjes aan zijn ‘sterfbed’.
Joggend langs
de Loenensche Wel, de nevengeul bij Ewijk, die vanwege de hoge waterstand van
de Waal buiten haar oevers is getreden, vertoef ik weer bij de discussie over
het zelfbeschikkingsrecht die ieder van ons heeft, gisteravond in Nieuwsuur. We mogen zelf besluiten of we
een einde aan ons leven willen maken. Dat recht druist overigens wel in tegen
de restanten van mijn katholieke opvoeding, voor wat dat nog waard is. Paul Schnabel
lichtte toe waarom geen euthanasie kan worden toegepast indien we dat zelf
willen maar de betrokken arts een andere mening is toegedaan. Onze wetgeving
laat dat niet toe en als we die gaan aanpassen halen we een praktijk van
vijftien jaar zorgvuldige euthanasiewetgeving volledig onderuit, aldus
Schnabel. Waar het kort op neerkomt is dat je zelf over je levenseinde mag
beslissen maar als je er hulp bij wilt hebben heeft ook de samenleving een stem
in de persoon van een arts, vindt de werkgroep van Paul Schnabel. Volgens Yvonne
van Baarle, namens burgerinitiatief Uit
Vrije Wil, is het rapport behoudend en bevoogdend. Het zijn meestal ouderen
die lijden vanwege een opeenstapeling van ouderdomsklachten (op zichzelf reden
om euthanasie te willen). Zij zijn heel goed zelf in staat om dit besluit te
nemen. Natuurlijk moet er dan een hulpverlener bij betrokken zijn, maar dit
kunnen volgens het burgerinitiatief ook andere deskundigen zijn dan artsen.
Wij
mogen dus zelf een einde aan ons leven maken, maar voor hulp blijft de huisarts
de meest aangewezen persoon. Ik herinner me een dame die in Het Dorp (Arnhem)
woonde. Zij wilde niet nog meer afhankelijk zijn dan zij vanwege haar
lichamelijke beperkingen al was. Toen zij nog lang niet oud was speelden haar handicaps een steeds grotere rol zodat zij hulp nodig had bij zo ongeveer
alles wat zij wilde ondernemen. Voor haar was dat de grens, zij wenste haar
leven te beëindigen. Zij kreeg echter geen euthanasie. Als alternatief at en
dronk zij niet meer, en, hoewel zij dat recht had, waren er heel veel
discussies. Sommigen wilden haar niet meer verzorgen, anderen vonden zelfs dat
er ingegrepen moest worden, dat deze vrouw gedwongen moest worden om te eten en
te drinken. Ik bezocht haar af en toe omdat ik met haar lot was begaan. In
diezelfde tijd, september 1988, overleed mijn moeder vrij plotseling tijdens
haar vijfenzeventigste geboortejaar (in het ziekenhuis waarin zij bijna
tweeënveertig jaar eerder van mij bevallen was). Mijn moeder had nog zoveel
plannen! Nog maar kort voor haar overlijden werd zij bijvoorbeeld bestuurslid
van een vrouwenbond in haar dorp waarvoor zij activiteiten ging organiseren. Het
bracht mij in verwarring. Op mijn werk werd ik geconfronteerd met een vrouw die
niet langer wenste te leven terwijl mijn moeder, die nog zo graag wilde leven,
gestorven was. Een poos werd het voor mij onmogelijk om mijn bezoekjes voort te
zetten, totdat het te laat was.
Mijn
Zonnebloemvriend werd nog bijna tachtig. Hij leed aan een longziekte, (dus) aan
een opeenstapeling van ouderdomsklachten (en zijn vrouw leed met hem!) Hij
overleed bijna drie jaar nadat hij naar huis was gekomen om te sterven. Zeer
tegen zijn zin.
Wij
mogen zelf ons leven beëindigen, maar het beginnen en voortzetten, daarover hebben
we niets in te brengen, als het erop aankomt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten