Oudejaarsavond
was supergezellig ondanks wolken aan de horizon.
Het oostelijke deel van de Waalbandijk
verdwijnt onder mijn joggende voeten, stap na stap, en maakt de weg vrij naar de
laatste avond van 2014. Bij onze oudste zoon en zijn gezin speelden we Triviant Pursuit. Samen rond de
kloostertafel. Oliebollen, snoeperijtjes, hartige hapjes en drankjes onder
handbereik. Sofie lekker in haar bedje, in blijde afwachting van het nieuwe jaar en spetterend vuurwerk, Snuf in zijn kooi, na een plas over Niek en de bank, en
Loes weggekropen onder de onderste traptrede. Steeds als een van ons even bij
haar ging kijken, boorden haar glinsterende, doodsbange poezenogen vanachter
een doos met speelgoed, vertwijfeld in de onze: houdt op met die harde knallen,
asjeblieft!
Vooral Niek liet niet af naar haar om
te zien.
We speelden met de familie-uitgave van
het kennisspel zodat Niek en Koen aangepaste vragen kregen en een eerlijke kans
om het van de volwassenen te winnen. Nou ja, wat is er eerlijk aan dit
vragenspel? Hoe kun je ooit antwoorden op een vraag zoals (vrij geïnterpreteerd):
“De Italiaan Marco Salutati, werd wereldkampioen omdat hij wat het langst had volgehouden?”
Tja, wat is wat?
We vuurden Riky aan en kwamen met
suggesties zolang haar antwoord uitbleef: de langste spaghettisliert naar
binnen slurpen; de langste das knopen; de langste neus maken…; enzovoort. De
voorstellen gingen van netjes naar onfatsoenlijk. Het goede antwoord – een
boer, langer dan een minuut en 17 seconden volgehouden – zat daar ook tussen
maar werd niet gegeven. Natuurlijk genoten we, maar hoe kun je het goede
antwoord geven op zo’n onzinnige vraag?; wie draagt kennis over dergelijke
ongein?; wie bedenkt zo’n idiote opgave?
Terwijl ik blijf hangen bij die
boerende Italiaan, ik ben inmiddels het woonbootje van Klaartje gepasseerd,
schiet de droom van afgelopen nacht weer naar binnen. Daarin moest ik oppassen
op de hond van Nico, een kip en een konijn. Het konijn hupte naar buiten en
klom op de rug van de kip. Ik zie het weer helder voor mij, als spelen zij de
Bremer muzikanten uit het (bijna) gelijknamige sprookje van de gebroeders
Grimm! Dat heb ik nou. Loop ik hier langs de Waalbandijk, schiet me een
mogelijk triviantantwoord spontaan te binnen, terwijl er geen vraag over wordt
gesteld! En in diezelfde droom streel ik het schaap (zo gaat dat met
droomdieren, ze veranderen onder je handen!). Een deel van de geschoren buik
toont haar onbeschaamd roze vel met daarin een slordig vers litteken. Ik probeer
te vragen of zij een keizersnede heeft ondergaan, maar kan met de beste wil
niet op die term komen.
Zelfs in mijn slaap ondervind ik hinder
van dat fenomeen: ik weet wat ik wil zeggen, maar kan het (ant)woord niet
reproduceren. Dat gebeurt tegenwoordig iedere dag. Sowieso veelvuldig als ik
naar ‘Twee Voor Twaalf’ of ‘De Slimste Mens!’ kijk. (Jammer
trouwens dat Ellen Deckwitz zich gisteravond liet wegspelen. Nu moeten we het
(voorlopig) zonder haar gedichtjes stellen. Alleen Ellen kan bedenken: ‘de
steen vreest mij / omdat ik haar stuk zal slaan’. En dan is het volgens Timothy
ook nog een supermooie vrouw: van dergelijke weetjes heb ik overigens geen
last!)
Omdat het logge lijf van Amoz in
dezelfde droom om de wc-pot ligt, stoot ik enkele stapeltjes schoon gewassen en
gevouwen onderbroekje om, maatje Samuel. Ze vallen in een spoelbak waarin een
laagje water staat. Paniek. Snel er uit graaien. Die nog droog zijn leg ik
naast mij in het ligbad…
Onderbroekjes als voorboden van zijn
thuiskomst: zo verschijnt onze jongste kleinzoon in mijn droom, reeds in de
tweede nacht van 2015. Het gaat goed met hem, ondanks een injectie hem weer een
terugval bezorgde. Maar als hij niet sterk genoeg was geweest had men hem die DKTP
spuit niet gegeven!
Volgens Rima, zijn moeder, loopt hij
een beetje achterop.
Hoe ook, het gaat langzaam (vooruit)
met Samuel.
Geluk dat traag op stoom komt is
evengoed geluk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten