De
afgelopen dagen passeert er weinig anders in de media dan nieuws over de
moordpartij bij de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo. Daar wil ik het vandaag niet over hebben. Het
probleem is dat er weinig anders in mij om gaat. Zelfs hier, in de vredige omgeving
van de Kloosterstraat, herinneren twee gewone kraaien, links in de perenbomen, mij
aan de gemaskerde terroristen die opgewonden schreeuwend in een zwarte auto
stappen kort nadat zij zoveel levens vernietigden, inclusief dat van de agent die,
gewond en weerloos op het trottoir liggend, om zijn leven smeekte. Voor mij uit
joggen twee vrouwen.
Het duurt even voordat ik in de gaten
krijg dat ik langzaam op de twee hardlopende dames inloop. Dat overkomt mij niet
vaak, dat ik andere hardlopers inhaal. Eigenlijk let ik nooit op mijn snelheid
(ik vind het lekker om rustig te rennen en me een beetje te laten wegdrijven op
impulsen vanuit mijn omgeving, of herinneringen die, spontaan of getriggerd,
opkomen.) Ook nu probeer ik mijn tempo te negeren, maar dat is lastig met twee
aantrekkelijke ‘hazen’ voor mijn neus. Terwijl ik de vrouwen steeds dichter
nader bedenk ik dat hardlopen kan helpen om mensen dichter bij elkaar te
brengen. Als bijvoorbeeld, een soenniet geregeld met een sjiiet zou gaan
rennen, niet om te kijken wie het snelste is, maar gewoon vanwege de
ontspanning, zullen die twee hun geschil op den duur misschien beslechten en
stoppen met elkaar te beoorlogen. Voor mij uit gebeurt iets: een van de twee
vrouwen trekt haar jasje uit en bindt het fladderende ding om haar middel. De
tweede volgt het voorbeeld van de eerste terwijl zij de helling naar de
Waalbandijk nemen. Ik volg hen, nu op zo’n vijftig meter, maar houd mijn jasje
lekker aan.
Als twee hardlopende moslims, soenniet
en sjiiet, vrienden kunnen worden door geregeld samen te rennen en zodoende hun
geschillen bijleggen, gaat dat misschien ook op voor een westerling en een
moslim. Ik weet ook wel dat het naïef is om te veronderstellen dat diepe
geschillen, die onder meer geleid hebben tot het afschuwelijke bloedbad in
Parijs, simpel door samen te joggen weggenomen kunnen worden. Dat neemt niet
weg dat ik echt vind dat er meer aandacht moet zijn voor een dialoog tussen de
zo wezenlijk verschillende culturen. Miljarden euro’s en dollars zijn besteed
aan oorlogen tegen extreme moslims en de Taliban in het bijzonder. Blijkbaar
hadden wij, westerse samenlevingen, zoveel geld daarvoor over. Zo’n zelfde
bedrag zou een substantiële bijdrage kunnen vormen voor de culturele dialoog.
We rennen inmiddels in de nabijheid van
het land waar Marlies voorheen probeerde een boerderij op biologische basis te
bestieren. De dames maken ruimte voor mij hoewel er, om hen te passeren, voldoende
asfalt is. Het zijn geen zussen van elkaar, maar zij voelen zich wel als zodanig.
Dat is mooi. De ‘zusjes’ zijn het met mij eens dat hardlopen verbroedert. We
zijn het samen eens dat wij, het westen, te weinig hebben geïnvesteerd om te
begrijpen wat de moslims beweegt voordat we ons om politieke redenen met hen
bemoeiden. Wij wensen elkaar evengoed een mooie dag. Langzaam loop ik op hen
uit.
Vrijheid van meningsuiting is een groot
goed in onze cultuur. Wij vinden het heel gewoon gevraagd of ongevraagd onze
mening te geven, maar blijven evengoed verantwoordelijk voor ons gedrag. Verdraagzaamheid
is immers minstens zo waardevol als vrije meningsuiting. Er is niets mis met
kritiek op ideeën die gevoelsmatig lijnrecht tegen onze culturele waarden in
gaan. Het is dan ook prima om door middel van een cartoon de dialoog op gang proberen
te brengen, hoewel harde spotprenten misschien niet het meest geëigende middel
zijn om diepe kloven tussen culturen te overbruggen.
Gesprekken kunnen begrip kweken voor
elkaars standpunten. Kogels niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten