zaterdag 19 mei 2012

Watersnood

vrijdag 18 mei 2012  Er verdwijnt steeds meer licht uit de dag zodat mijn regenjasje voor de zekerheid mee gaat. Wij begonnen argeloos aan deze dag, zoals we dat de meeste morgens gewoon zijn te doen. Mijn agenda beloofde geen vaste afspraken, dus geen verrassingen vandaag, dacht ik nog. Het gebeurde al tijdens het tandenpoetsen: het water hield op te stromen.
Natuurlijk springt onmiddellijk het lichtblauwe kaartje van Vitens in mijn gedachte. Daarin kondigt het waterleidingbedrijf werk aan het leidingenstelsel aan, van negen uur in de morgen tot ongeveer twee uur in de middag. Het label, voorzien van een handige opening aan de bovenkant, is een goede reminder met een duidelijk advies: “Hang dit aan uw kraan.” Maar ja, aan welke kraan? Riky legde het zekerheidshalve op het aanrecht.
Op de Dijk peins ik over de vraag hoe ons dit kon overkomen. Toen we de waarschuwing enkele dagen geleden op de mat vonden was onze enige reactie: “O, vrijdag pas!” Wij dachten niet door en lazen niet de achterkant van de aankondiging. Op die plaats probeerde de waterleverancier ons te adviseren voorzorgsmaatregelen te nemen. Omdat we het kaartje achteloos opzij schoven – hoewel Riky het dus, zorgzaam als zij is, nog op het aanrecht lei – kwam die goedbedoelde raad niet bij ons aan. Geen tanden poetsen! Voor mij niet zo erg, wel voor Riky, met al dat ijzerwerk in haar mond. En geen koffie, O Ramp, het toilet kan slechts één keer worden doorgespoeld.
Gek dat dit voorval mij doet denken aan iets wat mij in 1960 overkwam. Maar misschien ook weer niet zo vreemd, want een herinnering is, volgens Cees Noteboom, als een hond die gaat liggen waar hij wil. Ik ben net even naar de WC geweest en als ik terugloop, richting praktijklokaal, valt mijn oog op een vreemd gevormde kraan die laag bij de grond uit de wand steekt. De toiletten bevinden zich aan de achterzijde in de garderoberuimte, die in open verbinding staat met de praktijkruimte, waar op dit moment mijn klasgenoten pogen om, door ijverig te vijlen, uit een blokje metaal een zuivere kubus tevoorschijn te halen. Nu ik die vreemde kraan eenmaal zag, moet ik weten waar zij voor dient, dus draai ik hem voorzichtig open. Dat valt niet mee, het ding zit nogal vast waardoor ik tamelijk veel kracht moet zetten. Eindelijk geeft het mee. Er ontsnapt slechts lucht met een raar luchtje. Gas, denk ik gealarmeerd, dus sluit ik de kraan direct. Maar het duiveltje op mijn schouder fluistert dat het geen gas kan zijn “Denk even na, Simon, jongen! Wat heb je geleerd over gasaansluitingen? Nou?” Dat is waar. Opnieuw draai ik de kraan open. Veel verder nu. Weer die vieze lucht dat mij echter niets vertelt over de functie van deze tap. Ik draai de kraan weer dicht, tenminste, dat probeer ik, maar krijg er geen beweging in. Nu ken ik er ook de functie van: water! Plotseling spuit het vrijelijk op de betonnen vloer. Al bijna verslagen en benauwd zwetend, probeer ik het weerbarstige ding te sluiten. Niets helpt, zelfs niet een fikse trap. Er staat al een dunne film op de vloer als ik besluit de leraar erbij te halen, nadat ik nog snel een paar tassen uit de watervloed plukte. Mijnheer doet zijn best: ik kan slechts schuldig toekijken. En wij, op onze beurt, worden bekeken door mijn klasgenoten die zich verkneukelend rond de entree van de garderobe verdringen.
Het verzamelen van voldoende flessen en geschikte potten voor de komende uren, en een kort ritje naar Ben en Wenny, daarmee is onze ‘watersnood’ voor nu opgeheven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten