Met een zelfstandig handelende auto zou, op die bewuste frisse herfstdag ongeveer vijfendertig jaar geleden, niets zijn voorgevallen: Ik ben laat voor mijn dagdienst in de Pompekliniek, dus neem ik de fiets. Ik kies een ander stallingplaatsje dan gewoonlijk. Dat is verstandig, maar ik weet nog niet waarom. Bij het verlaten van de overdekte fietsenstalling hoor ik het bekende geluid van een Lelijk Eendje (ik rijdt er zelf ook één.) Een splinternieuwe Deux Chevaux, gelakt in de originele donkerrode kleur, komt het parkeerterrein op rijden. Ik volg het wagentje dat, niet geheel vloeiend, een wijde bocht naar de rij parkeerplaatsen maakt die aan de fietsenberging grenst. Vreemd, vind ik, daarom blijf ik de verrichtingen van de automobilist of automobiliste observeren, in plaats van naar mijn afdeling rennen, gezien ik toch al laat ben. Kennelijk is het plan om recht in die laatste rij te parkeren. De auto maakt enkele buigingen, anders kan ik het niet duiden, doordat het gas beurtelings wordt beroerd en losgelaten. De motor protesteert maar houdt vol. Wie achter het stuur zit kan ik nog steeds niet zien doordat de ochtendzon in mijn ogen schijnt. De opzichtig glanzende Eend heeft nog veel vaart. Op het laatst krijgt de motor zelfs nog een dot gas te verwerken en knoert de glimmende koets met een gangetje van minstens twintig kilometer per uur tegen de stevige parkeerbeugel, wipt daar overheen, en vervolgens door de zijwand van de fietsenberging, waarbij de metalen wandplaten deels ook naar buiten schieten. Enkele klinknagels hoor ik tegen verderop geparkeerde auto’s kletsen. Ik ren terug de fietsenstalling in om uit de ravage te redden wat ik redden kan. Een van onze psychologen, laat ik haar Jasmine noemen, wringt zich lacherig uit het spiksplinternieuwe wrak. Zij is wonder boven wonder ongedeerd gebleven. Ik spreek mijn verbazing uit over het feit dat zij per auto komt – gewoonlijk gebruikt zij haar fiets – waarop Jasmine vertelt dat zij het afgelopen weekeinde, thuis in Antwerpen, rijexamen deed. De nieuwe auto stond maandag al voor haar klaar zodat zij direct rijden kon. Nou ja, zij geeft toe nog wel enige ervaring te kunnen gebruiken…
Het zou zomaar kunnen dat mijn af en toe terugkerende, nachtmerrieachtige droom begon vanwege Jasmine’ ongelukje. In die droom rijd ik achteruit. Op het moment dat ik moet remmen besef ik dat het niet lukt. Hoewel ik het rempedaal hard indruk en de handrem stevig aantrek, het maakt geen verschil. Mijn auto gaat zelfs sneller rijden. Altijd word ik voortijdig, zwetend wakker. De afloop ken ik niet.
Misschien zal mijn eerste zelfstandige auto mij van deze angstdroom afhelpen!
Hoi Simon,
BeantwoordenVerwijderenIk heb het opgezocht in droominfo.nl:
Wanneer je droomt dat je op de rem trapt, geeft je droom aan dat je het watlangzamer aan zou moeten doen in zaken of persoonlijke kwesties.
Je hebt in de 'fast lane' geleefd en zou het nu wat makkelijker aan moeten doen.
Ja, daar zit misschien iets in?
gr. Alice