zaterdag 26 mei 2012

Vergroenen

Het is lekker fris als ik de deur uit ga. Zestien graden. Aan het weinige verkeer is te merken dat het vroeg is, en het begin van een vrij weekeinde bovendien. Een extra lang weekeinde, Pinksteren! Enkele joggers kom ik tegen, en een wandelaar die bezig is aan zijn training, waarschijnlijk voor de 4Daagse. Langs de Tempelstraat loopt het gezinnetje Meerkoet richting waterplas. Een moeder met haar drie opgeschoten kinderen. Het is een komisch gezicht: de slanke ouder gevolgd door drie dikke grijze pullen, die hun moeder duidelijk over het hoofd zijn gegroeid.
De Dijk is er de laatste dagen helaas niet fraaier op geworden. Aan de kant van de Waal is drastisch gemaaid. In slagorde op langgerekte rijen, slechts op enkele plaatsen onderbroken door een dijkopgang, ligt de oorspronkelijke begroeiing kansloos uit te drogen in de zon. Akelige bleekgroene stoppels overheersen het beeld. Maar de pracht van boterbloemen en fluitenkruid blijft via herinnering beschikbaar, dat pikt de maaier ons niet af! Ik ben benieuwd hoe snel het beeld weer in oude glorie wordt hersteld.
Ik loop weer een eind de Uiterwaard in om een beter zicht te krijgen op het bouwen van de vier nieuwe brugpylonen. Maar ik rekende niet op de stand van de zon: het tegenlicht is zo sterk dat ik weinig details kan onderscheiden, hoewel ik kan zien dat de toekomstige brugdragers snel hoogte winnen.
Op de rivier is van het vrije pinksterweekeinde niet veel te merken. De beroepsvaart vaart onverstoord voort. Op mijn weg terug merk ik dat ik inloop op een brede duwcombinatie. De afstand tussen mij en de boot wordt langzaam maar zeker verkleind. Daar verbaas ik mij over, want zelfs stroomopwaarts varen de schepen altijd sneller dan ik kan lopen. Dit schip vormt daarop dus een uitzondering. Ik zie dat het om een duwboot gaat die een aantal enorme bakken voor zich uitduwt. Langzaam haal ik de combinatie in en krijg ik begrip voor zijn geringe snelheid. Die wordt mogelijk veroorzaakt door het grote aantal duwbakken: vier rijen van drie bakken. Dus twaalf bakken in totaal. Het geheel beslaat misschien wel een half voetbalveld! De bakken liggen zonder uitzondering diep in het water en zijn gevuld met zwarte bergen waarvan de toppen boven de rand uitsteken. Waarschijnlijk steenkool. Ik vermoed dat het om een verse voorraad voor de nabije elektriciteitscentrale gaat.
Jammer dat veel elektriciteit, dat in principe schoon en duurzaam kan worden geproduceerd, nog steeds wordt opgewekt met behulp van fossiele brandstoffen zoals steenkool. Bij de verbranding daarvan worden immers grote hoeveelheden broeikasgassen uitgestoten. Misschien dat de voorgenomen belasting op het gebruik van steenkool de productie van elektriciteit zó duur zal maken dat Nederland massaal overgaat op het gebruik van zonne-energie, windenergie en elektriciteit uit water. Onze omgeving zal er schoner en groener door worden! Hoewel er ook nu al hoopvolle berichten zijn, over het schoner worden van ons milieu bedoel ik. Zo zijn er onlangs vijftig steuren uitgezet, in het vertrouwen dat deze dieren zich in Nederlandse rivieren zoals de Waal opnieuw kunnen handhaven. En pas hoorde ik een van onze zonnebloemgasten vertellen over zijn werk bij de Nyma, een voormalige kunstzijdespinnerij in Nijmegen. Deze fabriek loosde zoveel giftig afval direct in de Waal zodat je in de buurt daarvan nauwelijks adem kon halen. Toen ik dit aan Riky vertelde trok zij een vies gezicht bij de herinnering: “O, als de wind toch verkeerd stond! Dan roken wij de Nyma. Wat een stank!”
We moeten dus niet al te pessimistisch over onze toekomst wezen: ik heb nooit moeite gehad om in de buurt van de Waal adem te halen. Ook vandaag kreeg ik er weer heel veel frisse lucht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten