zaterdag 14 januari 2012

Schoothondje

vrijdag 13 januari 2012  Ik kan mij voorstellen dat studenten politicologie vandaag moeilijker hun studierichting bekennen. Want weer toont de politiek haar meest platte zijde. Het PVV-statenlid Cor Bosman mailde aan al zijn politieke vriendjes een walgelijke, racistische opmerking over zijn stadgenoot en opponent, PvdA-statenlid Selçuk Ozturk. In alle vrijheid of argeloosheid, want de Limburgse Statenfractie ziet in zulk gedrag geen reden hem buiten de club te zetten. In die kringen is zulk gedrag gewoon. Daar houden zij niet van schoothondjes.
De noordwestenwind pakt mij op de dijk stevig aan en voelt koud. Ik weet waarom dat is. De politiek daarentegen opereert meestal stiekem. Nu deze escapade van Cor bekend is geworden nemen de media de verantwoordelijken stevig op de korrel. Daardoor horen wij hun au. Wat doen zij? Bosman wordt alsnog met uien naar het dak verwezen. Snel, uit het zicht van de Limburgse kiezers. Zo denkt men de schade te beperken en gaat over tot de orde van de dag.
Van mij hoeft een politicus niet direct een rode kaart als hij of zij een uitglijder maakt. In het geval van het Limburgse Statenlid is dat anders. Hij is onderuit gegaan in het vuil dat hij zelf op het speelveld deponeerde. Eerder was er één – alweer van die partij – die een bezoeker van een Haags café groggy sloeg. Kan gebeuren met drank in de man. Tekent het kaliber van de persoon, meer eigenlijk niet. Persoonlijk ben ik ook niet altijd braaf geweest. Zo moest mijn vader zich op geitenwollen sokken, zijn klompen moest hij achterlaten in het hossie[1], bij de burgermeester van Spanbroek thuis verantwoorden. Omdat ik diens zoon een tand uit de mond had geslagen. Dat zit zo: ik zit in de vijfde klas van de lagere school. Nico, mijn broertje in klas twee, bezit een weelderige bos rood haar. Hij loopt, omdat de schoolbel dat toestond, vrolijk voor mij uit. Aan de straat zal hij op mij wachten om samen naar huis te gaan. Mijn vriend Hans en ik zijn net het lange schoolpad afgeslenterd als wij een geweldige herrie horen: er wordt gevochten! Dat veroorzaakt opwinding, wij zijn namelijk jongens. Mijn jongere zusje Ria, nog veel meer en mooier rood haar, trekt aan mijn arm en gilt iets als: ‘Die joôn zit Niek vreselijk te treiteren om z’n haar!’ Dan pas zie ik dat mijn broertje, die ongelofelijk driftig worden kan, met een veel grotere jongen knokt. Dat ontsteekt mijn woede. Ondersteunt door een flinke portie adrenaline, trek ik zijn tegenstander aan diens mouw naar mij toe, haal uit en laat mijn vuist in zijn gezicht landen. De jongen wankelt gillend achteruit. Het is Peter Komen, mijn papperige klasgenoot wiens vader burgemeester is. Mijn woede is nog gaande dus moet ik hem hard onder zijn reet schoppen. Ik spuug hem toe dat hij een lafaard is. Hij spuugt schuimend bloed en een stukje tand, en schreeuwt huilerig: ‘Je zult er meer van horen!’, of iets van die strekking. Mijn vader wist wat er speelde. Het verhaal werd na schooltijd in geuren en kleuren verteld: ‘En Moe, Sieme vloerde ‘m in één klap!’ Ik heb geen idee hoe het onderhoud met dé notabele van het dorp is afgelopen. 
Laurence Stassen, voorzitter van de Limburgse PVV fractie, neemt zelf geen verantwoordelijkheid voor haar houding ten tijde van het incident. Cor verontschuldigde zich toch? Nu, maanden later, omdat wij het weten, is dat niet voldoende. Politiek, bah! 
Het zou mij teleurstellen als jij sympathie voelt voor de PVV. Ik voor mij houd het bij Job Cohen en zijn partij. Ook al zien sommigen hem als een schoothondje. Dat geeft niet, zolang hij ons schoothondje is. 

[1] Westfries voor een overdekte ruimte bij de voordeur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten