woensdag 18 januari 2012

Poedelprijs

dinsdag 17 januari 2012  Het bericht van het overlijden van Piet Römer tekent een grijs randje om deze datum. Evengoed is het een voorrecht om midden op deze prachtige winterse dag, zomaar een eindje hard te lopen. De sloot langs de Tempelstraat belooft een mooie natuurijsbaan. De basis ligt er, een vlak spiegelend laagje. Maar op de nevengeul langs de dijk is geen sliertje ijs te bekennen. Het zal dus stevig moeten doorvriezen willen we binnenkort daarop krachtig rondjes trekken.
Bij de middagboterham werden we verrast door een mededeling in het radioprogramma Lunch. Het betrof een voorstel van Steven Spielberg met betrekking tot filmprijzen. Persoonlijk ben ik niet geïnteresseerd in dat fenomeen, hoewel ik weet dat er tientallen prijzen bestaan. Voor de beste acteur of actrice, voor het beste filmscript, de beste kusscène (kun je het nog gekker bedenken?), beste filmmuziek. Enzovoorts. Daar wil Steven er graag een aan toevoegen, namelijk voor het best acterende dier. Dit wekte direct de spot van de Lunch-discussiegenoten en de vraag hoe die prijs dan moet worden genoemd. Poedelprijs, vond de deskundige: lachen geblazen! Gevat weliswaar, maar niet correct want deze vrolijke reactie slaat op het, vaak waanzinnig, getrimde huisdier. Terwijl de poedelprijs wordt gegund aan de speler die de meeste missers oftewel poedels maakte.
Onder de verkeersbrug is het druk. Veel kijkerspubliek vandaag. En dat is niet verwonderlijk omdat de bouwers bezig zijn met het opschuiven van het Ewijkse brugdeel richting Waal. Op de terugweg peins ik verder over Steven' suggestie. Nu de filmprijzenregen toch bestaat, is het zo gek nog niet ook dieren voor hun acteertalent te belonen of aan te moedigen. Het sluit volgens mij mooi aan bij de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek naar het inlevingsvermogen van dieren. Vastgesteld is dat dieren, ik meen dat het om ratten gaat, mee kunnen voelen met soortgenoten en hulp bieden als een ander in nood verkeert. In deze tijd van economisch navelstaren vind ik dit een optimistisch stemmend resultaat. Maar dat terzijde.
Misschien wordt het 'doen-alsof-talent' van dierenacteurs extra geprikkeld als zij in het bijzijn van hun soortgenoten worden gehuldigd. Maar dan wel nadat zij gezamenlijk de filmpremière hebben meegemaakt! Een dier kan een ander dier zelfs trainen in het aanleren van nieuw gedrag. Echt! Kort na mijn zeventiende verjaardag vond ik pension bij een collega huisschilder in Medemblik. Ik verwierf kort voor of nadat ik in het piepkleine slaapkamertje was getrokken, een Agapornis Personatus. Ofwel een dwergpapegaai. Het is een slim diertje. Op mijn eerste vraag: “Hoe zal ik jou gaan noemen?”, houdt hij zijn zwartgemaskerde kopje scheef, kijkt mij met witomrande, glimmende kraaloogjes aan en krast langs zijn knalrode snavel: “Porrrkie!” Ik zie dat hij het serieus meent, dus blijft het Porrrkie. Wouter, mijn collega en kostbaas, heeft een koningspoedel. Dat dier is zo groot dat het met gemak zijn neus op de eetkamertafel kan leggen. Bedelen is namelijk een activiteit die hij feilloos en effectief toepast. Niet prettig vind ik, zoals het ook niet fijn is om hem over zijn geschoren, stijve en aanstellerige krullenvacht te aaien. Porrrkie ziet de komst van dat pelsdier wantrouwend aan. Hij wendt voor dat ie er niet is en ik steun hem daarin. Nu verschuilt hij zich achter de suikerpot en wacht rustig af totdat de poedel zijn gulzige snuit op tafel schuift. Voor de hond en zijn natte neus komt de vlijmscherpe haksnavel als uit het niets. Na deze eerste harde les en enkele herhalingen met een steeds gewijzigd script, heeft het vorstelijke dier dat nare bietsen voorgoed opgegeven.
Nu ik dit hier neerschrijf realiseer ik mij dat Porrrkie ook mij iets leerde. Namelijk om antipathie te voelen voor poedelhonden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten