woensdag 11 januari 2012

Canicross

dinsdag 10 januari 2012  Toen ik de klink van de achterdeur omlaag duwde, werd ik met vrolijk geblaf begroet. Jenny en Rex voerden weliswaar de boventoon, maar ook het nestje van Jenny liet zich al duidelijk horen. Nico, mijn Zonnebloemvriend die afgelopen vrijdag vijfenzeventig jaar is geworden, begroette mij vanuit de woonkamer zoals gewoonlijk: ‘Ha, ben jij daar grote vriend?’ Terwijl ik hier langs de gezwollen rivier loop denk ik verwonderd terug aan die kleine gebeurtenis van vanmorgen. Hoe kan het, zo vraag ik mij af, dat Nico altijd zo optimistisch is en meestal vrolijk, terwijl die vreselijke ziekte hem letterlijk van zijn adem beroofd en bovendien zijn lichaam langzaam maar zeker sloopt.
Het water in de Waal staat zeker een meter hoger dan de laatste keer dat ik hier liep. Rivier en uiterwaarden vormen nu een bijna ononderbroken waterlandschap. De Waal is stilletjes tegen de dijk opgekropen. Ter oriĆ«ntatie steken bomenrijen en delen van hekken en informatieborden, boven het water uit. Ook de nevengeul is door de Waal weggegomd. Hier op de dijk, zie ik een man met een aangelijnde hond voor mij uit joggen. Sinds ik erover las zie ik voor het eerst iemand canicrossen. Canicross, overgewaaid uit Canada, is een nieuwe loopsport waarbij jogger en hond een team vormen. De bedoeling is dat jouw huisdier je loopsnelheid met drie tot acht kilometer per uur verhoogt. Gezien het tempo waarmee ik op dit koppel inloop betwijfel ik dat ik met een canicrossspan te maken heb. Op mijn vraag of hij zichzelf en zijn hond voor deze nieuwe sport traint antwoordt hij ontkennend. Van canicross heeft hij nog niet gehoord. De flink uit de kluiten gewassen Boxer, Jack is zijn naam, maakt op een nette manier uitgebreid neuscontact met mij, onderwijl ik zijn baasje bijpraat. 
Nog maar net onder de verkeersbrug door, ik moest wel goed opletten om niet in de modder uit te glijden (wat maken die brugbouwers er een blubberbak van!), zie ik dat de binnendijk, die van hier naar de Waal en vervolgens in een boog naar het dorp Winsen voert, nog droog is. Impulsief besluit ik vandaag die route te nemen. Zoals verwacht ziet de waterwereld er vanaf deze bijna verdronken dijk totaal anders uit: rondom niets dan water! Ik ben benieuwd of ik het hele extra traject kan aflopen. Ver voor mij uit staat een jogger zich te strekken. Hij of zij steekt felblauw af tegen grijs water en dito hemelgewelf. Daar roept de Waal ook mij een halt toe: wil ik door, dan moet ik zwemmen. Het is leuk even mee te strekken en oppervlakkig kennis te maken. Ik meen te begrijpen dat hij traint voor de Marathon van Egmond. Ook hij hoorde niet eerder over canicross.
Via het verdronken land krijg ik een beter en indrukwekkender beeld van de nieuwbouwbrug. Om toch aan en bij de brugpijlers te kunnen werken gebruiken de bouwers kleine bootjes. Een aantal ligt klaar bij een mobiele aanlegsteiger. 
De Calloway stier, die sinds een aantal maanden in een weilandje nabij de volkstuintjes aan de Hommelstraat staat, kijkt mij triestig na. Sorry jongen, ik kan jouw eenzaamheid in dat vertrapte natte weitje niet verzachten! Vooral sinds ik over de boer en zijn zoon las, die door een stier als jij werden gedood, zal ik eerst tot duizend tellen voordat ik mij in de nabijheid van jouw enorme horens waag.
Als ik de Tempelstraat weer inloop valt mij in dat ik Bonkie, het enige langharige reutje uit het nest van Jenny, zou kunnen kopen. Dan zou ik zelf kunnen ervaren hoe canicross voelt. Of zou een Chiwawa daarvoor toch te klein zijn?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten