woensdag 30 november 2011

Hazenpad

dinsdag 29 november 2011  Het zonnige en kalme herfstweer is uitnodigend om te lopen. Dus vroeg in de middag van start, dacht ik. De telefoon gooit enig roet daarin. Mijn bijna Zonnebloem bestuurscollega is verrast dat ik achter het nummer op zijn nummermelder zit. We spreken lang en intensief. Ik zal daarop niet ingaan maar houd er warme gevoelens aan over en verheug mij op een volgend contact.
Opgewarmd voor de start word ik opgehouden door een voordeurverkoper op jacht naar vroege glasvezelkabelgebruikers. Terwijl ik mijn schoenen veter probeert de man zoveel mogelijk voordelige informatie in mij te proppen. De eerste paar meters loopt hij zelfs mee. Onder het uiten van een soort verontschuldiging trek ik echter de kuierlatten aan. Kies zogezegd het hazenpad. Wel krijgt Glasvezelventer nog mijn instemming om tegen zessen een paar minuten van mijn tijd te snoepen. Eindelijk kan ik aan mijn hardlooprondje beginnen.
Mijn hazenvlucht brengt het verhaal ‘Haas in de Kloostertuin’ terug in mijn herinnering. Sinds ik een paar weken geleden daarover vertelde laat het mij niet meer los. Het is zaterdag, ergens in het vroege voorjaar van 1962. Ik help mijn baas, Jan Rood, met het bijeenzoeken van noodzakelijk schildersgerei en -materialen en laad daarmee diens auto. Jan heeft een klus in het klooster van de zusters Clarissen. Deze orde leeft afgezonderd van de dorpsgemeenschap. Hoewel er in die jaren weinig verkeer is, rijden we in kalme vaart naar Nieuwe Niedorp. We kletsen wat over de klus die wacht, iets wat Jan graag en veel doet. Op de smalle polderweg nabij Langerijs beukt er plotseling iets tegen de zijkant van de auto. Door de achterruit zie ik midden op de smalle landweg een dier stuiptrekkend liggen. Jan remt schielijk. Voor we echt stilstaan ben ik er uit. Een haas. Een flinke. Het beestje schopt nog zwak met de achterpoten. Strekt zich dan in overgave. We zijn het eens, zonde het karkas te laten liggen. Ik leg de stille haas tussen de verfblikken. Voordat ik de achterklep sluit, zachter dan bij de werkplaats, aai ik het onfortuinlijke beestje voorzichtig over de flanken. We overleggen over onze buit. Jan zegt toe een paar boutjes mee te geven voor mijn moeder. Mijn baas herneemt zich en informeert mij over de kloosterregel: niet praten met de zusters! Terzijde van de brede houten kloosterpoort bel ik aan. Dat resulteert in enig gescharrel achter de strenggroen geschilderde deuren. In het piepkleine getraliede luikje verschijnt een, in mijn ogen kinderlijk gezichtje, omgeven door strakgetrokken witte katoen. Zij ziet ons en sluit vriendelijk het luikje toe. Opnieuw gerommel. Duidelijk hoor ik sleutels knarsen en een balk wegnemen alvorens de poort krakend opendraait. Voor mij is dit het eerste van vele werkbezoeken. Jan rijdt naar binnen. De twee Clarissen met portierdienst sluiten, ieder met haar eigen sleutel, de kloosterwereld hermetisch af van de boze buitenwereld. Nabij een soort van bijkeuken parkeert Jan, ik open de achterklep. Iets bruins springt langs mij heen en vanuit mijn ooghoek zie ik de door mij vergeten haas nog net een goed heenkomen vinden: het looppaadje tussen enkele bloeiende struikjes zal het wederopgestane beestje regelrecht naar de ommuurde kloostergroentetuinen brengen. Na mijn eerste schrik en Jan’s ingehouden teleurstelling (religieuzen houden niet van vloeken), voel ik opluchting voor de haas. Het vindt in deze tuinen zoveel potentie! Of de zusters konden waarderen dat wij een geduchte concurrent voor hun kolen, worteltjes en sappige kropsla binnensmokkelden? Ik weet het niet. Daar mocht ik hen immers niet naar vragen!
Alweer op de Tempelstraat vraag ik mij af of ik er goed aan deed in te stemmen met de huis-aan-huis-verkoper. Wel was ik al van plan bij de eerste gelegenheid over te gaan op het glasvezelnet. In het algemeen ben ik misschien vatbaar voor dergelijke methoden. Dat belooft weinig goeds voor ons, toekomstige leden van de groep kwetsbare ouderen. Hardlopend vluchten zit er dan niet meer in. Nou ja, voor dat lidmaatschap ben ik voorlopig niet te porren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten