dinsdag 1 november 2011

Duimzuigen

maandag 31 oktober 2011  Het is zover! Ik was zo benieuwd wie het zou zijn. Weet het nu nog niet. Ik kom het waarschijnlijk ook niet te weten. Want de Verenigde Naties besloten: de zeven miljardste wereldbewoner is vandaag geboren in Uttar Pradesh, een deelstaat in het noordoosten van India. Jammer voor de kleur van de muisjes, nu we niet weten of het een jongentje dan wel een meisje is. De zeven met negen nullen willen vandaag niet uit mijn hoofd. Ik ben dan ook niet verbaasd dat ik er tijdens het hardlopen over moet piekeren. Ik heb daarover geen zeggenschap. Ik tref het overigens wel dat het opnieuw zulk prachtig weer is. De mensen die ik onderweg tegenkom hebben zonder uitzondering allemaal een goed humeur. Zelfs de Poolse werknemer die bij de nieuwe verkeersbrug aan het werk is. Getooid met een vriendelijke grijns laat hij in zijn landstaal weten, dat hij – en gelukkig gebruikt hij universele gebaren om zijn woorden breed te onderstrepen – mij helaas geen antwoord kan geven op mijn vraag. Dus weet ik nog steeds niet hoe lang ieder brugdeel is? Of, hoeveel brug per periode wordt geproduceerd en doorgeschoven. Het is veel te zonnig om mij te laten ontmoedigen. Ik kom er echt nog wel achter.
Ik vertoef even bij mijn jarige zusje in Warmenhuizen, maar ook die gedachte wordt verdrongen door India en onze nieuwe boreling. Ik vraag mij af of deze bijzondere geboorte misschien reden is voor zeven miljard beschuiten met muisjes. Dan hebben alle bakkers, waar zij zich ook bevinden, extra werk en inkomen. En onze medewereldbewoners tenminste vandaag iets te eten. Er schiet mij een wetenschappelijk berichtje te binnen: onderzoekers – hoe gek kunnen zij het bedenken – hebben berekend dat als wij, alle wereldbewoners, dicht tegen elkaar gaan staan, we precies genoeg ruimte kunnen vinden in Utrecht, de kleinste provincie van Nederland. Vooropgesteld dat daar geen bebouwing is en dat ook de heuvelrug geen obstakel vormt. Of zij in hun dissertatie meer voorbehouden maken is mij niet bekend. Ook niet of zij antwoord vonden op de vraag hoe al die mensen naar die mooie provincie komen. Meer prangend is de vraag hoe wij allemaal weer heelhuids thuis komen? Het ging hun natuurlijk om de oppervlakte die wij samen innemen. Zij kwamen op 1385 vierkante kilometer. Ik kan er niets aan doen dat mijn fantasie bij zo’n verhaal moeilijk is te stoppen. Ik bedenk dat we wel erg dicht opeen staan. Fijn voor de mensen uit de Gemenebest want zij zijn gewend aan strakke rijen, maar wij Nederlanders ontlopen die liever. En wat doen we als we moe worden? Dan is er geen ruimte om te liggen. Tenzij tweezesden van ons een ander op de schouders neemt, dan kan een kwart even liggen, zo heb ik berekend. Na een redelijke tijd, zeg een uur, wisselen we. We maken dat bekend met ping, want het grootste deel van ons heeft een BlackBerry. O ja, we moeten er wel aan denken genoeg boterhammen mee te nemen! Beschuiten met muisjes zijn niet aan te raden, want hoe houden we de muisjes aan boord? Ik denk toch dat we het maar niet door moeten laten gaan.
Straks thuis ga ik dat artikeltje zoeken. Ik wil weten welke wetenschappers voor de berekeningen tekenden. Ik hoop niet dat Diederik Stapel een van hen is want wellicht dat ik jou dan ongewild iets op de mouw spelde. Dan zijn de uitkomsten mogelijk uit een duim gezogen, een professionele weliswaar. Ik kan je met gerust gemoed verzekeren: ‘Dat was niet mijn duim!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten