zaterdag 29 oktober 2011

Strategie

vrijdag 28 oktober 2011  Met mijn meeste landgenoten vind ik dat we Mauro Manuel niet mogen dwingen terug naar Angola te gaan. Ik denk daarover na terwijl ik op deze prachtige warme dag (wat een cadeautje!) in een gematigd tempo de dijk oploop. Een ouderpaar zet zijn kind van negen op een vliegtuig. Bestemming voor hem onbekend. Wij op Schiphol, weten niet goed wat met het joch te beginnen. Uiteindelijk geven we de zorg over aan een Limburgs gezin waar hij met liefde wordt omringd. Na acht jaar is hij deel van dat gezin en volledig ingeburgerd. Minister Leers besluit desondanks. De Tweede Kamer debatteert tien uren over zijn besluit en is er nog niet uit. Echt waar, ik hoorde het op de radio, 10 keer 60 minuten! Het CDA gaat er morgen een partijcongres aan wijden.
Die Mauro heeft me straks toch een verhaal! Het doet mij denken aan Frank, een patiënt in de Pompe kliniek, toen nog in de pioniersfase. Het is 1968. Ik heb veel van mijn vader; zo ben ik best nieuwsgierig naar het waarom van opnamen, maar zou nooit zoals pa zo’n directe vraag stellen: “Heb jij iemand vermoord?” De patiënt in kwestie reageerde laconiek: “Oh, minstens vijftien!”, wat met bulderend gelach werd ontvangen. Mijn vader kon de grap ook wel waarderen. Terug naar Frank. Hij is een vijftiger en gedraagt zich zonderling. In de kliniek sleept hij meestal een dik gevulde, smoezelige linnen tas met zich. Daarin onder meer een paar beduimelde plakboeken. Ook mij vraagt hij of ik ze in wil zien. Frans vertelt dat hij veel heeft gereisd. Onderweg optredend als clown en goochelaar. Het boek puilt uit; foto’s, reisbiljetten, kranten- en tijdschriftartikelen. Ik zie Frans optreden in stadsparken, op pleinen in Parijs, Rome, Israël altijd omringd door tientallen kinderen. Hij is in zijn element. Frans vaak close in beeld. Schud handen van hoogwaardigheidsbekleders of wordt door hen omarmd. Ik herken Konrad Adenauer. Ik zie de premier van Roemenië en vele anderen. Hoe hij het klaarspeelde is voor mij een raadsel gebleven. Maar een parlement tien uren over jouw situatie laten vergaderen, zover schopte Frans het niet!
Bij het dijkmagazijn, dat nog in de steigers staat, stopt een bromfietser. Ik denk een bouwer die even een boodschap in de werkplaats deed. Ik heb het mis. Het motortje wordt afgezet, dan hoor ik een telefoon overgaan. Ik beland direct in de keuken van de familie Vlaar, die als eerste in onze buurtschap over telefoon beschikte. Precies dezelfde ouderwetse rinkel. Mijn eerste telefoongesprek om mij ziek te melden op school. In opdracht van mijn moeder nota bene. Stik zenuwachtig. Gelukkig klonk mijn stem daardoor geloofwaardig ziek! Boven de telefoon een plaatje van Johannes XXIII. Bij het dijkmagazijn rinkelt het totdat de bromfietser zijn GSM uit zijn zak vist en aan zijn oor drukt. Ik grijns onwillekeurig om de situatie, en uit zijn reactie maak ik op dat de beller het eveneens komisch vind. Ik loop nog een kwartiertje met mijn gedachten bij Vlaar en door in de berm te springen kan ik maar net een vrouw op de fiets ontwijken zodat zij niet tussen mijn benen parkeert. Automatisch ga ik foeteren tot ik mij haar wel erg donkere bril herinner. Te laat, want een mijnheer op de fiets bekijkt mij lachend en schud zijn hoofd, nog net zichtbaar voor mij.
Even terug naar de bestuurders in de top van onze samenleving. Het lukt hen niet problemen als met dit kind uit Angola te voorzien, terwijl die confrontatie al bijna negen jaar geleden plaatsvond. En Mauro zal niet het enige kind zijn dat in deze periode op deze wijze ons land is binnengekomen. Met andere woorden, de politiek heeft geen oog voor strategie. En daar zie ik een overeenkomst met mijn vrijwilligerswerk. Het toeval wil dat ik vandaag een animatiefilmpje zag waarmee de KNVB het besturen van verenigingen wil moderniseren en verbeteren. Kernwoorden zijn binden en verbinden. Het bekijken van de aantrekkelijke animatie ontbloot een paar zwakke plekken van mij als Zonnebloembestuurder. Ik wil mij niet schoon praten maar feit is dat bestuurskunde in mijn opleiding ontbrak. En dat geldt voor veel van mijn bestuurscollega’s.
Jesse schreef in 1986 eigenhandig een door mij te ondertekenen verklaring waarin ik beloof dat ik niet opnieuw zo’n lange en intensieve opleiding zal gaan volgen. Hij was toen twaalf jaar en ik had net de opleiding hoger management voor de zorg afgerond. Sorry Jesse, hier moet toch iets gebeuren. Ik ga voorstellen Strategie toe te voegen aan onze bestuurscursussen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten