zaterdag 29 oktober 2011

Wolletjes

vrijdag 7 oktober 2011  Het regent al een beetje als ik de deur uitga. Ondanks het herfstweer besloot ik dat een winddicht jackje genoeg zal zijn, maar de wind voelt koud aan. Misschien had ik toch mijn warme sweater aan moeten doen. Ha, er is wat te beleven op de dijk! Aan mijn Zonnebloemvriend Nico T. beloofde ik voor vandaag een verhaal over mijn konijnen. Sorry Nico, ik kan het niet helpen, het zijn schapen die mijn aandacht vragen. Er lopen er drie rustig te kuieren. Nog niet lang zo te zien, want nog maar weinig keutels. Waarschijnlijk uitgebroken uit de wei waarin nog tientallen van hun broers, zussen, neven en nichten onverschillig grazen van het korte natte gras. Misschien zijn het dezelfde dieren als die vluchtelingen van april vorig jaar; ook schapen kunnen immers leren! Die hadden de boel trouwens heel aardig onder gekakt. Wel jammer dat het drie dagen te laat is anders zou ik de perfecte goede-werelddierendag-daad hebben kunnen verrichten. Ik voel dat Franciscus desondanks goedkeurend toeziet als wij, twee toevallig passerende, wielrennende Samaritanen en ik, deze overmaatse bolletjes wol achter hun veilige omheining dirigeren. En dat valt echt nog niet mee, want de wolletjes proberen keer op keer uit onze omsingeling te ontsnappen. Uiteraard zonder succes!
Als kleuter ging ik ook al graag achter wegspringende bollen wol aan. Ik kon urenlang, zo komt het mij nu voor, naar mijn breiende moeder zitten kijken. En wat was ik trots als zij mij ‘haar grote jongen’ noemde, of zich afvroeg ‘wat moet ik toch zonder jou?’, nadat ik weer eens zo’n grote zachte bol van haar, met de nodige moeite tussen de vele stoelpoten rond de eetkamertafel uit gewurmd had.
Ondertussen laat de koude regen weinig van mij droog. Toch is er ook nog toeristisch verkeer op de dijk. Na mijn keerpunt – zoals de laatste tijd gebruikelijk, is dat net na de in aanbouw zijnde nieuwe verkeersbrug bij Ewijk – komt mij een jongedame tegemoet gelopen die een koffer op wieltjes achter zich aanzeult. Zij oogt niet meer al te fris en is veel te moe om op mijn groet te reageren. Heel gewoon, zulke voortrollende koffers in het straatbeeld van bijvoorbeeld Princes Street in Edinburgh, maar hier op de Waalbandijk toch wel bijzonder. Over dat raadsel peins ik nog als vanaf Ewijk een tractor met een gehuifde aanhanger de Dijk oprijdt. Er liggen veel grote plassen water, maar de bestuurder geeft mij voldoende ruimte en ik steek mijn hand op als teken van dank. De ramen in de huif zijn zwaar beslagen, wel kan ik zien dat hij afgeladen is met nog vrij jonge dames. Als zij mij passeren en mij vanuit de open achterzijde vol in beeld krijgen, applaudisseert het damesgezelschap heftig en klinken er luide aanmoedigingskreten. Ik bedank hen. Niet door mij om te draaien want dat gaat hardlopend lastig, maar door beide handen op te steken en ermee te wapperen als in de vogeltjesdans. We verwijderen ons snel van elkaar. Natuurlijk vraag ik mij af, waarom. Misschien omdat zij onze goede daad aan enkele wolleveranciers hebben waargenomen? Omdat ik het slechte weer negeer en mij zoals anders met hardlopen bezighoud? Of is het gewoon om mijn blote benen? Ik geef het op.
Vanwege mijn korte jasje en de enthousiaste herfstbui, ren ik inmiddels in een zeiknatte broek. Ondanks mijn sprint is nergens een conducteur of conducteurkamertje te vinden. Afijn, voor mij is het al veel te laat om met zo’n NS-plaszak de boel nog droog te kunnen houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten