zondag 27 november 2011

Afscheid?

zaterdag 26 november 2011  Ik heb weer eens op een zaterdagmorgen gelopen. Dat bleek een goede keuze, het weer was veel vriendelijker dan gisterenmiddag. Het gaf tevens gelegenheid op bezoek te gaan bij Miep H, een Zonnebloemvriendin[1] opgenomen in een van de Nijmeegse verpleeghuizen. Ik vond haar slapend, als een kwetsbaar vogeltje in een veel te groot bed. De verpleegkundige adviseerde geruststellend haar wakker te maken. In haar ene oog, dat zij moeilijk open kreeg, zag ik herkenning. Miep is al maanden aan het sukkelen: we hadden veel om bij te praten. Over de Zonnebloemafdeling, over haar wel en wee, en ook over Fietje, de zus van onze schoonzus, die eveneens in een verpleeghuis verblijft.
Thuisgekomen vertelde ik Riky over mijn bezoek en stellen we vast Fietje spoedig te willen bezoeken. Gisteravond ging de telefoon over. Het was laat. Ik zag het nummer en zei: ‘O jee Riky, Fietje is al overleden!’ En ja, Wenny vertelde mij dat haar zus die avond gestorven is.
Tijdens het hardlopen loopt Fietje met mij mee. Of zij ooit eerder hier over de dijk langs de uiterwaarden liep? Ik weet het niet. Ik leer Sophie in 1966 kennen en meen dan dat zij al wel achtentwintig jaar moet zijn. Dit blijkt vierenveertig te zijn. Weet een negentienjarige veel! Onze kennismaking begint dus goed. De familie weet: onze Sophie wordt niet oud! En inderdaad, vaak is er een probleem dat slechts chirurgisch kan worden opgelost. Het gaat van minder naar slecht en naar beroerder. Maar Fietje blijft optimistisch. En zij betekent veel voor ons. Vaak kunnen wij bij haar terecht als we eens een paar dagen van huis moeten en oppas zoeken voor onze kinderen. Zij geniet daarvan. Later ontstaat een ander soort verstandhouding tussen ons: de Zonnebloem heeft onze gemeenschappelijke interesse. Zij als vakantiegast met het motorschip of touringcar. Daar geniet Fietje hartstochtelijk van en is, als een enkele keer haar aanvraag helaas moet worden afgewezen, diep teleurgesteld. Daar leert zij soms ook iemand kennen waarmee zij telefonisch of per brief contact onderhoudt.
Inmiddels ben ik bij de verkeersbrug bij Ewijk gearriveerd, mijn gebruikelijke keerpunt. De nieuwe brug is sinds dinsdag zichtbaar gevorderd: het zevende brugdeel werd doorgeschoven en het storten van het achtste aangevangen. Het werk aan het draagvlak voor de nieuwe rijbanen, aan deze kant van de rivier, is bijna halverwege het gedeelte dat de uiterwaard gaat overbruggen. Er zijn vandaag relatief veel brugspotters bij het observatiepunt. Waarschijnlijk vanwege zaterdag.
Terug naar Fietje: vlak voordat ik mijn hardloopschoenen aantrek ga ik aan de buurtjes, onze kinderen vertellen dat tante Fietje overleden is. Ook al weten wij dat dit bericht eens komt, is het toch onverwacht. De jongens vragen wie tante Fietje is. ‘Je weet wel, die oude mevrouw in de rolstoel, die vaak op de verjaardag van oma en opa komt!’, zegt hun papa. En hij haalt enkele herinneringen op aan logeren en koude schotels na afloop van de vakanties. Ook Joeska, haar hondje komt natuurlijk langs. Steeds als er een Joeska sterft komt er een ander. Fietje houdt nu eenmaal vast aan reïncarnatie van iedere voorganger. Later kan zij er niet meer voor zorgen.
Onze lieve, hartelijke, dappere en trouwe Fietje is er niet meer. Maar wij koesteren warme herinneringen. Zoals aan dat moment kort na de geboorte van onze kleindochter Sofie. Als Sophie haar naar ooghoogte heft kunnen wij duidelijk aflezen: deze genegenheid gaat nooit meer over.

[1]  Bij de Zonnebloem noemen wij Miep een gast. In plaats van gast vind ik vriend of vriendin aardiger en treffender.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten