Ik dacht ook dat de
verhuizing haar dwars zat, zo goed wij daar ook last van hadden, wij ook
moesten wennen aan het feit dat de familie nu een paar kilometer verder woont.
Poezen hechten evenals mensen aan de plek waar zij opgroeiden. Toen eksters
zich met haar gingen bemoeien kwam mijn twijfel. Er is meer aan de hand, dacht
ik toen, veel meer en die eksters weten het. Een telefoontje van Wil zette mijn
twijfel om in zeker weten, uiteindelijk.
Timothy, onze zoon,
stuurde me een WhatsApp-berichtje. In het filmpje een ekster die zich geweldig
druk maakt. Schreeuwt, vals schettert, opspringt om vanaf de bovenrand van de
poort zijn scheldkanonnade voort te zetten. Loes de poes bleef opvallend
rustig. Op het filmpje zie ik haar zich languit in een plasje zonlicht
neervlijen, met een schuin oog naar de lawaaischopper kijken, knipogen tegen de
zon, gapen en zich sluipend naar de garage verplaatsen.
'Ach ja, meende ik, eksters hebben nu eenmaal een hekel aan katten! Misschien hebben ze wel een nest in de buurt.' Wat ik me toen nog niet realiseerde was dat deze vogels bijzonder gevoelig zijn voor glitteringen. Toen nog niet, totdat het telefoontje van Wil mij aan het denken zette.
'Ach ja, meende ik, eksters hebben nu eenmaal een hekel aan katten! Misschien hebben ze wel een nest in de buurt.' Wat ik me toen nog niet realiseerde was dat deze vogels bijzonder gevoelig zijn voor glitteringen. Toen nog niet, totdat het telefoontje van Wil mij aan het denken zette.
...riviertje dat het mooie dorp Unterleinleiter in twee... |
Die dag verkeerde
Nederland in de ban van de eerste hittegolf van dit jaar en van Loes. Wij
wandelden ongeveer zeshonderd kilometer zuidoostelijk. Ik had net een
romantische foto van de Leinleiter gemaakt, het riviertje dat het mooie dorp
Unterleinleiter in twee ongelijke stukken verdeelt, toen om tien minuten voor
twaalf mijn gsm trillend knetterde. Wil, collega vrijwilliger bij de Zonnebloem
en FB-vrind, meldde zich, vroeg mij of ik iets kon ondernemen omdat de kat hier
in de dakgoot loopt, in de zinken dakgoot die zo heet is dat zij haar pootjes
steeds moet optrekken om haar voeten te koelen! De hele buurt is overstuur,
vertelde Wil, vanwege dat arme beest en omdat zij het op geen enkele manier kunnen
redden. Ik verzekerde Wil dat ik onmiddellijk iets zou ondernemen en bedankte
haar voor haar belletje. In een kerkportaal vonden we koele schaduw en stilte.
Timothy nam niet op, evenals Annemarie, zodat ik een berichtje voor hen achterliet
en wij onze wandeling voortzetten. Het gedrag van Loes liet mij niet meer los.
Ik dacht aan een boek dat ik ooit las, ‘de Astronautes’?
Hoe dan ook, we weten
dat er ruimtereizigers zijn, reizigers uit de diepte van ruimte en tijd of een
parallelle wereld. Eenmaal onstoffelijk blijven zij in beweging, onzichtbaar
als zonlicht doorlatende zeepbellen. Evengoed zien we hen soms langs de periferie
van ons blikveld zweven, zien we hun glinstering maar kunnen niet op hen scherpstellen.
Vogels (zoals eksters) zien hen daarentegen wel! In hun astrale gestalte kunnen
ruimtereizigers schuilen bij andere wezens, als zij bijvoorbeeld behoefte
hebben zich een poosje op hun omgeving te reflecteren.
De eksters hadden het
goed gezien! Een ruimtereiziger maakte reeds wekenlang gebruik van Loes om bij
te tanken. Op die hete dag – zesendertig graden meen ik –, voldoende uitgerust
zijnde, stuurde hij zijn kat-gastvrouw naar het hoogst bereikbare punt in de
omgeving vanwaar hij zijn reis wilde voortzetten. Onder zijn druk bereikte
Loes, via een bureau op de zolderetage, het op een kierstand geopende
dakvenster en van daar de zinken dakgoot.
Toen haar ongenode
gast was vertrokken vroeg Loes zich vertwijfeld af hoe zij in deze benarde positie
verzeild was geraakt. De hitte maakte haar radeloos omdat zij geen uitweg vond
en niet kon weten dat hulp in aantocht was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten