donderdag 15 juni 2017

Ameisen

Zijn het de medicijnen die ik gebruik, hebben de pillen het gedaan?
Er gebeuren rare dingen in ons huis. Nou ja, in ons tijdelijke huis. Eerst was er die droom. Heel gewoon, dromen, die overkomen mij iedere nacht. Maar dromen over de dame van wie je de vakantiewoning huurt, terwijl je haar nog maar enkele uren geleden hebt ontmoet, is raar.
Het is een prachtige locatie waar we zijn neergestreken, midden in een uitgestrekt fietsgebied, wandelen, hardlopen, het kan hier allemaal direct vanuit de voordeur. Een van de mooiste wandel/fietstrajecten van Oberen Franken, der Romantische Radweg, loopt langs onze vakantiewoning. Vanuit de huiskamer, achter een met meizoentjes bespikkelt gazon en het tuinhek waarachter we onze auto parkeerden, zien we hen gaan: wielrenners, rolschaatsers, wandelaars, mensen in zomerse outfit voorzien van nordic walking sticks, joggers, dorpelingen die hun hondje uitlaten, kleine kinderen voorzien van veilige helmen en huisvrouwen met boodschappenmandjes achterop hun fiets. De afgelopen dagen gebruikten we dit pad dagelijks meerdere keren, naar links voor een korte wandeling naar het toeristische plaatsje Veilbronn dat gedomineerd wordt door trolvormige rotsformaties zoals de Totenstein, of naar rechts, naar Heiligenstadt, puur om het wandelen, om er uit eten te gaan of levensmiddelen in te slaan. Iedere dag een klein stukje verder langs de Leinleiter, het vrolijk kabbelende, optimistisch kronkelende riviertje dat gedurende miljoenen jaren idyllische dalletjes uitsleet.
Eerst die droom, toen sprak de vloer en tenslotte verschenen de mieren.
Het duurt lang voordat Helga aan de deur komt, in mijn droom. In kreupel Duits vertel ik haar dat ik de sleutel vergat toen ik even een luchtje in de tuin ging scheppen. Zij fronst en beweert onomwonden mij niet te kennen, keert zich van mij af als een gestileerde vrouw in het uurwerk van een klokkentoren. Verward en boos bezweer ik haar dat mijn vrouw slaapt, echt waar, en wijs in de richting waar we onze auto, nog maar enkele uren geleden, parkeerden. Er is echter een klein probleem: de wagen staat er niet! Op dat moment word ik wakker, thuis, in mijn eigen bed, meen ik. Om mijn nachtelijk ding te doen loop ik voorzichtig om het bed. In plaats van de deuropening rechts doemt een wand vol spleetvormige gaatjes op, waardoor nachtlicht naar binnen valt. O ja, da’s waar ook, vakantie!
...dat gedomineerd wordt door trolvormige rotsformaties...
Gewezen door de zwak verlichte thermostaat van de verwarming zoek ik de weg naar het toilet door deze vreemde donkere kamers. De vloer reageert knisperend, alsof mijn voeten achter mij aan wandelen. Twijfelend aan mijn gehoor sta ik stil, maar mijn voetstappen knerpen spookachtig en vasthoudend tot onder mijn voeten, dan is het weer muisstil. Pas als ik mijn wandeling door de slaap- en huiskamer voortzet laten zij zich opnieuw horen. In mijn fantasie marcheren tienduizenden mieren op krukken met mij mee.
De tweede dag, we wennen inmiddels aan de levenslustige vloeren, ontdekken we twee vreemde kolonies die samen met ons dit overigens zeer comfortabele en schone huis hebben betrokken. De ene bevindt zich onder de lijst van de keukendeur, de andere in de hoek van de hal onder de hoge vloerplint. Beiden worden bevolkt door zwarte slanke vliegen die veel weg hebben van vliegende mieren. Zij wankelen alsof ze het gewicht van hun vliesvleugels nauwelijks kunnen dragen, laat staan ermee vliegen. Tussen hen in ontdek ik piepkleine, bijna doorzichtige oranje-gele mieren.
‘Ameisen, schauen Sie hier und hier!‘ Frau Helga wees ons vanmorgen waar zich rond het terras geregeld mierenkolonies vestigen. Ja, ook vliegende mieren. Wij informeren haar maar niet over de kolonies in haar vakantiewoning. Kijken naar de vliegende mieren, die als krentenbaarden aan de wanden hangen, is als kijken naar de kabinetsformatie in Nederland. Wij, in onze vakantiewoning, kunnen zoveel geduld niet opbrengen en gebruiken de stofzuiger als ons krachtigste argument.



2 opmerkingen: