Als een houten
plankpop lag ik in bed, gisteravond en vele avonden en nachten daarvoor. Armen
en benen gestrekt, passiever kan bijna niet. Daarmee houd ik alle pijntjes voor
zekere tijd op afstand in de hoop dat ik snel inslaap. Dat lukt bijna altijd,
zodat ik het eerste deel van de nacht ongestoord kan slapen. Later in de nacht
begint het geklooi. Wakker worden vanwege pijn en vermoeidheid die in de kern
van mijn botten lijkt te gaan zitten. Andere lighouding aannemen waardoor de
ergste vermoeidheid afzakt en de pijn een beetje dooft. Weer wakker worden,
omdraaien, enzovoorts, tot het tijd is om op te staan.
Soms
word ik er chagrijnig van.
Gisteren
was in zoverre anders dat ik in mijn halfslaap de veroorzaker (waarschijnlijk polymyalgia rheumatica) visualiseerde als myriaden
levende wezentjes. Zij, ik noemde hen Duvelstoejagers, krioelden als mieren
door mijn lijf en waren voortdurend uiterst alert op mijn bewegingen. Als ik bijvoorbeeld
een voet over de matras in de richting van mijn knie schoof, of naar de rand
van het bed, om dat been even te ontspannen, hadden diegenen die alle
spiergroepen in het betreffende been bewaakten dat direct in de gaten en
straften mijn initiatief genadeloos af. Alleen mijn armen. Ik ontdekte dat ik
hen met mijn onderarmen kon foppen, en met mijn hoofd. Toen ik de eerste keer
jeuk aan een oor kreeg, bewoog ik mijn onderarm voorzichtig omhoog, mijn ellenboog
hield ik daarbij instinctief onbeweeglijk op het matras, en mijn hoofd iets
opzij zodat ik precies aan dat kriebelende oor kon krabben. Iedere reactie van
de kant van de Duvelstoejagers bleef uit. Há, heb ik jullie mooi te pakken! En,
als om dat feestje te vieren, maakte ik dezelfde beweging met mijn andere arm. Dat
had hetzelfde resultaat.
Zoals
andere nachten bleven de Duvelstoejagers intussen niet stil zitten. Langzaam
maar zeker, stukje voor stukje, namen ze de spieren van de ene spiergroep na de
andere in een soort van houdgreep zodat mijn lijf gedurende de nacht steeds
stijver werd, heupen, bovenbenen, knieholten, nek, schouders en bovenarmen. Ergens
dieper in de nacht veranderde het pestende knijpen, zuigen en porren van de
Duvelstoejagers in felle steken in mijn linker bovenarm, als de messteken van de
met nepbomgordels omsnoerde extremisten in het Londense Borough Market,
afgelopen zaterdagavond. Met dat beeld werd ik wakker en klom ik behoedzaam uit
bed. Geen bloed. Langzaam keerde ik terug naar de realiteit.
Nadat
ik weer in bed lag werkte het niet meer, als een plankpop liggen bedoel ik. Zo
werd de nacht weer gelijk aan vele voorgaande – omdraaien, kort inslapen,
vanwege pijntjes wakker worden, omdraaien, enzovoorts –, hoewel de
Duvelstoejagers/extremisten tot de morgen door mijn hoofd bleven spelen.
Nu
prijs ik mij gelukkig. Ik heb nog maar één zo’n nacht te gaan want morgenochtend
word ik door dokter Snijders (reumatoloog) verwacht. Ik hoop dat hij
wondertabletten voorschrijft zodat die ellendige nachten tot het verleden
behoren. Het kan: Ben kreeg, ook op reumatologie, een injectie in zijn door
jicht getergde knie. Na enkele seconden kon hij normaal lopen zodat hij verwondert
uitriep: ‘Het lijkt hier Lourdes wel!’
Heftige toestanden Simon. Ik hoop inderdaad dat je een medicijn krijgt die ervoor kan zorgen dat je in elk geval je verdiende nachtrust krijgt. Sterkte!
BeantwoordenVerwijderenOh Simon, wat een ellende. Ik word al doodmoe als ik het alleen maar léés! Heel veel succes bij dokter Snijders.
BeantwoordenVerwijderenBedankt! Ik heb al veel beter geslapen, afgelopen nacht.
Verwijderen