Ja, die zere tenen! Op dit moment is het de grote teen van
mijn linkervoet die zich laat voelen. Niet heftig, zeker niet prettig, hoewel het
me bij het hardlopen niet belemmert. Dat was anders met de teen van mijn
rechtervoet, die naast de grote teen, de aanwijsteen zogezegd, die domineerde
vorige week dinsdag alles. Joggend over de Tempelstraat, automobielen
ontwijkend waarmee kinderen zo dichtbij als mogelijk is, bij de schoolpleinpoort
werden afgeleverd, ontstond gaandeweg een aanzwellende pijn. Al snel bestond niets buiten de top van mijn rechter aanwijsteen. Dat allesoverheersende ongemak
maakte dat ik na iets meer dan een halve kilometer er al de brui aan gaf. Eindelijk
weer thuis bleek het bovenste lid van mijn teen dik opgezwollen en rood. Het
kwartje viel onmiddellijk: winterteen!
Ik heb vaker last van wintertenen. Maar afgelopen dinsdag
was ik me er nog niet van bewust dat het weer eens zover was. Een van mijn
tenen was overigens nooit zodanig ontstoken dat hardlopen niet mogelijk was.
Dit keer was het anders. Waarschijnlijk omdat de ontstoken teen langer is dan
de anderen. In gestrekte toestand, zoals bij het neerkomen en afwikkelen van mijn
voet, reikt hij zowat een halve centimeter voor mijn dikke teen. Daardoor was
er wellicht extra druk. Inmiddels kreeg ik het probleem onder de knie maar ontstond
in mijn linker dikke teen eenzelfde infectie.
Terwijl ik verder ren richting Waalbandijk bedenk ik dat het
onderliggende probleem het Fenomeen van Raynaud
is. Daarvan krijg ik gaandeweg steeds meer last. Mijn voeten (en handen) warm
houden is een van de moeilijke opgaven waarvoor ik me al langere tijd gesteld
zie. Dat lukt lang niet altijd, met onder meer risico van wintertenen. Bij Pauw kregen we een kleine vooruitblik op
een nieuw televisieprogramma van Midas Dekkers, ‘Het ei van Midas’. Daarin laat Dekkers zien dat de evolutie voor de
meeste van onze (technologische) problemen een oplossing vond. Voor een
vaatziekte, als ik Raynaud zo noemen
mag, is in de natuur misschien al een oplossing gevonden. Ik weet dat bijvoorbeeld
vogels nooit (last van) koude voeten hebben mede vanwege een ingenieus
vatenstelsel. Dat zit zo: in de poten van een vogel stroomt het warme bloed
vanuit het lichaam zeer dicht langs de ader met het afkoelende bloed dat op de
terugweg is naar het hart. Dit wordt het tegenstroomprincipe genoemd: de
bloedvaten liggen in de poten zo dicht bij elkaar dat het warme bloed het koude
bloed opwarmt en er veel warmte voor het lichaam behouden blijft. Het wonderlijke
is dat in de winter de ader die het afgekoelde bloed weer naar het hart brengt
zich verplaatst naar de kern van de poot, zodat er minder warmte verloren gaat,
maar de poten evengoed iets warmer dan de omgevingstemperatuur blijven.
Anders dan mijn persoontje hebben vogels minder behoefte aan
goed doorbloede voeten omdat in hun pootjes geen spierweefsel zit. Waar ik de
spieren in mijn benen vooral tijdens het hardlopen aanzet tot extra arbeid wordt
al zulk werk in vogelpootjes door pezen verricht. Ergo, een tegenstroomprincipe
lost mijn wintertenenprobleem niet op.
Evengoed kunnen de poten van vogels ook te koud worden. Ook dat probleem hebben zij opgelost op een manier die voor mij niet is weggelegd. Mits ik lang genoeg ren of wandel worden mijn voeten lekker warm. Dat geldt evenzo voor vogels. Maar zo spoedig we inactief worden daalt de temperatuur in onze voeten. Vogels schudden hun veren los, gaan op hun buik liggen en trekken hun koude poten tussen hun isolerende veren. Dat zie ik mezelf niet doen!
Evengoed kunnen de poten van vogels ook te koud worden. Ook dat probleem hebben zij opgelost op een manier die voor mij niet is weggelegd. Mits ik lang genoeg ren of wandel worden mijn voeten lekker warm. Dat geldt evenzo voor vogels. Maar zo spoedig we inactief worden daalt de temperatuur in onze voeten. Vogels schudden hun veren los, gaan op hun buik liggen en trekken hun koude poten tussen hun isolerende veren. Dat zie ik mezelf niet doen!
Nu heb ik mijn hoop gevestigd op Midas!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten