vrijdag 9 december 2016

Wintertenen

Twee kraaien vallen uit de kale kastanjeboom nabij de Dwarshommelstraat. Hun vlerken flapperen als zwartgallige denkbeelden terwijl zij gemeenzaam landen in de vers doorploegde akker. Ik wil mij niet overgeven aan deze zwartgalligheid, ondanks de somberte van deze grijzer dan grijze morgen en de pijn in mijn tenen.
Ja, die zere tenen! Op dit moment is het de grote teen van mijn linkervoet die zich laat voelen. Niet heftig, zeker niet prettig, hoewel het me bij het hardlopen niet belemmert. Dat was anders met de teen van mijn rechtervoet, die naast de grote teen, de aanwijsteen zogezegd, die domineerde vorige week dinsdag alles. Joggend over de Tempelstraat, automobielen ontwijkend waarmee kinderen zo dichtbij als mogelijk is, bij de schoolpleinpoort werden afgeleverd, ontstond gaandeweg een aanzwellende pijn. Al snel bestond niets buiten de top van mijn rechter aanwijsteen. Dat allesoverheersende ongemak maakte dat ik na iets meer dan een halve kilometer er al de brui aan gaf. Eindelijk weer thuis bleek het bovenste lid van mijn teen dik opgezwollen en rood. Het kwartje viel onmiddellijk: winterteen!
Ik heb vaker last van wintertenen. Maar afgelopen dinsdag was ik me er nog niet van bewust dat het weer eens zover was. Een van mijn tenen was overigens nooit zodanig ontstoken dat hardlopen niet mogelijk was. Dit keer was het anders. Waarschijnlijk omdat de ontstoken teen langer is dan de anderen. In gestrekte toestand, zoals bij het neerkomen en afwikkelen van mijn voet, reikt hij zowat een halve centimeter voor mijn dikke teen. Daardoor was er wellicht extra druk. Inmiddels kreeg ik het probleem onder de knie maar ontstond in mijn linker dikke teen eenzelfde infectie.
Terwijl ik verder ren richting Waalbandijk bedenk ik dat het onderliggende probleem het Fenomeen van Raynaud is. Daarvan krijg ik gaandeweg steeds meer last. Mijn voeten (en handen) warm houden is een van de moeilijke opgaven waarvoor ik me al langere tijd gesteld zie. Dat lukt lang niet altijd, met onder meer risico van wintertenen. Bij Pauw kregen we een kleine vooruitblik op een nieuw televisieprogramma van Midas Dekkers, ‘Het ei van Midas’. Daarin laat Dekkers zien dat de evolutie voor de meeste van onze (technologische) problemen een oplossing vond. Voor een vaatziekte, als ik Raynaud zo noemen mag, is in de natuur misschien al een oplossing gevonden. Ik weet dat bijvoorbeeld vogels nooit (last van) koude voeten hebben mede vanwege een ingenieus vatenstelsel. Dat zit zo: in de poten van een vogel stroomt het warme bloed vanuit het lichaam zeer dicht langs de ader met het afkoelende bloed dat op de terugweg is naar het hart. Dit wordt het tegenstroomprincipe genoemd: de bloedvaten liggen in de poten zo dicht bij elkaar dat het warme bloed het koude bloed opwarmt en er veel warmte voor het lichaam behouden blijft. Het wonderlijke is dat in de winter de ader die het afgekoelde bloed weer naar het hart brengt zich verplaatst naar de kern van de poot, zodat er minder warmte verloren gaat, maar de poten evengoed iets warmer dan de omgevingstemperatuur blijven.
Anders dan mijn persoontje hebben vogels minder behoefte aan goed doorbloede voeten omdat in hun pootjes geen spierweefsel zit. Waar ik de spieren in mijn benen vooral tijdens het hardlopen aanzet tot extra arbeid wordt al zulk werk in vogelpootjes door pezen verricht. Ergo, een tegenstroomprincipe lost mijn wintertenenprobleem niet op.
Evengoed kunnen de poten van vogels ook te koud worden. Ook dat probleem hebben zij opgelost op een manier die voor mij niet is weggelegd. Mits ik lang genoeg ren of wandel worden mijn voeten lekker warm. Dat geldt evenzo voor vogels. Maar zo spoedig we inactief worden daalt de temperatuur in onze voeten. Vogels schudden hun veren los, gaan op hun buik liggen en trekken hun koude poten tussen hun isolerende veren. Dat zie ik mezelf niet doen!
Nu heb ik mijn hoop gevestigd op Midas!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten