Een naamplaatje bij
de brievenbus leerde mij jongstleden woensdag welk van de appartementen Marie
tegenwoordig bewoont, maar het viel nog niet mee om met behulp van de digitale
huisbel het juiste nummer te kiezen. Uiteindelijk laat haar nieuwe buurman me
binnen en wijst naar haar voordeur. Haar dochter doet open. Vanuit haar
woonkeuken annex huiskamer probeert haar moeder te ontdekken wie voor de deur
staat. Het duurt even voordat zij weer weet wie ik ben. Niet zo gek als je
bedenkt dat ik bij de entourage van de Hommelstraat hoor, bij de laatste jaren
die zij in dat oude boerderijtje doorbracht. Doordat op de huiskamertafel hetzelfde
kleed ligt voelt het alsof alles nog bij het oude is. En dat is natuurlijk ook
zo, slechts muren, plafond en vloer zijn nieuw.
Het huis aan de Hommelstraat was niet nieuw toen haar man het zestig jaar geleden van de vermoedelijk eerste bewoner kocht. Voor iets meer dan zevenduizend gulden (tijdens de verhuizing kwamen moeder en dochter de originele koopacte tegen.) Zij schatten het huis op meer dan honderd jaar oud en dat is ook zichtbaar. Het wacht nu op een nieuwe koper die het wellicht ingrijpend zal moeten verbouwen om het (weer) comfortabel te maken. Maar wat er ook mee gebeurt, dankzij de foto’s van Wim Piels zullen we nooit kunnen vergeten hoe het was toen Marie er nog woonde.
Bij een kopje koffie en kerstbrood praten we over de betekenis van verhuizen, over de impact vanwege het verliezen van je ouderlijk huis. Voor Marie is het vooral de mooie horizon die zij zal missen, het uitzicht op korenvelden en fruittuinen. Maar ook het stukje grond om het huis. Niet langer kunnen wroeten in de tuin, zorgen voor bloemen en planten. O, er is wel het voornemen om bloembollen te planten in het kleine perkje naast de voordeur, voor zover dat kan en mag – desnoods met gebruik van bloempotten –, misschien dat dit het verlies een klein beetje vergoeden kan. Voor haar dochter zijn het de noten- en de mispelboom. Die waren er altijd. Je moet er toch niet aan deken dat de nieuwe eigenaar die zal kappen, zoals de overbuurman met de hoogstamkersenbomen deed! Zouden we als koopvoorwaarde kunnen stellen dat deze bomen niet gekapt mogen worden?
...waaruit ik misschien een stilstaand plaatje kan knippen. |
Het huis aan de Hommelstraat was niet nieuw toen haar man het zestig jaar geleden van de vermoedelijk eerste bewoner kocht. Voor iets meer dan zevenduizend gulden (tijdens de verhuizing kwamen moeder en dochter de originele koopacte tegen.) Zij schatten het huis op meer dan honderd jaar oud en dat is ook zichtbaar. Het wacht nu op een nieuwe koper die het wellicht ingrijpend zal moeten verbouwen om het (weer) comfortabel te maken. Maar wat er ook mee gebeurt, dankzij de foto’s van Wim Piels zullen we nooit kunnen vergeten hoe het was toen Marie er nog woonde.
Bij een kopje koffie en kerstbrood praten we over de betekenis van verhuizen, over de impact vanwege het verliezen van je ouderlijk huis. Voor Marie is het vooral de mooie horizon die zij zal missen, het uitzicht op korenvelden en fruittuinen. Maar ook het stukje grond om het huis. Niet langer kunnen wroeten in de tuin, zorgen voor bloemen en planten. O, er is wel het voornemen om bloembollen te planten in het kleine perkje naast de voordeur, voor zover dat kan en mag – desnoods met gebruik van bloempotten –, misschien dat dit het verlies een klein beetje vergoeden kan. Voor haar dochter zijn het de noten- en de mispelboom. Die waren er altijd. Je moet er toch niet aan deken dat de nieuwe eigenaar die zal kappen, zoals de overbuurman met de hoogstamkersenbomen deed! Zouden we als koopvoorwaarde kunnen stellen dat deze bomen niet gekapt mogen worden?
Voor mij is er al
veel veranderd. Als ik tegenwoordig langs ren, langs het neergelaten lamellengordijn,
zie ik twee plaatjes die Wim onlangs maakte. Op het ene kijkt Marie aandachtig
uit het raam, zij wijst met haar vinger en ik verbeeld mij dat zij zegt: ‘Is
dat niet die hardloper? Kom, hoe heet hij toch?’ Het andere is een close-up van
de wc-deur waarop geschreven staat: ‘Heren, bril omhoog! Want de meisjes zitten
graag droog!’ Ernaast hangt de mattenklopper die de mogelijke consequentie bij veronachtzaming
van deze oproep in beeld brengt.
Ik vertel Marie dat
ik het zwaaien mis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten