Op de Waalbandijk word ik vooruit
geblazen. Mijn voeten optillen, een voor een, lijkt voldoende om vaart te
houden. Dat belooft ploeteren voor de terugweg!
Foto: Natuurfotografie |
Op de terugweg word ik, zoals verwacht,
hard tegengewerkt door de gure wind. Een kraai tracht voor mij uit te vluchten,
opgeschrikt door mijn plotseling verschijnen, maar zwenkt snel om zich
gemakzuchtig op de wind mee te laten voeren. Dat beeld roept een kinderwens in
mij wakker: te kunnen vliegen als deze kraai.
Vlak voor de dijkafgang naar de Hommelstraat valt mij een rookkolom op. Er brandt iets nabij de vervallen boerderij van Marlies! Impulsief ren ik door. Spoedig zie ik dat wat ik tot even daarvoor voor een bouwvakker-schaftkeet hield, een brandweerwagen is. Er wordt vuur geblust dat in de begroeiing rond een plas in de uiterwaard is ontstaan. Aangestoken wellicht. Of een oefening?
Vlak voor de dijkafgang naar de Hommelstraat valt mij een rookkolom op. Er brandt iets nabij de vervallen boerderij van Marlies! Impulsief ren ik door. Spoedig zie ik dat wat ik tot even daarvoor voor een bouwvakker-schaftkeet hield, een brandweerwagen is. Er wordt vuur geblust dat in de begroeiing rond een plas in de uiterwaard is ontstaan. Aangestoken wellicht. Of een oefening?
Vanuit Het Roodslag, aan de Kloosterstraat, word ik begroet door meerstemmig
spreeuwengezang. Waarschijnlijk is dit dezelfde zwerm als dat van voorgaande
dagen. Het luidruchtige gekwebbel is bij uitstek het geluid van de lente. De
lente, die zich nog maar nauwelijks laat zien – net zag ik nog dat de wilgenkatjes
aan de struiken bij het sluisje in de Uiterwaard, gedurende de laatste weken
niet veel verder uitgegroeid zijn (zie ook ‘Doortrapt’)
–, maar waarvan wij weten dat zij heerst en de vogels beseffen dat beter dan
wij.
Het toeval wil dat juist vandaag bekend
is geworden dat wij mensen, die zo intens kunnen genieten van deze dieren,
verantwoordelijk zijn voor één van de grootste uitstervingsgolven ooit onder
vogels. Nadat wij ons ongeveer vijfendertighonderd jaar geleden vestigden op de
Pacifische eilanden zijn zeker duizend vogelsoorten voorgoed verdwenen. We
wonen nog maar zo kort op eilanden als Hawai en Fiji, hoeveel soorten hebben wij, Nederlanders, ondanks onze pindakaas, inmiddels verdrongen?
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen