zaterdag 6 april 2013

Zaterdaghobby

Gehuld in winteroutfit begin ik aan mijn rondje hardlopen. Alleen mijn muts heb ik thuisgelaten, iets waarover ik lichte spijt voel nu ik op de Hommelstraat dwars tegen de wind uit het noorden ren.
Gistermorgen op ongeveer dit tijdstip, opende Loes van der Lubbe, lid van het Nationaal Bestuur, een bijeenkomst van meer dan tweehonderd vrijwilligers van de Zonnebloem. Wij waren in Mierlo bijeen om ons te bezinnen op de toekomst van onze vereniging.
Ik wilde nog enkele favoriete artikelen halen voordat ik kon gaan rennen. In de Aldi zijn zo weinig klanten dat ik mij er als het ware alvast kan opwarmen. Bij de kassa toets ik mijn pincode in. Ondertussen vraagt een klant naar de accuboormachine die bij de andere kassa is veiliggesteld. Hij toont zich opgelucht dat het niet gereserveerd blijkt te zijn. De caissière verklaart spontaan dat het daar is neergezet omdat het een duur artikel betreft dat regelmatig zonder betalen wordt meegenomen! Nog meer negatieve geluiden volgen: terwijl ik mijn boodschappen vanuit de winkelwagen in mijn fietstassen laad hoor ik twee ouderen, die elkaar op het trottoir ontmoeten, over het weer mopperen, over de prijzen, de belastingen en het pensioen. Het is niet te geloven dat zoveel onderwerpen aan de orde kunnen zijn in zo’n kort tijdsbestek.
Gelukkig, er waren ook vrolijkere momenten: Sofie – onze kleindochter – heeft mij veel eerder gezien dan ik haar. Zij roept mij toe dat ik moet stoppen, waaraan ik met veel branie gehoor geef. Zij gilt het uit van plezier als ik vlak voor haar voeten abrupt tot stilstand kom. ‘Wij gaan boodschappen doen. Ben jij al naar de winkel geweest opa?’ Onderwijl kijkt zij in mijn fietstassen: ‘Ja ha, lekkere banaantjes!’ roept zij en werpt zich vervolgens in mijn armen. Ik kan mijn fiets ternauwernood in balans houden en knipoog naar Timothy, die lege flessen in de auto zet.
Ook mijn buurman is met zijn zaterdaghobby bezig. Terwijl ik hem groet bedenk ik dat het lang geleden is dat Wim zijn auto voor het laatst poetste.
Ik word uit deze nog verse herinneringen gehaald als mij, in de elleboog van de Hommelstraat, een auto met aanhanger gaat passeren. In het wagentje ligt een groot pak hooi of stro verpakt in licht grijsblauwe krimpfolie. Bovenop de struiken, die een windhaag rond de fruitboomgaard vormen, en die zeer onlangs op een grove wijze werden gekortwiekt – een van de boompjes werd zelfs geheel ontkroont –, vonden vier eksters een zitplaats van waaruit zij nauwkeurig de verrichtingen van de chauffeur, die zijn auto met aanhanger achteruit richting paardenstal manoeuvreert, gadeslaan. Zij zijn, gezien deze schrale tijd, vast en zeker met elkaar aan het kniezen geslagen – zoals die twee oudjes bij de Aldi – vanwege die ‘verwende rijpaardjes’ die hun voer zo gemakkelijk voorgezet krijgen. ‘En wij?’ zal een van hen zich krassend afvragen, ‘Wij moeten maar zien hoe we aan verse slakken komen.’ Zijn neefje knikt instemmend en vult aan: ‘Om over verse eitjes of jonge kuikentjes nog maar te zwijgen!’
Ja, denk ik terwijl ik voort ren, dieren maken zich geen zorgen over de toekomst. Wij zijn daar als het ware voortdurend mee bezig. Neem ons, Zonnebloemvrijwilligers, zoals wij gisteren plaats namen ‘…aan de tekentafel van onze toekomst’. En ingenieurs van Airbus die, volgens De Gelderlander, aan het ‘vliegtuig van de toekomst’ werken. Daarbij laten zij zich uitgerekend door dieren, inspireren! Ontlenen technieken aan de veren van uilen, de huid van haaien en de bloedvaten van vlindervleugels om de luchtweerstand te verminderen. En ook kan het gewicht worden beperkt door ramen achterwege te laten. Daaraan is geen behoefte als een composiet wordt toegepast die de wanden doorzichtig maakt.
En toch, vanavond rijden wij in een sterk vervuilde auto naar Rieja en Harry. Jammer dat de hobby van Wim niet voor een klein beetje ook de mijne is! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten