Toch werd het een mooie dag. Hassan, de
jonge gastvrije kapper die net zo goed komediant kan zijn, knipte mij nooit eerder. Hij begon zijn
voorstelling met te vertellen hoe ik het liefst geknipt wil worden. Op zijn
vragende blik moest ik mijn wedervraag stellen: ‘Kan dat ook met een tondeuse?’
Hassan lacht hoogst aanstekelijk, loopt zoekend zijn salon rond en toont
triomfantelijk zo’n apparaat.
Ook nu ik hier over de Waalbandijk ren
en zie hoe een van de oudere dijkbewoners moeiteloos een volle afvalcontainer
naar de straat rolt, door het zware ding aan de trekhaak van zijn auto te
hangen, zie ik Hassan lachen en zoals ik, zijn duim goedkeurend naar dat oudje
opsteken.
In die stemming liep ik kort na de
middagboterham naar de school van onze kleinkinderen.
Koen vroeg mij al weken geleden: ‘Opa, kom je naar de maandsluiting?’
De hele aula zit bomvol. Voornamelijk kinderen, van klein naar groter (de brandweerman in mijn buurvrouw zou het er benauwd van krijgen!) Dankzij de toneelverhoging hebben Koen en de rest van de klas van Bas, net voldoende ruimte voor hun spel.
Twee omstandigheden maken het mij moeilijk de voorstelling goed te volgen: het luidruchtige enthousiasme van de kleine toeschouwertjes en, vooral, mijn kleine buurvrouw in haar buggy. Wij zijn op slag verliefd! Doordat ik bij de kinderen op de vloer zit, zijn onze hoofden dicht bijeen. Lotte, als ik het goed heb verstaan, kriebelt al spoedig in mijn oor, knijpt in mijn neus en probeert een vingertje tussen mijn tanden te wringen. ‘Ik vind jou lief’, zo laat zij mij ontwapenend weten. ‘Dat is dan wederzijds’, fluister ik in haar oor. Ondertussen wordt het toneel gevuld met kinderparen die steeds een bepaalde sport uitbeelden. Vooral de frêle judoka’s krijgen de lachertjes op hun hand, als de een haar tegenstreefster omblaast en de ander dat kunstje met haar wijsvinger evenaart. Lotte doet daar hartgrondig aan mee en wringt ondertussen haar schaapje in mijn handen om het voor haar te laten dansen.
Langzaamaan begrijp ik dat het om de uitbeelding van Olympische sporten gaat. Dan gebeurt het…
Koen vroeg mij al weken geleden: ‘Opa, kom je naar de maandsluiting?’
De hele aula zit bomvol. Voornamelijk kinderen, van klein naar groter (de brandweerman in mijn buurvrouw zou het er benauwd van krijgen!) Dankzij de toneelverhoging hebben Koen en de rest van de klas van Bas, net voldoende ruimte voor hun spel.
Twee omstandigheden maken het mij moeilijk de voorstelling goed te volgen: het luidruchtige enthousiasme van de kleine toeschouwertjes en, vooral, mijn kleine buurvrouw in haar buggy. Wij zijn op slag verliefd! Doordat ik bij de kinderen op de vloer zit, zijn onze hoofden dicht bijeen. Lotte, als ik het goed heb verstaan, kriebelt al spoedig in mijn oor, knijpt in mijn neus en probeert een vingertje tussen mijn tanden te wringen. ‘Ik vind jou lief’, zo laat zij mij ontwapenend weten. ‘Dat is dan wederzijds’, fluister ik in haar oor. Ondertussen wordt het toneel gevuld met kinderparen die steeds een bepaalde sport uitbeelden. Vooral de frêle judoka’s krijgen de lachertjes op hun hand, als de een haar tegenstreefster omblaast en de ander dat kunstje met haar wijsvinger evenaart. Lotte doet daar hartgrondig aan mee en wringt ondertussen haar schaapje in mijn handen om het voor haar te laten dansen.
Langzaamaan begrijp ik dat het om de uitbeelding van Olympische sporten gaat. Dan gebeurt het…
Nu ik op dat moment terugkijk, in de
werkelijkheid van de Uiterwaard waarboven een buizerd bidt voor een verlate lunch, stel ik mij voor dat Koen ooit de
geschiedenisboekjes haalt als de hedendaagse Hansje Brinker. En dat dit Dekkertje,
zijn opa, dan mee snoept van zijn roem! Want het gebeurt niet alle dagen dat jouw
kleinzoon een grootheid als Pieter van den Hoogenband van de verdrinkingdood
redt! Dat jouw nazaat mede Gouden Plakken veroorzaakt! Oké, het was niet een
gat als dat van Hans, dat Koen dichtte. En zelfs niet het verse gat – een sinkhole – dat vandaag in Brandon, Florida
ontstond en waarin een slaapkamer met diens bewoner verdween. Maar toch…
Kleine Pieter krijgt zwemles maar kan,
ondanks zijn zwembandjes niet drijven. Koen duikt hem reddend na. De zaal joelt
en klapt. Ladyspeaker wil iets zeggen. Er wordt om stilte gemaand. Lotte schreeuwt,
onder mijn aanvoering, haar kleine longen uit haar lijf: ‘Stil!’ En nog eens
‘Stil!,’ gevolgd door ‘ssssssttttt…’, met haar vingertje op haar lippen.
“20 jaar later”, zo vermeldt een klein bordje; Pieter duikt, crawlt, maakt zijn beroemde keerpunt. Donderend applaus. Lotte kraait van pret en ik met haar.
“20 jaar later”, zo vermeldt een klein bordje; Pieter duikt, crawlt, maakt zijn beroemde keerpunt. Donderend applaus. Lotte kraait van pret en ik met haar.
Op mijn keerpunt ontmoet ik een Toldijker
(Groningen). Samen kijken wij naar de bijna voltooide verkeersbrug. Het gat is
gedicht! We praten over de gasboringen en onze kleinkinderen in Beuningen. De
Groningse opa fietst naar die van hem. Ik ren naar huis en realiseer mij dat wij,
Lotte en ik, geen afscheid namen. Dat valt in het niet bij die sinkhole in
Amerika. In een erge nachtmerrie overkwam het mij: vallen zonder eind!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten