Langs
mijn parcours tref ik slechts enkele Die Hards die zich niet laten weerhouden.
De meesten van hen vergezellen een of meer honden, verschuilen zich onder een
paraplu of zitten op een racefiets. Bij het passeren van de twee hardlopers krijg
ik een gevoel van verbondenheid, sterker dan gewoonlijk vanwege dit onvriendelijke weer: ‘Ha, goed dat ook jij regen en kou weerstaat om even lekker te
rennen!’ En dat gevoel heeft niets te maken met het feit dat een van hen Nicky
is, mijn (aangetrouwde) nichtje.
Op
de Tempelstraat rijdt een automobilist met te hoge snelheid tegen een drempel
op, ondanks de 30 kilometer zone. Ik zie ruimte tussen zijn voorwielen en de
straatstenen. Dat brengt mij terug naar “Op naar stuurloze auto”, een artikel
van Paul Bots in de Gelderlander van
deze morgen. De visionaire hoogleraar Wim de Ridder weet het zeker: vanaf 2025
hoeven we niet langer zelf achter het stuur van onze auto’s te kruipen. Ik kan
bijna niet wachten tot het zover is.
O,
ik geef toe, er was een tijd dat ik autorijden nog leuk en spannend vond. Dat
begon op het schoolplein in Spanbroek. De jongerenbeweging zorgde voor een
kartbaan. Aanvankelijk overheerste angst want zo dicht bij de grond leek dat
lawaaiige wagentje wel erg graag en erg snel met mij te willen gaan. Het was
absoluut niet gemakkelijk het razende ding tussen de strobalen te houden! Maar
na een paar voorzichtige rondjes kreeg ik controle en sloeg de opwinding toe; voelde ik het bloed in mijn keel kloppen en wilde dolgraag de snelste tijd noteren! Maar dat kwam er niet van, voor
zover ik mij herinner. Deze eenmalige kartrace-ervaring maakte dat ik
verlangend uitzag naar het tijdstip waarop ik rijles kon gaan nemen.
Ter
hoogte van de laatste elleboog in de Hommelstraat wordt de grauwe dag
opgevrolijkt door het lied van een zanglijster. Het doet zijn uiterste best
hoewel het een beetje dunnetjes klinkt. Het beestje voelt wellicht dat er weer
een aantal dagen met vorst aan komen en het nog te vroeg voor een nestje is.
Toch is zijn lied bijzonder; in plaats van drie keer, wat gebruikelijk is,
herhaalt de zanger ieder riedeltje vier keer. Jammer dat hij niet met mij mee
vliegt; mij souffleert: 'Het wordt lente, het wordt lente, het wordt...'
Over
een aantal jaren is autorijles helemaal niet meer nodig. En zijn er geen
gevaarlijke situaties meer zoals tijdens mijn thuisrit, gistermiddag vanuit
Almelo. Daar kwamen we met honderdvijftig Zonnebloemvrijwilligers bijeen in een
Kgotla proces, de eerste van negen
bijeenkomsten, om mee te praten over de toekomst van onze Nationale Vereniging.
Op de A1, ik reed helaas in de avondspits, rijden
veel automobilisten op topsnelheid akelig dicht op elkaar. Bijna alsof zij
veronderstellen dat strobalen uitkomst zullen bieden als het misgaat! Er hoeft
inderdaad maar een kleinigheid te gebeuren of er knalt er een op zijn
voorganger, met alle ellende van dien. Gelukkig gebeurde er niets.
In
Nevada, Amerika wordt al proefgedraaid met de zelfsturende auto (zie ook "Nachtmerrie"). Voor
ouderen houdt dit de belofte in dat zij niet langer thuis hoeven wachten tot
een van de kinderen hen komt halen. Gewoon met de auto naar het hoge water gaan
kijken, doen zoals in je op komt! Bij aankomst op de Waalbandijk speurt het portier
rond om te zien of het zichzelf veilig kan openen, en met het openen ontvouwt
zich jouw rollator…
Terug
op de Tempelstraat zie ik een oudere dame, uitgerust met een helblauw
regenkapje, broodkorstjes strooien. Ik bespeur de neiging haar te adviseren die
zelf te consumeren: de eendjes sterven immers vroegtijdig vanwege dit mensen-eten. Verderop
wacht haar auto met oplichtende waarschuwingslampen. Even waan ik mij in de
toekomst!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten