Gistermorgen
toverde mijn brein een plaatje met onderschrift tevoorschijn, zo’n foto met een
stukje tekst zoals we tegenwoordig regelmatig via Whatsapp krijgen
voorgeschoteld. Nu, tijdens lezing van het genoemde artikel, plopte een
dergelijk berichtje geheel spontaan, zonder tussenkomst van mijn smartphone, op.
Het toonde de Turkse autocraat-schuine-streep-tiran, Recep Tayyip Erdoğan die, zoals op de foto
waarvan de voetballer Özil zegt geen spijt te hebben, een vaderlijke arm over
de schouders van Thierry legt en zegt: ‘Goed zo mijn jongen, je kunt ze niet
vertrouwen, die linkse gasten. Ze zijn net zo schadelijk als de aanhangers van Fethullah
Gülen!’
Veel liever dan Forum-gekissebis over de vermeende fatale invloed
van zogenoemde linksgeoriënteerden roep ik het tafereeltje op de Kloosterstraat
weer in mijn herinnering. Gistermiddag, bijna op het einde van mijn dagelijkse
wandeling, kwam mij een groepje kinderen tegemoet. Vijf of zes jongens onder
begeleiding van twee opgeschoten knapen. We passeerden elkaar voor fruitbedrijf De Weeropper. Een van de jochies, misschien een jaar of acht,
zeker niet ouder, herkende blijkbaar de landwinkel: ‘Hé, dat ken ik! Daar ging
ik vroeger met mijn moeder appels kopen.’ De kleintjes lachten schaapachtig met
mij en de twee oudere jongens mee, terwijl de grap hen ontging.
Over FvD daarentegen, wil ik niet nadenken, maar het blijft maar
zeuren en zuigen. Baudet schampert in zijn overwinningsrede over de wetenschap.
Ja, Thierry, zij zijn vaak de brengers van slecht nieuws. Het is vijf voor
twaalf wat betreft de opwarming van de aarde, zo laten degenen die het kunnen
weten ons zien aan de hand van kaarten, grafieken en gefilmde beelden. Nog een
paar minuten wachten en dan is het te laat, dan staat iedere maatregel gelijk
aan het dempen van de bekende put. Duizend miljard euro om het tij te keren is
volgens Baudet ‘van de gekke en weggegooid geld’. Misschien is dat waar, maar als
Moedertje Natuur ramp na ramp over de aarde brengt is het een koopje!
Verderop, bij het weitje van wijlen Herman, wijst een
bord naar een gasontvangststation. Ik verbeeld mij een andere tekst dan de
huidige, zoals dat in een horrorverhaal kan gebeuren. RUILEN lees ik,
het staat er wit op donkerblauw en in enorme kapitalen. Op het einde van het
pad vind ik achter een marktkraam, een lange, geheel in het zwart geklede man wiens
ongezond witte gelaat schuil gaat onder een torenhoge hoed. ‘Zo, u wenst
mijnheer Baudet om te ruilen?’ Ik schrik ervan. Wil ik dat? ‘Wie ziet u graag
in zijn plaats verschijnen?’ Geen idee. Wie? Misschien Boer Koekoek? ‘Aha,’
buldert de lange, ‘u wilt Hendrik Koekoek!’ Ja, maar die is toch al lang dood! Een
bulderende lach blaast mij bijna achterover en ik ren hevig geschrokken terug naar de weg.
Ruilen lost meestal niets op. Hoewel, in dit geval, om Koekkoek
konden we tenminste lachen. Geregeld reageerde hij in de Tweede Kamer: ‘Ik weet niet waar het over gaat, maar ik ben tegen.’ Baudet
is ook tegen, mordicus tegen, maar het verschil met Hendrik is dat hij weet
waar het over gaat!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten