Genoeg over dat
beroerde hardlopen onder het destructieve regime van spierreuma. Vanaf hier – ik
ren over de Kloosterstraat – ga ik meer op de omgeving letten. Bijvoorbeeld op
deze fruitboompjes links en rechts. Dinsdag waren hier, aan de rechterkant van
de weg, nog tuinlieden, Poolse waarschijnlijk, doende om de boompjes rigoureus
te snoeien. Onthoofden, zo kwam het op mij over, met snoeischaren dood en verderf zaaiend. Maar het zal
legitiem zijn geweest dat die tuinarbeider zorgvuldig de top uit ieder jong appelboompje snoeide
om het afgeknipte deel, ik schatte dat op bijna een halve meter lengte, bij
de reeds flinke verzameling in zijn linkerarm te leggen. Achter hem liep een
collega die zo te zien niets anders deed dan toekijken. Leren? Controleren?
Beveiligen?
Hoe dan ook, ik ren
inmiddels over de Waalbandijk en werd intussen afgeleid van wat dan ook en ben bij
mijn oudste broer in Spanbroek terecht gekomen. Bruun heeft het pas echt
beroerd getroffen. Dat begon een paar weken geleden. Slikken ging steeds
moeilijker. Alsof het voedsel in zijn slokdarm bleef hangen, zei Bruun. De
oorzaak daarvan diende zich waarschijnlijk veel eerder aan dan een paar weken
geleden, maar ja, wanneer ga je met zo’n klacht naar de dokter want klagen doe
je niet graag. Ik weet het niet, heb mijn broer er niet naar gevraagd. Een paar
weken geleden aan de telefoon zei hij er niets over. Zondag kregen we het onverkort
te horen, de tamtam deed zijn werk zou mijn broer zeggen. We hadden een soort
van reünie omdat onze zwager Cor een feestje gaf.
Bruun heeft slokdarmkanker.
Dat hakte er wel stevig in. Het maakt je tarn (om maar een begrip te lenen uit
Waterschapsheuvel – van Richard Adams) zo’n bericht. Ik bedoel, gedachten
schieten alle kanten uit waardoor er niets overblijft waaraan je voor dat
moment steun kunt hebben. Bovendien was mijn broer zelf niet op dat feest omdat
hij elders iets te vieren had. Hoe vier je trouwens iets, of wat dan ook, na de
mededeling dat er kanker in je slokdarm woekert?
Gisteren liet Bruun
ons weten wat de oncoloog ervan vindt. Kanker met uitzaaiingen in zijn longen,
onder andere volgens mijn broer. Ze willen het carcinoom in zijn slokdarm bestralen.
Wat kunnen ze nog meer?
Wij wachten af en
hopen en leven met mijn oudste broer mee. Wat kunnen we nog meer?
Dit hardlooprondje
ging een fractie sneller dan dat van dinsdag, gemiddeld 8,31 kilometer per uur.
Op veel plaatsen ervaar ik een beetje pijn, vooral in mijn rechterheup. Ach,
dat is niets!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten