Slecht een blik is
voldoende om haar te herkennen. Er loopt op dit moment geen ander in de Beuningse
uiterwaard rond met ‘benen’ als die van haar. Op 2 maart 2012 zag ik haar voor
het eerst en tussen toen en nu nog slechts enkele keren, zij het nooit op deze
manier. Ze was indertijd pasgeboren, drie tot vijf dagen oud schatte ik haar
toen. Ze werd bewaakt door haar moeder en was in gezelschap van een neefje of
nichtje waarover eveneens zorgvuldig werd gewaakt. Maar er was een groot karakterverschil
tussen hen. Zij liet zich vrijmoedig door mij bewonderen met een air alsof zij
wilde zeggen ‘hier ben ik, dit is mijn wereld’. Terwijl haar soortgenoot zich
achter de rokken van moeder verborg, als moeder rokken had gedragen. Daarnaast had
dit verlegen typetje hetzelfde egaal roestbruin gedekte uiterlijk als dat van
moeder.
Ze ziet er goed uit. Nog
steeds draagt zij met verve haar witte bles. Samen met de melkwitte achterpoten
verraadt het haar genealogie: haar voorouders waren vertegenwoordigers van het oer
Nederlandse Brandrode rund en de Franse Saler. Dit laatste ras, afkomstig uit het
Frans Centraal Massief heeft haar krulletjes in haar ruige vacht bezorgt en haar
bestendig gemaakt tegen gure weersomstandigheden en schraal voedsel. De basiskleur van haar vacht, een mengsel van rauwe sienna en gebrande
omber kreeg zij van twee kanten mee maar het wit van haar poten en de
eigenwijze bles zijn overgedragen door een Brandrode voorvader of moeder. Zij
is sinds 2005 een vertegenwoordigster van de vijfde of zesde generatie Rode
Geus, een nieuw type rund dat speciaal voor het begrazen van de uiterwaarden is
ontwikkeld.
Ik weet niet of Free
Nature, de organisatie die toezicht houdt op deze grazers, afgelopen winter
heeft bijgevoerd, hoewel zij een natuurlijke begrazing en verwildering voorstaan
(een aantal jaren geleden zag ik een wagen met balen hooi die in de uiterwaard werden
afgeladen als bijvoer voor Konikpaarden en Rode Geuzen, hetgeen mij verbaasde. Als
zij op het beleid van terughoudendheid zijn teruggekomen, zou ik daar uit
respect voor deze dieren, ongeacht de strengheid van de winter, nooit tegen
protesteren zoals zovelen deden waar het de grote grazers van de
Oostvaardersplassen betrof.) Wel is goed te zien dat dit individuele en voor
mij speciale dier de strenge vorst van twee weken geleden goed heeft doorstaan.
Zo goed zelfs dat zij niet alleen door het leven gaat. Niet zo lang geleden
heeft zij het leven geschonken aan een kalf dat nu trots aan haar zijde staat.
Grappig vind ik wel dat zo op het eerste gezicht aan de vacht van haar kind wit
geheel ontbreekt. Ook voor het komende weekeinde waarin de wind rechtstreeks
kou vanuit de Russische Toendra aanvoert voorzie ik geen onoverkomelijk
probleem voor haar en ook niet voor haar kind dat zij voldoende beschermen zal.
We zullen het niet
meemaken, deze Rode Geus en ik, dat we alleen overblijven. En dat is maar goed
ook. Er zou immers nooit meer aanleiding voor bijvoorbeeld een Nationale dag
van de Pannenkoek zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten