Dat zit zo. Op zoek
naar mijn voorouders, naar de huwelijksdatum van mijn grootvader van
moederszijde, die in het jaar 1878 in Grootebroek geboren is, stuitte ik op de
burgemeesters Pool. Zij vormden met vier opeenvolgende generaties een heuse dynastie
waaraan in het geboortejaar van opa Remmert een einde kwam. Onder hun bestuur
verviel Grootebroek van arm naar nog armer doordat de inkomsten afhankelijk waren
van de aardappeloogst. Aardappelen werden in die jaren vooral door armen
gegeten en door het vee. Een aardappelziekte verergerde deze economische situatie
totdat in 1885 de spoorlijn Zaandam – Enkhuizen gereedkwam.
Voor Remmert’s vader Simon en grootvader Pieter,
mijn over- en betovergrootvaders, die hun levens in dit mooie maar arme dorp hebben
doorgebracht, is er nooit een andere burgemeester geweest dan een burgemeester Pool,
maar met de geboorte van deze nieuwe telg in onze familie ging er een andere
wind door Grootebroek waaien, de wind van Klaas Prins die van landman burgemeester
werd.
Klaas nam in augustus 1878 de burgemeestersketen over van Johannes Theunis Pool die een achterkleinzoon was van de eerste Grootebroek-burgemeester. Klaas Prins was blijkbaar van plan om van het burgemeesterschap, in navolging van zijn vier voorgangers een soort van estafetteloop te maken, want bij zijn eervolle ontslag per 1 april 1898, een maand voor zijn overlijden, werd hij opgevolgd door zijn zoon Simon Prins terwijl de wethouder en locoburgemeester van Grootebroek, een van de andere sollicitanten, werd afgewezen.
Klaas nam in augustus 1878 de burgemeestersketen over van Johannes Theunis Pool die een achterkleinzoon was van de eerste Grootebroek-burgemeester. Klaas Prins was blijkbaar van plan om van het burgemeesterschap, in navolging van zijn vier voorgangers een soort van estafetteloop te maken, want bij zijn eervolle ontslag per 1 april 1898, een maand voor zijn overlijden, werd hij opgevolgd door zijn zoon Simon Prins terwijl de wethouder en locoburgemeester van Grootebroek, een van de andere sollicitanten, werd afgewezen.
Mijn opa, de vader
van mijn moeder, was bijna twintig jaar oud toen burgemeester Prins de
ambtsketen van zijn geboortedorp overgaf aan de nieuwe burgemeester Prins. Wellicht
had opa toen verkering met Johanna uit Enkhuizen, had misschien zelfs verhuisplannen
vanwege die mooie tuinierswoning in Ursem of zat met zijn Anna op de Zuiderzeedijk
in het milde lentezonnetje, dagdromend over het nieuw op te zetten
tuindersbedrijf en het stichten van een groot gezin. Hoe zou opa deze
gebeurtenissen in zijn geboortedorp hebben ervaren? Of heeft hij het langs zich
heen laten gaan? Ik heb hem er nooit naar kunnen vragen want hij overleed voor
mijn geboorte. Ook Godfried Bomans kan ons er niets over vertellen, terwijl hij
toch zo prachtig over Pietertje schreef die burgemeester werd in Gouda en later
minister van onderwijs.
Simon Prins hield het
vol tot 1924. Blijkbaar verloor of brak hij zijn estafettestokje onderweg want zou
hij dat nog hebben gehad, hij zou het burgemeesterschap vast en zeker aan zoon
of dochterlief hebben overgedragen.
Die huwelijksdatum heb
ik niet gevonden en tegenwoordig is Grootebroek geen zelfstandige gemeente
meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten