Er wordt hard gewerkt
deze vroege morgen. Met hard doel ik vooral op de omstandigheid dat het koud is
en mistig, een combinatie die ervoor zorgt dat het moeilijk is comfortabel en
relaxed in de buitenlucht bezig te zijn. Op de Kloosterstraat zijn het vier Poolse
tuiniers met wie ik meevoel. Ze staan te blauwbekken tussen rijen appelboompjes
die precies tot aan de Waardhuizenstraat reiken. Snoeien en aanbinden, dat is
wat zij volgens mij doen. De mannen dragen handschoenen en ruige schoenen maar ik
ben bang voor hun tenen en vingers. De jonge boompjes reiken nog
nauwelijks tot hun borst en hebben het waarschijnlijk net zo koud als zij, hoewel ze
nog in diepe winterslaap zullen zijn, de boompjes bedoel ik, niet hun
buitenlandse verzorgers, die zijn wakker zo te zien. De jongste van de vier arbeiders
zie ik nu verlangend kijken,
naar het werkbusje aan de straat. “Koffie en een beetje warm worden”, zal
hij denken. Herstel, hij denkt natuurlijk in het Pools: “Kawa i trochę gorąca!”
Hoe dan ook, ook
langs de Waalbanddijk wordt stevig gearbeid. Niet door de wandelaar die
onderaan het dijktalud zijn huisdier bij diens ochtendwandeling begeleid,
hoewel hij zijn aanwezigheid benut door aangespoeld houtwerk uit het
prikkeldraad te trekken. Nee, het zijn een paar fluwelen gravertjes die ijverig
in hetzelfde talud werkzaam zijn. Overal liggen verse hoopjes aarde in een
symmetrisch ontwerp. Ik krijg de indruk dat een van deze mollen, geïnspireerd
door de Olympische Spelen en à la parcoursbouwer Michiel de Ruiter, een omloop
aanlegt voor een wedstrijdje freestyleskiën. Tientallen moguls werden ten
opzichte van elkaar uiterst precies opgeworpen voor een eerste wedstrijd. Nog
even wachten op de aanvoer van verse sneeuw en publiek.
Hoewel nieuwsgierig
naar de eerste mol op ski’s ren ik onverdroten voort, hard werkend om dit
rondje op een hardlooprondje te laten lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten